Schrijfsels

Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

    Draken en Dreuzels

    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels - Pagina 2 Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff ma 8 jun - 10:27

    Hoofdstuk 24

    “Heb jij Matthew toevallig gezien?”
    Deze vraag stelde Gwendolynn aan iedereen die ze tegenkwam. Ze had even geleden gemerkt dat hij er niet meer was. En gisteren was hij ook al een hele tijd verdwenen geweest. Ze had het gevoel dat er iets niet in orde was. Waarom zou hij nu weglopen van het feest?
    “Matthew, dat is toch die lieve jongeman met zijn been in het gips? Die heb ik denk ik het bos zien ingaan.”
    “Dank je, tante Heather,” zei Gwendolynn.
    Tante Heather en oom Conan, de ouders van Simon en Rose, waren net terug van vakantie en waren daarnet enthousiast begroet door hun zoon en dochter.
    Het bos. Dat was waar Matthew de vorige dag zogezegd ook de hele tijd was geweest toen hij verdwenen was. Wat had hij er toch te zoeken? Tenzij…
    Gwendolynn liep het bos in. Haar hart sprong op toen ze hem vond op de plaats waar ze hem verwacht had, bij de boom waar ze precies een week geleden ook gestaan hadden.
    “Ik hoopte al dat je me hier zou vinden,” glimlachte Matthew.
    “Je had lang kunnen wachten als tante Heather je niet het bos had zien ingaan,” zei ze een heel klein beetje geïrriteerd.
    Hij haalde zijn schouders op.
    “Het had mij niet uitgemaakt als ik langer had moeten wachten,” zei hij. “Maar ik had wel verwacht dat iemand me gezien zou hebben.”
    “Waarom lok je me naar hier?” vroeg Gwendolynn.
    Niet dat ze het erg vond om door hem naar het bos gelokt te worden. Helemaal niet.
    “Ik heb iets voor jou,” zei hij, “maar ik wilde het je liever niet geven waar iedereen bij was.”
    Ze glimlachte. Terwijl ze in zijn ogen keek, leek de tijd stil te vallen. De spanning die al een hele week tussen hen in hing, het gevoel dat er iets moest gebeuren, bereikte een hoogtepunt. Ze stapte dichter naar hem toe. Hun lichamen raakten elkaar net niet. Terwijl ze langzaam haar lippen naar de zijne bracht, zijn blik ondertussen niet loslatend, merkte ze dat hij best wel een stuk groter was dan zij. Ook hij boog zich nu lichtjes naar haar toe, om haar te helpen de afstand te overbruggen.
    “Gwen!” riep iemand. De stem van haar broer. Ze zuchtte haast onmerkbaar, terwijl ze in Matthews ogen bleef kijken. Ze hoopte dat Brandon zou weggaan als ze hem zou negeren.
    “Gwen, waar zit je?” riep hij opnieuw, een stuk dichterbij deze keer. “We hebben je nodig voor de taart.”
    Ze draaide haar hoofd weg van Matthew, in de richting van het geluid.
    “Ik kom eraan!” schreeuwde ze.
    “Sorry,” fluisterde ze tegen Matthew. “Ik moet echt gaan.”
    Hij knikte begrijpend, maar ze kon de teleurstelling in zijn ogen zien. Ze raakte even zijn wang aan.
    “Vanavond, na het feest, oké?”
    Hij knikte.
    Ze draaide zich om en liep terug in de richting van het feest. Met spijt in haar hart, want ze was liever bij hem gebleven. Hoe kwam het toch dat er steeds wel iemand moest roepen als ze net alleen was met Matthew? Het leek wel alsof haar familie moeite deed om hen van elkaar weg te houden. Al wist ze best dat dat onzin was. Ze dacht aan wat hij gezegd had. Hij had iets voor haar dat hij haar wilde geven als ze alleen waren. Wat zou het kunnen zijn?
    Een gedachte kwam in haar op, maar ze verwierp ze meteen. Nee, dat kon niet. Dat zou hij toch niet doen? Of wel? Wat kon het anders zijn?
    Ze wist niet zeker of ze dat wel zo’n geweldig idee vond. Ze hield van hem, maar tenslotte kenden ze elkaar toch nog maar drie weken. Al voelde het wel al veel langer. Ze probeerde het uit haar hoofd te zetten terwijl iedereen ‘Happy Birthday’ zong en ze de kaarsjes op de taart uitblies, maar een zenuwachtige kriebel plantte zich in haar buik wanneer ze aan Matthew en zijn cadeautje dacht.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels - Pagina 2 Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff di 9 jun - 23:44

    Hoofdstuk 25

    Ze vond hem languit op zijn rug in het gras liggend, met zijn armen onder zijn hoofd. Daardoor was zijn shirt een beetje omhoog gekropen en was er een deeltje van zijn buik te zien. Als er één ding was waar Gwendolynn absoluut niet aan kon weerstaan, dan waren het blote buiken. Blote buiken moesten absoluut gekieteld worden.
    Zo stil als ze kon, liep ze naar hem toe. Ze vroeg zich af of hij in slaap gevallen was. Hij leek haar echt niet te horen aankomen. Ze ging op haar knieën zitten en begon hem te kietelen.
    Matthew reageerde niet en bleef onbeweeglijk liggen. Enkel zijn borstkas ging op en neer op het ritme van zijn ademhaling. Anders had ze vast gedacht dat hij dood was.
    “Ongelooflijk hoeveel sterren je hier ziet,” zei hij toen.
    “Jij kan tegen kietelen,” zei Gwendolynn teleurgesteld.
    “Ja,” zei hij grijnzend, terwijl hij overeind ging zitten. “Dat valt tegen, hé?”
    “Behoorlijk,” zei Gwendolynn. “Nu vind ik je helemaal niet leuk meer.”
    “Ow, vond je me leuk dan?” vroeg Matthew semi-verbaasd.
    “Nee, eigenlijk niet,” zei Gwendolynn. “Ik heb je wel twee keer proberen te kussen, maar dat was enkel omdat ik me verveelde.”
    Matthew lachte.
    “Volgens mij is iedereen gaan slapen,” zei ze. “Niemand gaat ons storen nu.”
    Ze legde haar hand op zijn dij – de dij die niet in het gips zat – en boog dichter naar hem toe.
    “Even wachten,” zei hij. “Eerst je cadeautje. Tenzij je het niet wil hebben, natuurlijk…”
    “Jawel,” zei ze snel, al was ze daar niet honderd procent zeker van.
    Wat als het werkelijk was wat ze gedacht had? Wat zou ze dan moeten doen?
    Eén moment dacht ze echt dat hij een ring bovenhaalde, maar toen zag ze dat het pakje te groot was om een ring te zijn. Ze moest even glimlachen om haar eigen stomme verwachtingen. Duidelijk te veel Jane Austen gelezen. Ze was wel een beetje opgelucht.
    “Alsjeblieft,” zei hij. “Ik hoop dat je er blij mee bent.”
    Nieuwsgierig pakte ze het pakje uit en opende het doosje dat er in zat.
    “Oooh Matthew, het is prachtig,” riep ze uit.
    Hij haalde voorzichtig het zilveren armbandje uit het doosje en deed het om haar arm. Het paste perfect.
    “Dank je,” zei Gwendolynn. “Maar…” – haar gezicht betrok een beetje - “… ik geraak dit soort dingen altijd kwijt. Ik weet niet hoe het komt, maar om één of andere reden gaan ze altijd kapot bij mij.”
    “Als je dat wilt, kan ik een antibreekbezwering uitspreken over de schakeltjes,” stelde Matthew voor.
    “Dat zou leuk zijn,” zei Gwendolynn zachtjes.
    Matthew haalde zijn toverstaf uit zijn broekzak en tikte even tegen het armbandje, terwijl hij een paar onverstaanbare woorden mompelde. Een lichte gloed verspreidde zich snel over het armbandje. Even lichtte het helemaal op, nadien verdween de gloed weer en zag het armbandje er weer uit als een doodgewoon armbandje.
    “Zo,” zei Matthew.
    “Dank je,” zei Gwendolynn. “Mag ik je nu kussen?”
    Ze wachtte niet op antwoord, maar duwde hem zachtjes achterover. Ze voelde zijn hart kloppen onder haar hand die op zijn borstkas lag. Ze boog zich over hem heen en keek diep in zijn ogen. Zijn hart begon sneller te slaan.
    “Ik hou van je,” zei ze zacht.
    Ergens achter hen weerklonk een knal. Waarschijnlijk een achtergebleven ballon die ontplofte. Niet de moeite om aandacht aan te besteden, vond Gwendolynn, maar Matthew dacht daar duidelijk anders over. Hij ging vliegensvlug rechtop zitten en greep zijn toverstaf.
    “Wat is er?” vroeg Gwendolynn.
    “Er is hier iemand,” siste Matthew. “Een tovenaar. Kan je me overeind helpen?”
    Gwendolynn deed wat hij vroeg. Met zijn toverstaf in de aanslag keek hij ingespannen naar de plaats waar ze de knal hadden gehoord. Gwendolynn staarde in de duisternis, maar zag niets.
    “Lumos,” fluisterde Matthew en een licht dat uit het puntje van zijn toverstaf scheen, onthulde een silhouet.
    “Wie is daar?” vroeg Matthew luid, maar met iets van aarzeling in zijn stem.
    Gwendolynn drukte zich tegen Matthew aan. Ze vond deze hele situatie maar niks. Een vreemde tovenaar die midden in de nacht opdook. Het maakte haar bang. Matthew legde zijn arm om haar heen.
    De tovenaar kwam langzaam dichterbij. Toen hij dicht genoeg was om hem te herkennen, merkte Gwendolynn hoe Matthews spieren zich ontspanden.
    Dad?” vroeg hij verbaasd. “Wat doe jij hier?”
    “Dat wilde ik net aan jou vragen,” zei Matthews vader en hij klonk niet bepaald vriendelijk. “Waar denk jij godverdomme dat je mee bezig bent? Hoe lang zit je hier eigenlijk al bij die vuile Dreuzels? Het is een schande.”
    Gwendolynn begreep er niets van. Ze zag hoe de man naar haar keek. Ze hield helemaal niet van de blik in zijn ogen. Als Matthew niet gezegd had dat het zijn vader was, was ze daar nooit zelf achter gekomen. De man had niets van de vriendelijkheid van zijn zoon. En uiterlijk leken ze ook totaal niet op elkaar.
    “Is dat één van hen?” vroeg Matthews vader bars.
    Matthew knikte.
    “Wat is er aan de hand?” vroeg Gwendolynn zachtjes aan Matthew.
    “Ik… ik leg het later wel uit,” zei hij.
    “Jij legt helemaal niks uit,” schreeuwde zijn vader kwaad. “Jij gaat nu mee naar huis en jij komt hier nooit meer terug.”
    Hij greep Matthews arm vast en sleurde hem weg van Gwendolynn.
    “Matthew!” riep Gwendolynn en ze probeerde zijn hand te grijpen.
    “Blijf met je smerige Dreuzelpoten van mijn zoon af,” schreeuwde Matthews vader. Hij hief zijn toverstaf op en mompelde een spreuk. Gwendolynn zag nog net hoe de twee mannen in het niets verdwenen voor ze op de grond viel en alles zwart werd.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels - Pagina 2 Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff vr 12 jun - 18:19

    Hoofdstuk 26

    “Wat heb je met haar gedaan?” schreeuwde Matthew toen ze in de woonkamer thuis weer Verschijnselden. Hij rukte zich los uit zijn vaders greep.
    “Niks bijzonders,” zei zijn vader. “Alleen maar Verlamd.”
    “Je hebt haar Verlamd!?! Hoe kon je dat doen? Ik moet haar gaan helpen.”
    “Jij gaat helemaal nergens heen,” zei zijn vader dreigend. “Anders zouden er wel eens naardere dingen kunnen gebeuren met die Dreuzel en haar familie dan gewoon Verlamd worden.”
    Verslagen liet Matthew zich op een stoel neerzakken. Hij had zijn krukken niet bij en op één been staan de hele tijd was te vermoeiend.
    “Hoe heb je mij gevonden?” vroeg hij.
    “Jouw goede vriend James was zo goed om mij te vertellen waar je uithing.”
    Wat?
    Nu pas zag Matthew dat James er ook was. Hij zat in een hoekje van de woonkamer en leek heel hard te proberen om in het behang op te gaan.
    “Jimmy? Waarom heb je dat gedaan? Ik dacht dat ik je kon vertrouwen,” zei Matthew, teleurgesteld om het verraad van zijn beste vriend.
    “Ik kon het echt niet helpen,” zei James. “Hij hoorde op het Ministerie dat jouw werk in Ierland al lang voorbij was en hij kwam naar mij toe om te zien of ik wist waar je was. Ik wilde hem eerst wat wijsmaken, maar hij wist dat ik loog en dwong me om de waarheid te vertellen. Ik kan het ook niet helpen dat jouw vader een Legilimens is. Het spijt me, Matt. Het spijt me echt.”
    Matthew begreep zijn vriend wel. Het was inderdaad onmogelijk om tegen zijn vader te liegen. Dat had hij zelf vaak genoeg ondervonden.
    Hij zag nu ook dat blijkbaar zijn hele familie samengekomen was, ondanks het nachtelijke uur. Zijn moeder zat in de zetel en probeerde zijn blik te ontwijken. En ook zijn zus en haar Volbloedechtgenoot waren er. Zowel Jane als Martin staarden hem aan alsof hij van één of andere andere planeet kwam.
    “Jij,” blafte Colin –zijn vader- en hij wees op James. “Heel zijn been.”
    “Maar…” wierp James tegen.
    “Nu!” commandeerde zijn vader. “Ik wil niet dat mijn zoon zich verlaagt tot Dreuzelgeneesmethoden.”
    “’t Is oké,” zei Matthew tegen zijn vriend. “Doe het maar.” Hij bedacht dat hij met zijn manke poot geen enkele kans maakte om tegen zijn vader op te kunnen.
    James deed het gips verdwijnen en liet het bot aan elkaar groeien. Daarna verdween hij weer in zijn hoekje van de woonkamer.
    “Dat is beter,” zei Colin en hij ging zitten. “En nu ga je mij beloven dat je nooit meer terug gaat naar die familie.”
    “Nee,” zei Matthew beslist.
    “Wat?” riep Colin en hij liep rood aan. “Jij negeert mijn bevel?”
    “Ja, inderdaad,” zei Matthew kalm. “Ik ben geen tien meer. Je kunt me niet langer bevelen.”
    “Oh, meneer denkt dat hij alles kan doen. Je bent wel nog steeds mijn zoon en ik wil niet dat je omgaat met Dreuzels. Je bent een Volbloedtovenaar, Matthew, je hebt de familie-eer hoog te houden. Je brengt ons allemaal ten schande.”
    Matthew sprong overeind. “Wel, ik heb nieuws voor jou. De familie-eer kan me gestolen worden. Ik hou van Gwendolynn en ik ben niet van plan om mij door jou te laten tegenhouden om haar te zien.”
    “Jij… Wat?” Colin kwam nu ook overeind. “Jij houdt van die… die Dreuzel?”
    “Ja,” zei Matthew.
    “Ben je gek geworden? Dat kan je helemaal niet maken. Een Dreuzel? Zeg dat dit een grap is.”
    “Nee,” zei Matthew. “Het is geen grap.”
    “James, jij bent ook een Volbloedtovenaar,” zei Colin. “Kan jij hem niet zeggen dat het een schande is dat hij op een Dreuzel verliefd is?”
    “Emma’s ouders zijn Dreuzels,” zei James zachtjes, terwijl hij een onbestaand pluisje van zijn broek plukte. Het was duidelijk dat hij de vader van zijn beste vriend liever niet aankeek.
    “Oh wel, jullie zijn het tenminste met mij eens,” zei Colin en hij wendde zich tot zijn dochter en haar echtgenoot.
    Jane knikte, maar tot Matthews grote verbazing stond Martin op en ging achter hem staan.
    “Eigenlijk ben ik het met Matthew eens,” zei hij.
    “Echt?” vroeg Matthew verbaasd.
    “Wat?” zei Colin. “Maar… maar jij bent met Jane getrouwd. Zij is een Volbloedheks.”
    “De reden dat ik met Jane getrouwd ben, is dat ik van haar hou. Ik zou evengoed met haar getrouwd zijn als ze een Dreuzel was geweest.”
    Martin steeg met elk woord dat hij zei in Matthews achting. Hij had altijd gedacht dat Martin één van die Volbloedtovenaars was die alles wat niet Volbloed was minderwaardig vonden, zoals zijn vader en Jane, maar niets bleek minder waar. Hij kwam zelfs voor hem op.
    Colin wist duidelijk niet wat te doen nu hij één voor één zijn bondgenoten leek te verliezen en ook Jane leek niet al te gelukkig met wat haar echtgenoot zei. Voor haar was het feit dat Martin een Volbloedtovenaar was wél een belangrijk argument geweest om met hem te trouwen. Niet dat ze niet van hem hield, maar ze zou zeker niet met hem getrouwd zijn als hij een Dreuzel was geweest. In andere omstandigheden zou hij de situatie misschien grappig gevonden hebben.
    “Dad, laat me alsjeblieft naar haar toegaan,” smeekte Matthew. “Ik moet haar helpen.”
    “Ga naar je kamer,” snauwde Colin. “We praten hier morgen wel verder over. En waag het niet om stiekem naar haar toe te gaan of het zou wel eens slecht met haar kunnen aflopen.”
    Tranen sprongen in Matthews ogen toen hij de trap naar zijn kamer op stormde en hij liet zich snikkend op zijn bed vallen.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels - Pagina 2 Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff di 16 jun - 15:13

    Hoofdstuk 27

    Paddy was die maandagochtend zoals gewoonlijk als eerste op. Hij zette de koffiezet aan en ging toen douchen. Hij was nog maar net terug in de keuken toen Fiona ook binnenkwam. Ze gaf hem afwezig een zoen.
    “Heb jij Gwen vannacht horen binnenkomen?” vroeg ze
    Padraic dacht even na. “Nee,” zei hij toen. Niet dat dat verwonderlijk was; hij sliep meestal erg vast.
    “Ik ook niet,” zei Fiona en ze klonk ongerust. Fiona hoorde meestal wél iedereen binnenkomen; ze werd wakker van het minste geluidje.
    “Zal ik eens gaan kijken of ze er is?” vroeg hij.
    Fiona knikte.
    Hij ging naar haar kamer, klopte zachtjes op de deur en opende ze toen hij geen antwoord kreeg. De kamer was leeg. Gwendolynns bed was onbeslapen.
    Paddy begon zich nu ook wel een beetje ongerust te maken. Tot hij bedacht dat de kans nog wel groot was dat ze bij Matthew was. Toen ze gisteravond had gezegd dat ze nog even naar buiten ging, had ze er niet bij gezegd dat ze samen met Matthew nog even naar buiten ging, maar hij zou een idioot zijn als hij dat niet geraden had.
    Snel ging hij naar Matthews kamer, maar ook daar was niemand. Noch Gwendolynn, noch Matthew waren blijkbaar terug naar binnen gekomen.
    “Ze is er niet,” zei hij tegen Fiona toen hij terug in de keuken kwam. “En Matthew ook niet.”
    Fiona keek hem geschrokken aan.
    “Don’t worry, er is vast niets aan de hand,” probeerde hij zijn vrouw gerust te stellen. Hij gaf haar een zoen en kneep even bemoedigend in haar schouders. “Ik ga hen wel zoeken,” zei hij.
    Hij ging naar buiten. Helemaal gerust was hij er niet op, wat hij ook tegen Fiona zei. Hij was nog niet vergeten wat er met de draak was gebeurd. Hij dacht niet dat er nóg een draak zou zijn, dat zou Matthew wel gezegd hebben, maar je kon nooit weten dat er toch nog één was waar Matthew niets van af wist. Of misschien was er wel een ander gevaarlijk magisch wezen dat hier ergens rondliep. Al dacht hij wel dat Matthew Gwendolynn zou kunnen beschermen. Hij had die draak tenslotte toch ook verslagen.
    Hij liep om het huis heen en zag plots iemand in het gras liggen.
    “Gwen!” riep hij geschrokken en in paniek rende hij naar het onbeweeglijke lichaam toe.
    “Gwen!” riep hij opnieuw toen hij zag dat het lichaam inderdaad zijn dochter was. Hij schreeuwde haar naam, schudde aan haar schouders, smeekte haar om wakker te worden, maar ze reageerde niet. Ze ademde nog en haar hart klopte, mar verder had ze evengoed dood kunnen zijn.
    Hij keek om zich heen, maar nergens zag hij een spoor van Matthew. Had hij iets met haar gedaan, om nadien te verdwijnen? Paddy kon het moeilijk geloven, maar alles leek er op te wijzen. Hij had de jongeman vertrouwd, maar dat was blijkbaar een grote vergissing geweest.
    Er stonden tranen in zijn ogen toen hij Gwendolynn optilde en mee naar binnen nam. Fiona zag hem aankomen en rende hem tegemoet.
    “Wat is er gebeurd?” vroeg ze in paniek. “Is ze…?”
    Paddy schudde snel zijn hoofd. “Nee, ze leeft nog. Ik weet niet wat er gebeurd is. Ik vond haar zo. Bel snel de dokter.”
    Terwijl Fiona ging telefoneren legde hij Gwendolynn behoedzaam in de zetel. Voorzichtig streelde hij een paar haarlokken van haar gezicht.
    “Meisje toch, wat is er gebeurd?” fluisterde hij.
    De dokter kwam, maar kon niets doen om Gwendolynn te helpen. Hij kon haar toestand niet verklaren. Ze lag in een soort coma, maar hij had er geen enkel idee van wat die coma kon veroorzaakt hebben. En op de vraag of ze terug wakker zou worden kon hij al helemaal geen antwoord geven. Hij liet de familie O’Tara dan ook verslagen achter.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels - Pagina 2 Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff vr 19 jun - 23:30

    Hoofdstuk 28

    Het was al donderdag toen Matthew eindelijk weer voet op Ierse bodem zette. Drie lange dagen waren voorbij gegaan. Drie dagen waarin hij geen moment niet aan Gwendolynn had gedacht. Het feit dat zijn vader hem uiteindelijk had laten gaan, had hij vooral aan Martin te danken. Zijn schoonbroer had zich een waardevolle bondgenoot getoond en was diegene die zijn vader uiteindelijk met niet aflatende pleidooien overtuigd had.
    Matthew had geen moment geaarzeld toen zijn vader bij het ontbijt had gebromd: “Oh, goed, ga dan maar. Maar je moet niet denken dat ze hier ooit een voet binnen zet.” Dat laatste had hij zelfs al niet meer gehoord. Hij was al weg.
    Hij Verschijnselde in het bos en liep meteen naar het huis van de O’Tara’s toe. Hij kon niet wachten om Gwendolynn terug te zien. Als hij dacht dat alles nu opgelost zou zijn, had hij het echter mis…
    Toen hij het huis wilde binnengaan werd hem de weg versperd door de brede borst van Padraic O’Tara.
    “Waar haal jij het lef vandaan om je hier nog te vertonen?” zei Paddy. “Heb je nog niet genoeg schade aangericht?”
    Matthew begreep het niet. “Wat? Ik… Maar…” stamelde hij.
    Paddy greep hem bij de voorkant van zijn shirt. “Zeg op, wat heb je met haar gedaan?”
    “Maar ik heb niks…” Hij snapte er niets van. Hij kwam Gwendolynn toch alleen maar helpen? Dat moest Paddy toch we-?
    Toen begon er hem iets te dagen. Niemand had gezien wat er die avond gebeurd was. Híj wist natuurlijk wat er echt gebeurd was en Gwendolynn ook, maar Gwendolynn was Verlamd en hij was op onverklaarbare wijze verdwenen. De O’Tara’s zouden Gwendolynn de volgende ochtend bewusteloos gevonden hebben en hun conclusies getrokken hebben uit zijn verdwijning. Hij had verwacht dat ze op hem zouden zitten wachten om Gwendolynn te helpen, maar niets was minder waar. Zij dachten dat híj degene was die haar had aangevallen. En elke dag dat hij weggebleven was, had dat vermoeden waarschijnlijk enkel sterker gemaakt.
    “Paddy, ik heb Gwendolynn niet aangevallen. Alsjeblieft, je moet me geloven,” smeekte hij. “Ik zou Gwendolynn nooit kwaad doen. Alsjeblieft, laat me door. Ik kan haar helpen.”
    “Waarom zou ik je geloven?” vroeg Paddy, maar hij liet wel Matthews shirt los.
    “Omdat… omdat ik van haar hou,” zei Matthew schuchter.
    “Ik weet het,” zei Gwendolynns vader zacht en hij deed een stap opzij om Matthew door te laten. “Ze is in de woonkamer.”
    Meer aansporing had Matthew niet nodig. Hij ging meteen naar Gwendolynn toe, op de voet gevolgd door Paddy. Hij schrok toen hij Gwendolynn onbeweeglijk, met gesloten ogen in de zetel zag liggen, met Fiona op een stoel naast haar. Eén moment dacht hij dat ze dood was. Toen herstelde hij zich en ging naar haar toe. Hij knielde naast haar neer en nam haar hand vast. Fiona keek haar echtgenoot vragend aan. Die deed teken dat het in orde was. Gwendolynns moeder ging naar Paddy toe en hij sloeg een arm om haar heen.
    “Het spijt me, Gwendolynn,” fluisterde Matthew bijna onhoorbaar, terwijl hij haar hand streelde. Toen nam hij zijn toverstaf en zei: “Enervatio.”
    Even gebeurde er niets en Matthew begon te vrezen dat de spreuk niet gewerkt had, dat ze misschien al te lang Verlamd was geweest. Met ingehouden adem keek hij afwachtend toe. Toen knipperde ze met haar ogen. Matthew slaakte een zucht van opluchting.
    Langzaam opende Gwendolynn haar ogen.
    “Matthew!” riep ze blij toen ze hem zag. Ze sloeg haar armen om zijn hals. Hij drukte haar stevig tegen zich aan.
    “Wat…? Hoe…?” stamelde ze verward. “Je vader… Waarom…?”
    “Shht,” suste hij haar. “Alles is in orde nu. Ik zal je alles uitleggen.”
    Voor hij echter ook maar iets kon zeggen, werd hij ruw aan zijn schouder van haar weggetrokken en stond hij oog in oog met…
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels - Pagina 2 Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff zo 21 jun - 19:45

    Hoofdstuk 29

    Neil.
    “Jij moet helemaal niets uitleggen,” zei Neil. “Voor mij is het allemaal duidelijk. Gwen, je bent meer dan drie dagen bewusteloos geweest door dit… dit… dit monster. Ik wil niet dat je ook maar één woord gelooft van de leugens die hij je vertelt.”
    “Ik vertel helemaal geen leugens,” verdedigde Matthew zich.
    “Oh nee?” zei Neil. “Zal ik jou eens de waarheid vertellen?”
    Voor Matthew kon reageren, plantte Neil zijn vuist hard op zijn gezicht.
    “Dat denk ik over jou,” zei hij.
    “Neil!” gilde Gwendolynn geschrokken. “Wat doe je?”
    “Jou verdedigen tegen deze bedrieger,” zei hij en hij gaf Matthew een tweede stomp in zijn gezicht.
    “Neil, stop!” schreeuwde Gwendolynn, maar hij hoorde haar niet.
    Matthew moest wegduiken om een derde klap te ontwijken.
    “Ik wil niet met jou vechten, Neil,” zei Matthew.
    “Doe geen moeite,” zei Neil. “Ik sla je wel gewoon in elkaar. Ik dacht wel dat je te laf zou zijn om te vechten. Bang dat ik je pijn doe?”
    “Nee, bang om jou pijn te doen,” antwoordde Matthew.
    Neil snoof. “You wish!”
    Matthew wist dat hij Neil met één zwaai van zijn toverstaf zou kunnen uitschakelen, maar hij was niet zo vals om iemand aan te vallen die ongewapend was. Neil wist niet dat hij een tovenaar was en dat wilde hij liever zo houden. Bovendien liet hij zich door niemand laf noemen. Hij was verdorie een Griffoendor!
    Hij gaf Neil een duw. Die moest even achteruitstappen, maar haalde toen uit en raakte Matthew op zijn neus. Matthew raakte Neil op zijn beurt net onder zijn oog. Bloed liep uit de neus van de tovenaar en drupte op zijn shirt, maar hij merkte het amper. Hij ramde Neil met zijn schouder en probeerde hem zo uit evenwicht te brengen. Neil had dit echter zien aankomen en plantte zijn elleboog in de maag van zijn tegenstander. Matthew kreeg geen lucht meer en strompelde wankelend achteruit. Hij struikelde over een stoel die tijdens het korte gevecht was omgevallen en viel achterover op de grond. Zijn hoofd kwam onzacht op de vloer terecht. Het deed hem sterretjes zien.
    “Matthew!” hoorde hij Gwendolynn ergens in de verte roepen. Ze knielde naast hem op de grond neer.
    Neil kwam naar hem toe en wilde hem nog een trap geven, nu hij hulpeloos op de vloer lag, maar Paddy greep zijn arm vast en trok hem achteruit.
    “Genoeg,” zei hij streng.
    “Gwen, laat hem toch liggen,” zei Neil smekend. “Hij is je helemaal niet waard.”
    Gwendolynn stond op en keek hem minachtend aan. Zijn lichtgrijze ogen hadden al hun aantrekkingskracht op haar verloren.
    “Hij is geen monster, Neil, maar jij.”
    Ze draaide zich om een knielde weer naast Matthew neer.
    “Verdwijn uit mijn huis, Neil Moran,” zei Paddy, “en laat je hier nooit meer zien. Als ik je nog één keer bij Gwen of Matthew in de buurt zie, dien ik klacht tegen je in wegens stalking.”
    Hij liet Neils arm los en die vertrok, na nog een laatste woeste blik in Matthews richting geworpen te hebben.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels - Pagina 2 Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff di 23 jun - 15:03

    Hoofdstuk 30

    “Matthew, gaat het?”
    De bezorgde stem van Gwendolynn.
    Matthew opende zijn ogen. Het duurde even voor hij haar gezicht scherp zag.
    “Ik ben oké,” kreunde hij.
    Fiona gaf haar dochter een zakdoek die ze onder de koudwaterkraan had gehouden. Gwendolynn begon er voorzichtig het bloed mee van zijn gezicht te wrijven.
    “Ben ik echt drie dagen bewusteloos geweest?” vroeg ze.
    Matthew knikte met een pijnlijk gezicht.
    “Welke dag zijn we dan nu?”
    “Donderdag.”
    Matthew probeerde langzaam overeind te komen. Hij ging met zijn rug tegen de zetel zitten. Zijn neus was gestopt met bloeden.
    “Gwendolynn… wat ik je wou vertellen… voor Neil me… onderbrak…” begon hij moeizaam.
    “Oh, vertel dat later maar,” zei Gwendolynn.
    “Nee… ik wil dat je het nu weet,” zei Matthew. Hij wilde niet langer geheimen hebben voor Gwendolynn. “Weet je nog… toen we in het bos wandelden… voor Simon werd aangevallen… dat ik zei dat mijn vader en mijn zus het niet leuk zouden vinden als ze wisten dat ik hier was?”
    Gwendolynn knikte.
    “Wel, ik wil dat je weet dat… de meeste tovenaars… net als ik… helemaal niets tegen Dreuzels hebben. Maar sommige… tovenaars uit eeuwenoude tovenaarsfamilies… vinden Dreuzels… en ook tovenaars met Dreuzelouders… nou ja… minderwaardig, al is dat nog zacht uitgedrukt.”
    “En jouw vader…” begreep Gwendolynn.
    Matthew knikte. “Hij was niet bepaald blij toen hij hoorde dat ik verliefd was op een Dreuzel,” zei hij. “Dreigde om jou en je familie iets aan te doen als ik terug naar hier kwam. Ik durfde niet te komen. Mijn vader… hij is een erg goede tovenaar. Als hij zijn dreigement uitvoerde…”
    “Wat is er dan gebeurd dat je toch gekomen bent?” wilde Gwendolynn weten.
    “Martin –dat is mijn schoonbroer- en ik hebben hem uiteindelijk kunnen overtuigen om mij te laten gaan. Hij vindt het nog steeds niet léuk dat ik van een Dreuzel hou en ik denk niet dat hij mij de eerste weken of zelfs maanden wil zien, maar hij gaat niets meer doen om ons uit elkaar te houden.”
    “Gelukkig maar,” zei Gwendolynn. “Ik weet niet wat ik zou doen als ik jou nooit meer zou kunnen zien.”
    Ze speelde afwezig met het armbandje dat hij haar gegeven had. Ze wist niet goed wat te doen. Ze wilde hem kussen, maar was zich er van bewust dat haar ouders nog steeds in de kamer stonden. Ze probeerde de blik van haar vader te vangen en hem met haar ogen duidelijk te maken dat ze wilde dat hij vertrok. Gelukkig begreep hij het.
    “Kom Fi,” zei hij grijnzend. “Volgens mij zijn we hier niet langer gewenst.”
    Samen met zijn vrouw verliet hij de woonkamer.
    “Eindelijk,” zuchtte Gwendolynn.
    Matthew nam zijn toverstaf en deed de deur achter hen magisch op slot.
    “Nu kan niemand ons nog storen,” zei hij.
    “Ik hou van je,” zeiden ze allebei tegelijk. Ze lachten de spanning van de afgelopen dagen van zich af.
    Matthew trok een pijnlijk gezicht en greep naar zijn buik, waar Neil hem gestompt had.
    “Doe me niet lachen,” zei hij. “Dat doet pijn.”
    “Ik doe je helemaal niet lachen,” zei ze. “Ik was doodernstig. Ik hou van je, Matthew, ondanks het feit dat je een waardeloze vechter bent, ondanks het feit dat je tegen kietelen kan, zelfs ondanks het feit dat je kennis van Jane Austen bedroevend is.”
    “Hé, maar mijn naam is wel Mr. Darcy,” zei Matthew grinnikend.
    “Hmm,” zei Gwendolynn. “Ik heb altijd al een Mr. Darcy willen kussen.” Ze drukte haar lippen op de zijne.
    “Auw,” zei Matthew en hij trok zijn hoofd weg. Met zijn vingers voelde hij voorzichtig aan zijn mond. Zijn lippen waren gezwollen waar ze in aanraking waren gekomen met Neils vuist.
    “Oh sorry,” zei Gwendolynn geschrokken. “Doet het erg pijn?”
    “Het gaat wel,” zei Matthew.
    “Zal ik er een kusje op geven?” vroeg ze met twinkelende ogen.
    “Dat héb je net gedaan,” zei Matthew en hij probeerde geërgerd te klinken, maar hij moest grijnzen toen Gwendolynn in de lach schoot.
    “Dat was zo droog,” hikte ze.
    Matthew kreunde. “Nu doe je me weer lachen.”
    Gwendolynn kroop op zijn schoot. “Je gezicht ziet er vreselijk uit,” zei ze.
    “Dank je,” zei Matthew verontwaardigd. “Nog meer klachten?”
    “Ja, er zijn vlekken op je shirt.” Ze prikte met haar vingen in zijn borst, op de plaats van de grootste bloedvlek.
    “Je zou blij moeten zijn,” zei hij. “Hoeveel vrouwen zouden er kunnen zeggen dat twee mannen om haar gevochten hebben?”
    “Nee, jíj zou blij moeten zijn,” grijnsde Gwendolynn. “Hoeveel vrouwen zouden er voor de verliezer gekozen hebben?”
    “Als ik wilde, had ik hem met één spreuk kunnen uitschakelen,” verdedigde Matthew zich. “Maar het is niet mijn stijl om mensen te beheksen die zich niet kunnen verdedigen. Dat is meer iets voor mijn vader.” Zijn gezicht stond grimmig.
    “Ik weet het,” zei Gwendolynn en ze gaf hem een kus op een ongehavende plaats van zijn gezicht. “Dat is waarom ik van je hou. Je bent misschien een waardeloze vechter, maar je bent wel een eerlijke vechter; jij zou Neil nooit nog een trap zijn gaan geven als hij al half bewusteloos op de grond lag. Dat had ik echt nooit van hem verwacht.” Ze zweeg en staarde somber voor zich uit.
    “Was je… Ben je ooit verliefd geweest op hem?” vroeg Matthew aarzelend. Hij was bang voor het antwoord, maar hij moest het gewoon weten.
    Gwendolynn schudde haar hoofd. “Nee,” zei ze, “maar ik vond hem altijd wel sympathiek. Ik heb hem altijd als een vriend beschouwd. En iets in zijn ogen trok me aan. Maar nu niet meer.” Ze zweeg even en zette het toen van zich af. Een stuk opgewekter vroeg ze: “En jij? Hoe zit het met jouw liefdesleven tot hiertoe?”
    Matthew glimlachte. “Op Zweinstein probeerde Jimmy mij altijd te koppelen aan vriendinnen van zijn liefjes. Ik heb een paar vriendinnetjes gehad, maar echt serieus was dat nooit. Ik denk niet dat ik ooit voor iemand heb gevoeld wat ik nu voor jou voel.”
    Terwijl hij dat zei, was hij met zijn handen onder haar T-shirtje gekropen en hij streelde met zijn vingertoppen de zachte huid van haar rug net boven de rand van haar jeansbroek.
    Gwendolynn kroop nog wat dichter tegen hem aan.
    “Ik ook niet.”
    Ze keek diep in zijn ogen. Hij bracht zijn hoofd naar dat van haar.
    “Voorzichtig,” fluisterde hij, net voor hun lippen elkaar raakten. Hij voelde weer de pijn van zijn gezwollen lip, maar de pijn moest al snel plaatsmaken voor een ander gevoel, een veel sterker gevoel, een gelukzalig gevoel toen Gwendolynn en hij –eindelijk- teder elkaars lippen verkenden.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels - Pagina 2 Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff vr 10 jul - 23:00

    Epiloog

    Januari. Matthew en Gwendolynn liepen hand in hand door de besneeuwde straten van Kinsale. De wol van twee handschoenen zat tussen hen in, maar Gwendolynn moest haar ogen maar sluiten om zijn huid op de hare te voelen. De voorbije maanden waren de gelukkigste van haar leven tot hiertoe geweest. Alleen was haar droomprins de laatste dagen stiller geworden, meer in zichzelf getrokken. Vandaag had hij nog maar amper iets gezegd. Ze vroeg zich af wat er met hem aan de hand was.
    “Ik zie je graag,” zei ze.
    “Uhu,” zei Matthew afwezig.
    “Als er iets is, kan je mij dat altijd zeggen, hé.”
    “Uhu,” zei hij weer.
    “Er stond vanmorgen een roze olifant bij de paarden in de stal.”
    “Uhu.”
    Zoals ze al gevreesd had, was hij helemaal niet aan het luisteren. Ze zwaaide met haar hand voor zijn ogen.
    “Aarde aan Matthew.”
    “Huh?” Hij keek haar nu eindelijk aan.
    “Je luistert helemaal niet naar wat ik zeg. Waar zit je toch met je gedachten?”
    “Nergens.”
    “Komaan, Matthew, wat is er aan de hand?”
    “Niets.”
    De toon waarop hij dat zei maakte haar echter meer overtuigd van het tegendeel. Er was iets en het feit dat hij er niet met haar wilde over praten, was geen goed teken.
    “Mij maak je niets wijs,” drong ze verder aan. “Je zit ergens mee.”
    “Er is niks, oké,” vloog hij plotseling uit. “Laat mij gewoon gerust.”
    Hij liet haar hand los en beende met grote passen weg.
    Gwendolynn keek hem geschrokken na. Zo’n heftige reactie had ze niet van hem verwacht. Ze ging op een bankje zitten en trok haar benen op. Ineengedoken en met haar armen om haar knieën geslagen keek ze naar Matthew die een eindje verderop een beetje liep te ijsberen. Ze rilde. Ze had het koud gekregen, alsof Matthew haar warmte met zich had meegenomen.
    Na een tijdje zag ze hoe hij aarzelend terug naar haar toe kwam. De sneeuw kraakte onder zijn schoenen.
    “Het spijt me,” zei hij zonder haar aan te kijken. Hij ging naast haar op de bank zitten. “Het is alleen…” Hij zuchtte. “Ik weet niet goed hoe ik dit moet zeggen, maar…”
    Gwendolynn keek opzij en zag hoe hij naar de grond voor zijn voeten staarde. Wat hij zei maakte haar bang. Bang dat hij het wilde uitmaken. Bang dat hij misschien iemand anders ontmoet had. Een heks die wel door zijn familie aanvaard zou worden. Ze was bang dat het allemaal te mooi was geweest om waar te zijn, te mooi om te blijven duren. Wat kon anders de verandering in hem van de laatste dagen verklaren?
    Hij haalde diep adem en Gwendolynn hield haar adem in.
    “Wiljemetmetrouwen?” vroeg hij onzeker.
    “Wat?” vroeg ze verrast.
    “Gwendolynn O’Tara, zou jij… zou jij Mrs. Darcy willen worden?”
    Gwendolynn wist niet wat te zeggen. Ze kon geen woord uitbrengen. De woorden leken ergens onderweg naar haar mond verloren te lopen. Ze sloeg haar armen om hem heen en kuste hem hartstochtelijk.
    “Dat zal ik maar als een ‘ja’ opvatten, zeker?” glimlachte Matthew aarzelend.
    “Ja,” zei Gwendolynn. “Ja, ik wil met je trouwen, Matthew.”
    Ze kuste hem zo enthousiast dat ze hun evenwicht verloren en van het smalle bankje op de grond vielen. Lachend rolden ze een eindje door de sneeuw. Een paar voorbijgangers keken hen verbijsterd aan. Matthew bleef op zijn rug liggen en Gwendolynn kroop op hem en kuste hem lang en intens. Ze stopte pas toen ze een oude vrouw geërgerd hoorde zeggen: “Kunnen jullie dat thuis niet doen?”
    Gwendolynn keek de vrouw recht aan. “Nee, want zijn vrouw is thuis,” zei ze doodserieus.
    De vrouw keek haar geschokt aan en liep mopperend weg.
    “Ongehoord” en “Jeugd van tegenwoordig” hoorden ze haar mompelen. Matthew dacht dat hij het zou besterven van het lachen. Tranen rolden over zijn wangen. Tranen van het lachen. Tranen van geluk.
    “Jij… jij bezorgt mij een slechte naam,” proestte hij. “Hoe gemeen!”
    Het begon opnieuw te sneeuwen. Gwendolynn stond op en trok Matthew overeind.
    “Misschien moeten we maar eens naar huis gaan,” zei ze. “Ik denk dat mijn ouders ons nieuws graag zullen horen.”
    Matthew sloeg zijn arm om haar heen en gaf haar een zoen op haar wang.
    “Dan zullen we hen maar niet langer laten wachten.”



    ---EINDE---

    Gesponsorde inhoud


    Draken en Dreuzels - Pagina 2 Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Gesponsorde inhoud


      Het is nu do 21 nov - 23:07