Schrijfsels

Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

    Het Verhaal van Joanna Faelvin

    Celeste
    Celeste
    Member
    Member


    Vrouw Aantal berichten : 64

    Het Verhaal van Joanna Faelvin Empty Het Verhaal van Joanna Faelvin

    Bericht van Celeste di 25 nov - 19:30

    Hallo iedereen! Dit is geen gewone fanfictie, zeker niet. Dit is een zelf bedacht personage in de wereld van Tolkien's Midden-Aarde. De wereld van The Lord Of The Rings. Het is misschien een beetje ingewikkeld verhaal, maar ik hoop dat dat niet uitmaakt. Ik moet er wel even bijzeggen: Het is niet voor dit forum geschreven!! Het was bedoeld voor de Wargame op een LOTR Forum, dus het kan een ander verhaal zijn dan je had verwacht. De Wargame is nog bezig, en nog lang niet af, maar ik zal hier meeposten. Tot nu toe zijn er iets van 4 hoofdstukken over mijn personage. Veel plezier!

    PS. Het zullen trouwens lange stukken zijn, maar ik hoop dat dat niet uitmaakt ^-^ En misschien zullen jullie niet helemaal snappen wie Joanna en Náron zijn, maar als het te ingewikkeld is, zeg het dan, dan kan ik een korte biografie posten.

    Overzicht Hoofdstukken
    Deel 1: Het Grijze Vuur
    Deel 2: Blik op het Verleden
    Deel 3: Raadselen Onthuld
    Deel 4: Nieuwe Raadselen


    Laatst aangepast door Celeste op wo 26 nov - 16:45; in totaal 1 keer bewerkt
    Celeste
    Celeste
    Member
    Member


    Vrouw Aantal berichten : 64

    Het Verhaal van Joanna Faelvin Empty Re: Het Verhaal van Joanna Faelvin

    Bericht van Celeste wo 26 nov - 16:41

    Deel 1: Het Grijze Vuur

    Het was een mooie, zonnige ochtend, en wind blies zachtjes in de bladeren van de bossen rond Rivendel. Alles leek perfect, maar er was iets. Een jonge Elf met middellang blond haar, reed op een pikzwart paard door het bos. De kilheid die zij uitstraalde, deed de wind verstommen. Ze reed snel, maar zonder haast. Haar oren waren gespitst, en bij elk gerucht vergrootten haar smaragd-groene ogen zich. Waarom zij er zo kil uitzag, was echter een raadsel.

    Tegen het middaguur keerde Joanna terug naar Rivendel. Morgen is de Bijeenkomst, waren haar gedachten. En daar bleven ze de rest van de dag hangen. Vroeg ging ze naar bed, want ze voelde zich niet zo goed. Ze had zich beter gevoeld in haar eigen bed. Onder het bladerdak van Lothlóriens bomen. Haar thuis, had haar liefde. Maar door Galadriel was ze gestuurd, Joanna had ingestemd om naar de Bijeenkomst te gaan. Maar zonder moed was ze vertrokken. Het gerucht ging rond dat de Bijeenkomst de Ene Ring betrof, maar voor Lothlórien was niets zeker. Joanna ging erheen, en was gisteren aangekomen. Vandaag was ze gaan rijden, omdat ze de bossen miste, en ze wilde dat eeuwige geluid van water uit haar hoofd verbannen. Spijtig was dat niet gelukt, want het geluid van water was zelfs buiten het bos nog te horen. Met een lichte hoofdpijn viel Joanna in slaap.

    Haar droom die nacht was duister en kil, precies zoals zij zich gevoeld had weg te zijn van Lothlórien. Het feit dat ze zich niet goed voelde lag echter aan Rivendel. De aanwezigheid van Elfen die ze niet kende, beviel haar niet. Ze was liever in de aanwezigheid geweest van mensen. Haar droom ging over Lothlórien, Lothlórien stond in brand. Geen blad was nog ongeschonden. Geen boom was nog niet verschroeid. Maar het vuur was niet oranje, of rood of geel. Het was grijs, kil en vreselijk grijs. Joanna schreeuwde en gilde, maar wat kon ze beginnen tegen dit vuur? Toen miste ze het water. De beekjes in Lothlórien waren niet genoeg, ze wilde het water uit Rivendel. Maar dat was aan de andere kant van de bergen. Het was hopeloos. Lothlórien was weg, verbrand.

    Uiteindelijk werd Joanna wakker. Met een gil zat ze overeind in bed. Haar kamer was een logeerkamer, vlak bij de poort van Rivendel. De deuren naar het balkon, dat op het water neerkeek, stonden wagenwijd open. Joanna veegde met de lange mouwen van haar nachtjurk langs haar voorhoofd. Daarna stond ze op en liep naar het balkon. Het water klonk luider dan ooit. Joanna slaakte een zucht. Het speet haar dat ze zich de vorige dag zo hatend had gedragen tegenover de rivier. Had ze maar nooit zo gedacht. "Ik weet wat je denkt." Klonk er opeens. Joanna verstijfde. "Je hoeft niet te schrikken, ik ben het." Zei de stem van Náron Eleanessae. Joanna ontspande. Het was een van haar metgezellen, die vanaf Lothlórien had meegereisd. Náron was een statige elf, met lang hazelnoot bruin haar en bruine ogen. Joanna kende hem al sinds haar jeugdige jaren. "Geen zorgen. Joanna, maak je alsjeblieft niet zo'n zorgen. Je gedachten zijn altijd ver weg, en de kilte die je uitstraalt is vreselijk. Ik wilde dat je niet zo.. lijdde." Zei Náron, en zijn stem klonk bezorgd. "Morgen is het anders. Morgen zal ik horen wat mij te doen staat. Morgen zal ik mijn taken op me nemen. En jij hoort daar ook bij. Jij zult me helpen niet waar?" Zei Joanna geruststellend. "Zeker. Maar laten we het afwachten." Antwoorde Náron. Toen draaide Joanna zich om en ze staarden elkaar een tijdje zwijgend aan. "Goedenacht." Zei Náron tenslotte en hij verliet de kamer. Joanna bleef alleen achter. Bang voor het vuur, liefhebbend het water.
    Celeste
    Celeste
    Member
    Member


    Vrouw Aantal berichten : 64

    Het Verhaal van Joanna Faelvin Empty Re: Het Verhaal van Joanna Faelvin

    Bericht van Celeste wo 26 nov - 16:42

    Deel 2: Blik op het Verleden

    De volgende morgen werd Joanna vroeg wakker. Het was pas 7 uur, maar het was een mooie ochtend. De zon was al opgekomen, haar zonnestralen straalden vrolijk en warm. De rivier kletterde hard net zoals de dag ervoor, maar deze keer was het aangenamer om te horen. Joanna stapte uit bed na zich gapend te hebben uitgerekt, en liep door de openstaande balkondeuren. Ze ging zitten op een parelwit bankje vlak voor het balkonhekje. Daarna sloot ze haar ogen en luisterde naar het water, wat als muziek in haar oren klonk. "Vrouwe Joanna?" Vroeg een stem die ze eerder had gehoord. Verwonderd opende Joanna haar ogen en ontdekte wie haar had geroepen. Vlak naast haar stond een jonge elf met een dienblad in zijn handen. "Is dat mijn ontbijt?" Vroeg Joanna beleefd terwijl ze de inhoud op het dienblad gadesloeg. "Ja, Vrouwe. Marlovin is mijn naam. Onthoudt het als u wilt, ik dien U deze dagen." Zei de jongen die Marlovin heette. Joanna knikte en nam het dienblad aan. "Ik zal het onthouden, als mijn overbelaste hersenen het aankunnen. Piekeren is een van mijn bezigheden, alhoewel niet gewenst. Dankuwel voor dit ontbijt, ik zal er van genieten." Zei Joanna met een glimlach. Marlovin vertrok en Joanna begon aan het ontbijt. Zodra ze het op had besloot ze om zich aan te kleden, en met een goed gevulde maag vertrok ze naar haar kledingkast. Maar op haar weg werd ze opeens duizelig, en dus ging ze maar even op bed liggen. Joanna sloot haar ogen en viel of flauw, of in slaap.

    Opeens zat Joanna op haar paard Jinaeh. Alhoewel ze niet zichzelf was, keek ze op het schouwspel neer. Náron Eleanessae, Moryond Baryonë en Sarmalin Evelin reden naast haar. Het waren haar metgezellen voor de reis naar Rivendel. Maar dit was eerder gebeurd, besefte Joanna. Twee dagen geleden had ze dit ook beleefd. Ze reden net de bergen uit, en waren bijna de voet voorbij. "Schaduw omklemt mijn hart opeens, er nadert iets." Zei Moryond opeens. Hij was een jonge, maar slimme elf. Joanna had hetzelfde gevoeld. "Ik voel het ook." Zei Joanna en tuurde om zich heen. Opeens sprongen er overal Wargen met Ork-bereiders tevoorschijn. Vanachter grote rotsblokken wierpen ze zich op de 4 metgezellen. Joanna slaakte een gil en reed vlug achteruit. Náron volgde haar en pakte zijn boog. Ook Joanna pakte haar boog. Ze bedacht zich geen moment en begon pijlen af te vuren op de Wargen. Enkelen vielen er neer, maar er waren nog zo'n 10 levend. "Sarmalin! Moryond!" Riep Joanna terwijl ze een Warg miste. Sarmalin had zijn zwaard getrokken en hakte op een van de Wargen in. Moryond moest het doen met drie. "Náron, je moet Moryond helpen!" Riep Joanna terwijl ze twee dingen te gelijk deed; ze schoot pijlen af op de Wargen en zocht tevergeefs naar een uitweg. "Waar komen al die beesten vandaan?" Riep Náron naar Joanna. "Geen idee, uit de bergen. Ze bewaken de doorgang denk ik." Zei Joanna. "Ik vraag me af of de elfen uit Demsterwold hier ook langs zijn gegaan." Opeens zag ze dat Moryond nog maar tegen 2 Wargen vechtte, maar zijn been was zwaar gewond. Sarmalin's paard was ook zwaar gewond. "Dit redden we nooit!" Zei Náron. "We moeten hier weg. Wij zullen sneller zijn, en dus zullen ze ons volgen maar snel achter raken." Joanna wist dat het zo was en dus schoot ze haar laatste pijl af op een Warg vlak voor haar. De Warg viel neer en de bereider kwam vast te zitten. "Kom mee, NU!" Riep Náron. Joanna deed haar boog weg, en volgde Náron op volle snelheid. Moryond en Sarmalin deden hetzelfde. De achtervolging was gevaarlijk, maar de enige oplossing.

    Het gezelschap werd nog lang achtervolgd, tot de vallei van Rivendel. Zodra ze het bos in waren, waren de Wargen verdwenen. "Jammer.." Hoorde ze Sarmalin mompelen. "Wat?" Vroeg Joanna. "Niks." Zei Sarmalin vluchtig en hij reed in galop voort.

    Joanna schrok opeens weer wakker. "Jammer..." Mompelde ze. Dat woord zat haar al een tijdje dwars. Hoezo jammer? Nou ja, hij vond het vast leuk om even weer te vechten na lange tijd, dacht ze. Maar toch twijfelde ze. Toch schudde Joanna de gedachten van zich af en kleedde zich vluchtig aan. Daarna verliet ze haar kamer en ging op zoek naar Elrond. Ze wilde en moest hem spreken voor de raad.
    Celeste
    Celeste
    Member
    Member


    Vrouw Aantal berichten : 64

    Het Verhaal van Joanna Faelvin Empty Re: Het Verhaal van Joanna Faelvin

    Bericht van Celeste wo 26 nov - 16:42

    Deel 3: Raadselen Onthuld

    Joanna liep zoekend over de smalle straatjes in Rivendel. Ze zocht Elrond, maar haar hersenen leken als dood, want de plek waar de Raad zich zou bevinden was ze helemaal vergeten. Joanna besloot maar iemand te vragen, en als snel hielde ze een Elfenvrouw aan met rode haren. "Pardon Vrouwe, ik ben Joanna, en mijn doel is de Raad. Weet U toevallig waar het zich bevind? Ik schijn alles te zijn vergeten, maar misschien alleen de plek van de Raad. Hoe het komt weet ik niet. Waar moet ik heen?" Vroeg Joanna. De vrouw knikte lachend. "Ik ben Moralia, en ik wijs je de weg!" Zei de Elfenvrouw die dus Moralia heette. Ze legde uit waar Joanna heen moest, en al gauw vervolgde Joanna haar weg.

    Uiteindelijk had ze haar bestemming bereikt, en Joanna keek glimlachend naar de poort die naar de open plek leidde. Vanaf een andere kant kwam een grote groep mensen. Elrond bevond zich vooraan de groep. "Heer Elrond! Kan ik U spreken, mijn Heer?" Riep Joanna en ze snelde naar Elrond toe. "Vrouwe Joanna!" Zei hij met een glimlach. "Fijn dat U het hebt gevonden. Wilt U me spreken vóór de Bijeenkomst?" Joanna knikte. "Het is een soort van dringend, als U me begrijpt." Antwoorde Joanna. "Prima." Zei Elrond en hij nam Joanna mee naar een afgelegen plekje vlak bij de poort. "Vertel het eens, Vrouwe." Opende Elrond het gesprek. "Ik wilde U wat vragen. Hoe zit het met de Tovenaar Koning? Hebt U hem nog gezien de laatste tijd?" Vroeg Joanna. "Het nieuws was voor dit gesprek nog niet voor mijn oren bestemd, nu wens ik het echter te weten." Elrond's gezicht stond opeens ernstig. Alle bladeren boven hun hoofden leken te vergrijzen. Het Water leek witter dan ooit. "Vanwaar deze ernstige vragen? We komen daar zeker straks op terug." Zei Elrond. Joanna begreep wat hij bedoelde, maar ze moest het nu weten. "Alstublieft, Heer Elrond." Zei ze dan maar. "Goed, vooruit. Ik heb hem gezien, net nog, om eerlijk te zijn. Hij is van plan de Ringdrager af te slachten voordat hij een voet buiten Rivendel heeft gezet. Ernstig nieuws, is het. Hij zal met een leger komen, of in ieder geval hulp. Laat jou nou net op tijd zijn gekomen, jij kan die vreselijke afslachting voorkomen, Joanna. Zou jij voor de Ringdrager op willen komen? Wie het dan ook moge zijn. Wil jij jezelf weer Eer aan doen?" Vroeg Elrond nog steeds ernstig, maar de bladeren leken minder grijs. Joanna's ogen dwaalden af naar het bladerdakje boven haar hoofd. De boom was prachtig. "Ja, Heer." Zei Joanna toen beslist. "Dat wil ik. En ik zal alles doen om de Tovenaar Koning dwars te zitten. Moge het Goede overwinnen!"

    Elrond en Joanna verlieten de plek, en voegden zich bij de grote groep. Iedereen ging de poort door en zocht een plaats op een van de rij stoelen op de open plek. Het waren simpele houten stoelen, maar mooi versierd alsof het een troon was van een koning. De elfen doen hun werk beter dan goed, dacht Joanna. En ze was trots op haar ras. Joanna ging ergen in het midden zitten, tegenover Elrond. Hij glimlachte even bemoedigend naar haar. Er waren wezens van ieder ras; dwergen, elfen en mensen. Het was mooi om te zien. Maar alleen hun noodlot was niet mooi, integendeel. Aan het eind van de rij stoelen zat een hobbit, met Mithrandir ernaast. Dat is dus de oorspronkelijke Ringdrager, dacht Joanna. Wat was zijn naam ook alweer? Frodo Ballings, ja dat was zijn naam. Opeens doorkruiste Frodo haar blik. En Joanna glimlachte, wat de Halfling vervolgens ook deed. Opeens nam Elrond het woord, en iedereen werd stil. De Raad was begonnen.
    Celeste
    Celeste
    Member
    Member


    Vrouw Aantal berichten : 64

    Het Verhaal van Joanna Faelvin Empty Re: Het Verhaal van Joanna Faelvin

    Bericht van Celeste wo 26 nov - 16:44

    Deel 4: Nieuwe Raadselen

    Het water kletterde als altijd op de rotsen, de wind blies zachtjes door de bladeren. Een vogeltje vloog zo vrij als het was boven de Rivier. Joanna liep over een paadje langs de Rivier. Ze had tijd nodig om na te denken, en natuurlijk de ruimte. Hoewel het niet doodstil was, kon ze goed denken met deze vredige geluiden om haar heen. "Waak U, lieve vogel. Donkere tijden zijn het, donkere tijden.." Fluisterde Joanna. "Donker? Nog niet, zou ik zeggen." Klonk een stem achter haar. Maar het scheen haar niet te deren, ze liep rustig voort. "Vrouwe.." Zei de stem weer. "Ja, Heer Legolas van Demsterwold." Zei Joanna rustig, en haar mondhoeken krulden om in een glimlach. "Wat doet U hier, op deze frisse morgen? Een wandeling?" Vroeg Legolas, die wel degelijk achter haar liep. "Zeker. Het is een mooie ochtend, en mijn gedachten kunnen zich hier in alle rust hervinden. Loopt U mee?" Vroeg Joanna. "Graag." Antwoordde Legolas en hij glimlachtte. Vervolgens kwam hij naast haar lopen. Het tweetal praatte over vanalles; over de vogels, het water, de Raad van de vorige dag, het weer, het Reisgenootschap en nog veel meer. Ze hielden pas op toen ze Rivendel weer inliepen, na het bos bijna uitgelopen te zijn.

    "Lekker gewandeld?" Vroeg Náron, toen hij naar het tweetal toe kwam lopen. Hij scheen niet in zijn beste humeur, in tegenstelling tot Legolas, die de hele weg geglimlacht had. Maar de oorzaak van Náron kwam al gauw boven water, de pees van zijn boog was op een vreemde manier geknapt toen hij die ochtend was gaan schieten. "Maar... Hoe?" Vroeg Joanna en ze keek ongelukkig naar de kapotte boog. "Hij was oud, denk ik. Of er is mee geprutst. Waarschijnlijk een ongelukje." Zei Náron, hoewel hij ook diep ongelukkig was. "Dat kan niet! Het is een Lothlórien boog. Ongelooflijk!" Riep Joanna uit. "Sst.. Rustig.." Kalmeerde Legolas haar, en hij legde zijn hand op haar schouder. "Het geeft niet." Zei Náron, maar overduidelijk gaf het wel. "Vraag Heer Elrond om een nieuwe, hij kan je vast helpen. Rivendel maakt ook goede bogen. En we zullen zeker een keer terugkeren naar Lothlórien niet waar?" Zei Joanna, en ze kalmeerde een beetje. Toch vond ze dit alles vreemd, als ork dat in Lothlórien woonde of een zonnebloempit in een stuk lembas brood. Wat haar trouwens een enkele keer was overkomen, op vreemde wijze. Joanna glimlachte nog even naar Náron, maar liet hem daarna alleen. Ze liep een van de vele balkonnen op die neerkeken op de rivier, en Legolas volgde haar geruisloos. Zodra ze boven waren, ging Joanna op een bankje zitten en bekeek het water beneden haar. Ook bekeek ze de bergen, die mooi afstaken tegen de lucht op deze heldere ochtend. "Wanneer vertrekken jullie ook alweer?" Vroeg Joanna, die het nog niet erg duidelijk was, omdat ze het telkens vergat. "Over 7 dagen. Genoeg tijd om voor te bereiden dus. En dat geld voor ons allebei." Antwoordde Legolas. Joanna knikte en dacht diep na. Ze hoopte dat het Reisgenootschap veilig Rivendel zou verlaten, en Eriador veilig achter zich zouden laten. Maar niets was zeker, noch de weg die ze zouden volgen, noch de situatie waarin ze zouden verkeren zodra ze Rivendel zouden verlaten. Joanna kon alleen maar hopen op een goede afloop, en dan een zonder dat ze Legolas voor eeuwig zou moeten missen. Hij was nu als een vriend voor haar, net als Náron, en het leek alsof ze hem al jaren kende. Maar dat deed ze bijna ook. Gelukkig.

    Gesponsorde inhoud


    Het Verhaal van Joanna Faelvin Empty Re: Het Verhaal van Joanna Faelvin

    Bericht van Gesponsorde inhoud


      Het is nu do 21 nov - 21:34