van Lord_Loss ma 7 sep - 15:11
-2-
“Het is echt supererg voor dit meisje” zegt Suzanne, de altijd vrolijke vrijwilligerswerker uit het psychiatrische instituut “Allebei haar ouders dood bij een vreselijk auto-ongeluk. En zij zelf lag ook zeker 2 maanden in het ziekenhuis. Wat had ze een geluk dat ik net kwam werken op dat moment in het instituut, want zo’n drama moet je natuurlijk met een aardig persoon kunnen verwerken, en gelukkig ben ik dat. Ik heb haar persoonlijk de afgelopen maanden door gesleurd. Ze vindt het echt superjammer dat ze me nooit meer te zien krijgt!” Oh, lelijke pokkentrol, wil je je smoel eens een keertje houden? denkt Miriam geïrriteerd. Ze mag Suzanne niet eens. Maar de trut wil haar maar niet met rust laten. Gelukkig mag ze eindelijk weg uit het instituut en gaat ze nu bij tante Charlotte wonen. Je zou denken dat die ‘aardige’ Suzanne deze laatste momenten bij Miriam zou willen zitten, maar die heeft het veel te druk met het versieren van de taxichauffeur, die toegegeven opvallend knap was en druk bezig met het proberen van weg te schuiven bij Suzanne uit de buurt. Miriam vindt het niet erg allemaal, ze vindt de rust om haar heen wel eventjes fijn. Niemand die haar probeert te onderzoeken. Het zal wel even wennen zijn, weer alleen te zijn. Nou ja, alleen…tante Charlotte was er nog. Blech, mam had 5 zussen, en dan moet ze naar die ene tante die sinds de jaren vijftig niet meer van kleding is veranderd. Dit gaan een interessante paar jaar worden. Miriam had geprobeerd om op zich zelf te gaan wonen, maar als 15-jarig meisje is dat helaas nog niet toegestaan en ze moest zeker nog 3 jaar bij haar tante wonen. Ze kijkt naar buiten. Alles is nog precies zoals ze het zich herinnert. In de 5 maanden sinds het ongeluk was Miriam nog nauwelijks buiten geweest, behalve kleine rondjes rijden in een rolstoel door het park achter het instituut met het vervelende gesnater van Suzanne achter zich. Maar nu was ze weer ‘vrij’ en de wereld was er nog, ook al zal het nooit meer helemaal hetzelfde zijn. Ze graait naar haar iPod en zet de muziek wat harder om niet te hoeven luisteren naar het constante gekwaak en ze gaat maar letten op het uitzicht wat ze heeft. Tante Charlotte woont in een prachtige villa vlak buiten de stad. Als klein kind kwam Miriam nog wel eens in het huis en dan raakte ze vaak verdwaald in de eindeloze gangen en kleine verborgen kamertjes. En nu gaat dat ook Miriams huis worden. Ze rilt bij de gedachte. Alles ging nu anders worden. En zo goed kende ze tante Charlotte nou ook weer niet.
De taxi rijdt de oprijlaan op, wat maar goed is, want daar is die voor bedoelt. Miriam kijkt naar het enorme herenhuis dat voor haar opdoemt. Er zijn een aantal dingen veranderd sinds de laatste keer dat ze hier was. De planten groeiden niet zo in het wild en als het goed is had tante eerst andere dakpannen. En het huis lijkt kleiner, hoewel dat ook kan zijn omdat Miriam nu groter is. Suzanne, wie ondertussen haar versierpogingen heeft opgegeven, springt uit de auto en loopt snel naar de kofferbak om de bagage te pakken. “Mir, lieverd, als jij nu snel eventjes gaat laten weten dat we er zijn dan pak ik je spulletjes wel.” Zegt ze in haar hatelijke zoete stem. Miriam loopt het bordes op. Ze begint ineens te twijfelen. Wat nou als ze het niet gaat redden bij tante Charlotte? Wat als ze gigantische ruzies gaat krijgen? Wat dan? Al haar oude vrienden van school wonen bijna 100 kilometer hiervandaan. Voorzichtig drukt ze de oude bel in. In het huis hoort ze gelijk een rumoerig gedreun. Een paar seconden gaat de deur open en er staat een vrouw in de deuropening. Miriam herkent haar tante wel, maar ze lijkt anders. Ze is veel ouder dan dat ze haar herinnert, met haar normaal losse volle haren nu plat en in een knotje op haar achterhoofd geplakt. Ze is magerder en ze ziet er erg moe uit. Maar iets wat niet veranderd is zijn de ogen. Heldere blauwe ogen die je doorboren en het lijkt alsof ze richt in je ziel kunnen kijken. Miriam wordt er altijd een beetje ongemakkelijk door. Zij en tante Charlotte staan een poosje naar elkaar te kijken, niets zeggend, totdat de stilte wordt doorbroken door een irritant gekakel vlak achter Miriam “Ah, mooi zo, u bent er al. Mag ik er even langs? Deze tassen zijn nogal zwaar.” Suzanne verdwijnt achter tante, wie nog steeds strak naar Miriam kijkt. Na een paar seconden zegt tante Charlotte in haar rasperige, hese stem “Kom je nog binnen, meisje? Of heb je het meer naar je zin buiten in de kou?” en draait zich om en gaat achter Suzanne aan om haar te helpen met de koffers. Miriam blijft nog eventjes als verdoofd staan, maar loopt dan ook naar binnen in tante Charlotte’s huis…haar huis.