Je droom bereiken is hard werken.
Mijn broer heeft geweldg talent voor fotografie (film dus ook, de cameraman wordt meestal DoP, Director of Photography genoemd, dat wilde hij dus worden, hij vroeg: wat wil je worden? ik zei, schrijfster, hij zei, heb je iets te vertellen aan de wereld dan?, ik zei, ja, wat wil jij worden dan, hij zij, dee oo pee.) Als hij een beetje met zijn camera loopt te klooien (of zelfs met zijn iPhone) lukt het hem om een goeie foto te schieten. En de films waar hij de DoP van was waren vreselijk qua verhaal soms, maar het beeld was altijd mooi. Maar hij werd niet toegelaten op de filmacademie. Twee keer kwam hij bij de laatste vierentwintig, en één keer bij de laatste tien ongeveer, er worden er acht aangenomen. Ze vonden hem niet actief creatief genoeg.
Met andere woorden: hij had gewoon 24/7 met zijn camera rond moeten lopen om alles te fotograferen en te filmen.
En zo werkt het met bijna alle dromen.
Milou, Oud en Nieuw bij jou thuis klinkt echt nachtmerrie-achtig. Serieus. Dat soort dingen droom ik best vaak met als gevolg dat ik me de hele dag naar voel. En het klinkt ook echt om te huilen, ik voel echt met je mee. Maar probeer er toch maar boven te staan, volgens mij is dit echt zo'n geval van: het sop is de kool niet waard. (Ik haat het trouwens echt als mensen dit tegen me zeggen, maar het is wel waar.)
Mijn moeder en mijn broer en zus weten wel dat ik schrijf en schrijfster wil worden, maar ze hebben meer het idee dat het een soort bevlieging is en dat ik volgend jaar astronaut wil worden en het jaar daarop psycholoog. Toen mijn moeder het hoorde (wat trouwens ongeveer een jaar geleden was) had ze zoiets van: "Ooooooh, maar DAT kan jij wel hoooooor! Ik schreef oooooook verhalen toen ik zo oud was als jij," (lees: ze was elf jaar) "en ik had wel schrijfster kunnen worden, maar ik heb het noooooit doorgezet, zoooooo zonde!!!!!! Maar nu kun JIJ gewoon áfmaken waar IK mee ben begonnen!" en toen droomde ze weg in haar eigen herinneringen. Ik heb haar toen een maand lang gehaat. Bovendien had ze helemaal nooit een schrijfsel van me gelezen. Dus dat was bewijsstuk nummer #2 dat ze in mijn dagboek/dummy stukjes las.
(het gevaarlijke aan mijn dummy in de derde klas was dat stukjes HHVLNL en stukjes dagboek doorelkaar stonden. Dan WIL je gewoon niet dat je moeder dat in handen krijgt. Het gevaarlijke aan mijn huidige dagboek is dat het geen taboes kent (wel hier en daar namencensuur en a whole lot of metaphores) en het gevaarlijke aan mijn dagboek in de tweede klas was dat ik alles vreselijk overdreef en het ding vol stond met halve waarheden en misvattingen)
Mijn broer heeft geweldg talent voor fotografie (film dus ook, de cameraman wordt meestal DoP, Director of Photography genoemd, dat wilde hij dus worden, hij vroeg: wat wil je worden? ik zei, schrijfster, hij zei, heb je iets te vertellen aan de wereld dan?, ik zei, ja, wat wil jij worden dan, hij zij, dee oo pee.) Als hij een beetje met zijn camera loopt te klooien (of zelfs met zijn iPhone) lukt het hem om een goeie foto te schieten. En de films waar hij de DoP van was waren vreselijk qua verhaal soms, maar het beeld was altijd mooi. Maar hij werd niet toegelaten op de filmacademie. Twee keer kwam hij bij de laatste vierentwintig, en één keer bij de laatste tien ongeveer, er worden er acht aangenomen. Ze vonden hem niet actief creatief genoeg.
Met andere woorden: hij had gewoon 24/7 met zijn camera rond moeten lopen om alles te fotograferen en te filmen.
En zo werkt het met bijna alle dromen.
Milou, Oud en Nieuw bij jou thuis klinkt echt nachtmerrie-achtig. Serieus. Dat soort dingen droom ik best vaak met als gevolg dat ik me de hele dag naar voel. En het klinkt ook echt om te huilen, ik voel echt met je mee. Maar probeer er toch maar boven te staan, volgens mij is dit echt zo'n geval van: het sop is de kool niet waard. (Ik haat het trouwens echt als mensen dit tegen me zeggen, maar het is wel waar.)
Mijn moeder en mijn broer en zus weten wel dat ik schrijf en schrijfster wil worden, maar ze hebben meer het idee dat het een soort bevlieging is en dat ik volgend jaar astronaut wil worden en het jaar daarop psycholoog. Toen mijn moeder het hoorde (wat trouwens ongeveer een jaar geleden was) had ze zoiets van: "Ooooooh, maar DAT kan jij wel hoooooor! Ik schreef oooooook verhalen toen ik zo oud was als jij," (lees: ze was elf jaar) "en ik had wel schrijfster kunnen worden, maar ik heb het noooooit doorgezet, zoooooo zonde!!!!!! Maar nu kun JIJ gewoon áfmaken waar IK mee ben begonnen!" en toen droomde ze weg in haar eigen herinneringen. Ik heb haar toen een maand lang gehaat. Bovendien had ze helemaal nooit een schrijfsel van me gelezen. Dus dat was bewijsstuk nummer #2 dat ze in mijn dagboek/dummy stukjes las.
(het gevaarlijke aan mijn dummy in de derde klas was dat stukjes HHVLNL en stukjes dagboek doorelkaar stonden. Dan WIL je gewoon niet dat je moeder dat in handen krijgt. Het gevaarlijke aan mijn huidige dagboek is dat het geen taboes kent (wel hier en daar namencensuur en a whole lot of metaphores) en het gevaarlijke aan mijn dagboek in de tweede klas was dat ik alles vreselijk overdreef en het ding vol stond met halve waarheden en misvattingen)