van Celeste ma 22 dec - 18:36
Begrip
Als sinds ik helder kan nadenken en onthouden wat ik zie, vraag ik me vanalles af. Dingen waar ik niet aan hoor te denken springen mijn gedachten binnen en nestelen zich daar voorgoed. Dingen die ik niet eens hoor te weten, wil ik opeens toch weten. Waarom is de wereld ontstaan? Waarom besta ik? Waarom doet God, als hij bestaat, niks aan alle armoede en oorlog? Waarom gaat iemand dood? Waarom zegt men dat een kat 9 levens heeft, maar waarom wordt dat dan niet met harde bewijzen aangetoond? Waarom heb ik blond haar, en niet bruin? Waarom komt de zon op, en waarom gaat de maan onder? Waarom bestaat het heelal? En waarom geven de sterren wit of geel licht, en geen paars of groen?
Het is altijd al dat eeuwige ge-waarom. Waarom dit? Waarom dat? Waarom zus? Waarom zo? Ik probeer dingen te begrijpen, maar voor sommige dingen zal ik nooit het begrip hebben. Hoe moet ik dat opbrengen, als iets niet eens wetenschappelijk verklaarbaar is? Ik weet het niet, en ik zal het nooit weten.
Veel mensen in mijn omgeving verklaren mij voor nieuwsgierig. Mijn buren zien me 's avonds in een boom klimmen en naar de hemel staren. Waarom doe je dat? Vragen ze me dan. Ik heb ze nog nooit een redelijk antwoord gegeven. Hun nieuwsgierigheid is namelijk een andere dan de mijne. Waarom? Gewoon. Dat ge-waarom doet me soms aan iets denken. Aan de 'Moenen' uit het boek 'Ronja, de roversdochter' van Astrid Lindgren. Die vragen ook altijd waarom. Misschien ben ik wel een moen, maar dan in mensenlichaam. Dat moet wel, want moenen zijn klein en harig. Ik heb wel haar op mijn hoofd, maar niet onder mijn kin. Of op mijn handen. Ik begrijp het eigenlijk ook niet helemaal, want hoe komt Astrid nou weer bij dat idee? Moenen. Een rare naam voor rare wezentjes. Geniaal bedacht. Dat moet ik wel even zeggen.
Mijn ouders hebben ook totaal geen begrip voor me. Ze zijn net zo als de buren. Ellis, waarom zit je nou weer op het dak? Dat vragen ze me. Hun geef ik alleen wel een normaal antwoord. Ze zijn tenslotte mijn ouders. Maar waarom heb ik ouders? Waarom mogen zij wel bepalen hoe laat ik naar bed moet, en ik niet? Waarom mogen zij al wel auto rijden en ik niet? Soms zijn kinderen namelijk zelfs slimmer als een ouder, en dus verstandelijker. Grote mensen doen altijd wel alsof ze het zo goed weten, maar of het ook echt zo is? Sommige grote mensen weten wel degelijk veel, meestal zijn dat de wetenschappers. Einstein bijvoorbeeld. Echte slimmerikken zijn dat. Ik zou ook wel, net als hun, voor mijn werk dingen willen onderzoeken. Dan stap ik in een ruimteschip en vlieg recht de ruimte in. Kan ik eindelijk onderzoeken waarom sterren wit of geel licht geven en geen paars licht. Op sommige van mijn vragen is wel al eens antwoord gegeven, door een geleerde of een wetenschapper bijvoorbeeld. Maar alle antwoorden weet ik natuurlijk niet zomaar. Maar er naar vragen doe ik niet. Ik houd er niet van als andere mensen het beter weten dan ik. Vooral niet als het mijn buren zijn, of mijn ouders. Nee, laat mij het maar lekker zelf uitzoeken. Maar dat is tenslotte wat ik doe, elke dag weer. Dingen uitzoeken om ze kunnen te begrijpen. Waarom zit de aarde vol lava en magma? Dat is weer zo'n vraag. Ik weet niet of er al antwoord op is gegeven, maar dat hoef ik ook niet te weten. Ik zoek het zelf wel uit. Want als ik alle antwoorden krijg voorgeschoteld in de vorm van boeken of internet sites, is de lol er toch snel af? Doe mij maar dagenlang op het dak zitten of in een boom. Of laat mij maar een tunnel graven naar het hart van de aarde. Het is onmogelijk, zo'n tunnel graven, maar dat boeit me niet. Mensen begrijpen me dan weer verkeerd en denken dat ik gek ben. Wat een fantasie heeft dat kind toch, denkt ze dat ze zomaar een tunnel kan graven naar het hart van de aarde. Dat zeggen ze dan. Laat me toch. Ik mag het toch zeker zelf weten of niet soms? Stop me dan maar in een inrichting als je last van me hebt. Maar stoppen met nadenken zal ik toch nooit. Waarom denkt een mens na? En waarom kan je gedachten niet zien, maar wel denken? Heel raar allemaal, die gedachtes, maar toch zal ik het proberen te begrijpen.
Ik weet zeker dat ik alles ooit zal begrijpen. Mensen zullen dan versteld staan van mijn begrip in alles. Mensen zullen me alles vragen, en op alles antwoord krijgen. Want ik weet dan alles. Ik heb dan overal begrip voor. Want ik weet hoe alles in elkaar zit. Ik weet niet wanneer die dag zal aanbreken, maar ik zal er met smart op wachten. En tot die tijd zal ik doorgaan met proberen om alles te begrijpen.