Schrijfsels

Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

    Draken en Dreuzels

    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff vr 9 jan - 18:28

    Draken en Dreuzels


    Draken en Dreuzels Button4

    Dit verhaal heb ik ook op Dreuzels gepost en ik was eerst niet echt van plan om het hier te posten, maar ik doe het toch, omdat ik vind dat dit verhaal en 'Nobody said it was easy...' gewoon samen horen. Dit verhaal is af. Mijn bedoeling is om twee keer in de week een hoofdstuk te posten. Ik ben best trots op dit verhaal aangezien het het eerste (en voorlopig enige) verhaal is dat ik tot het einde heb afgeschreven. Er zitten een paar zwakke puntjes in de plot, dingen die ik over het hoofd heb gezien, maar die anderen me in reacties op het verhaal gezegd hebben. Misschien lukt het me om er nu ik het opnieuw post een aantal van die zwakke punten uit te halen, maar allemaal zal sowieso niet lukken. Reacties zijn natuurlijk altijd welkom, maar ik ga er minder aan hebben dan wanneer je op 'Nobody said it was easy...' reageert. Aan dit verhaal ga ik niet zoveel meer kunnen veranderen en aangezien het ongeveer een half jaar geleden is dat ik dit verhaal geschreven heb, is mijn schrijfstijl ondertussen ook weer een beetje geëvolueerd.

    Zoals ik al zei, hoort dit verhaal samen met 'Nobody said it was easy...' Dezelfde personages komen namelijk in het verhaal voor. De hoofdpersonages zijn niet dezelfde, maar ze kennen elkaar wel. Beide verhalen zijn volledig afzonderlijk te lezen, het is niet zo dat ze op elkaar volgen. Ze spelen zich eerder voor een deel tegelijkertijd af. Wel raad ik je aan om, als je van plan bent om ze allebei te lezen, ze ofwel tegelijkertijd te lezen, ofwel dit verhaal eerst te lezen. Dit verhaal verraadt nauwelijks iets van de plot van 'Nobody said it was easy...', maar omgekeerd zou dat wel het geval kunnen zijn.

    Wat moet ik nog zeggen? Ow ja, er komen op een paar plaatsen Engelse fragmentjes in het verhaal voor uit de boeken van Jane Austen (Persuasion, Pride and Prejudice en Emma). Ik zal de Nederlandse vertaling er onderaan het hoofdstuk bijzetten, maar eigenlijk raad ik aan om die niet te lezen. Jane Austen is veel mooier in het Engels dan in het Nederlands, vind ik, en het is echt niet nodig om letterlijk te begrijpen wat er staat in de Engelse stukjes. De inhoud van de stukjes is niet belangrijk voor de plot, het is enkel belangrijk dat ze er zijn en daarom is het ook niet belangrijk dat je letterlijk begrijpt wat er staat, maar wel dat je je gewoon laat meevoeren door de sfeer.

    En nu hoor ik hier een inhoudstafel te zetten, maar dat vind ik behoorlijk zinloos, aangezien mijn hoofdstukken geen titels hebben. Maar voor wie wil weten waaraan hij/zij zich kan verwachten: er is een proloog, dertig hoofdstukken en een epiloog.

    Veel leesplezier!


    Laatst aangepast door Merdyff op ma 11 mei - 14:58; in totaal 1 keer bewerkt
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff vr 9 jan - 18:31

    Proloog

    De takken van de bomen speelden een spelletje met het zonlicht. Ze deden lichtvlekjes over de zachte bosgrond dansen. Vogeltjes zongen vrolijk hun lied en een zacht briesje deed de bladeren ruisen. Dauwdruppels glinsterden aan het web dat een spin geweven had. Op deze mooie dag in juni leek de natuur in een perfect evenwicht te zijn.

    Maar helaas kwam daar verandering in…

    Een donkere schaduw verstoorde het gezang van de vogels. Konijntjes vluchtten snel hun hol in. Een wezen verplaatste zich door het bos en liet een spoor van vernieling na, zoals slakken een slijmspoor nalaten wanneer ze over de grond kruipen. Zonnestralen weerkaatsten op gitzwarte schubben en een rij vlijmscherpe tanden blikkerden in het licht dat door het bladerdak kon doordringen. Angstaanjagende gele ogen keken in het rond. De monsterlijke kop braakte een vuurbal uit. Een omgevallen boomstronk vatte vlam. De draak spreidde zijn vleugels en vloog klapwiekend richting blauwe lucht. Onder hem likten de vlammen aan takken en droge bladeren en werd het bos langzaam gereduceerd tot as.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff wo 14 jan - 0:32

    Hoofdstuk 1

    De herberg zag eruit alsof hij rechtstreeks uit de middeleeuwen afkomstig was. Het leek alsof er elk moment een ridder (of misschien eerder een struikrover) te paard over de met kasseien geplaveide straat kon komen aangereden, zou stoppen, afstijgen en binnengaan. Niemand zou verbaasd opkijken. De straat bleef echter verlaten. Gelukkig maar, want anders zouden toevallige voorbijgangers wél grote ogen opzetten wanneer er plots uit het niets een jongeman van een jaar of vierentwintig verscheen in het smalle steegje naast de herberg. De jongeman keek even om zich heen, leek zich af te vragen waar hij terechtgekomen was, maar was gerustgesteld toen hij het verweerde uithangbord van de herberg zag. Het verouderde uitzicht van het gebouw stond hem wel aan.
    “Tenminste geen geavanceerde Dreuzeltechnologie waar ik niks van begrijp,” bromde hij tevreden tegen zichzelf en hij ging de herberg binnen.
    Binnen zag het er al niet veel beter uit dan buiten. Alle meubilair zag er behoorlijk gehavend uit en leek al enkele eeuwen en talloze dronken vechtpartijen te hebben moeten doorstaan. Zelfs de herbergier zag eruit alsof hij Goderic Griffoendor nog persoonlijk had gekend. Wat de leeftijd betrof dan, want het was overduidelijk een Dreuzel.
    De jonge man stapte op de oude af en vroeg of er nog een kamer vrij was. De oude man grijnsde een rij scheve tanden bloot.
    “Allemaal,” zei hij. “Je kunt kiezen.”
    Het antwoord verbaasde de jongeman niets.
    “Ik wil graag een kamer voor één persoon.”
    “Voor hoelang?”
    “Dat hangt er van af. Een paar dagen.”
    Hij hoopte maar dat het niet veel langer zou zijn, want hij moest dan wel absoluut niet bang zijn voor onbekende technologieën, hij had weinig zin om lang in het gezelschap van deze oude herbergier te verkeren.
    “Kom maar mee,” ze de herbergier en hij ging hem voor een gammele houten trap op.

    Even later zat de jongeman alleen in een stoffige kamer met het idee dat hij zich maar best voorzichtig op het bed kon neerzetten, want dat het anders wel eens zou kunnen inzakken onder zijn gewicht. En dat zou dan niet aan zijn gewicht liggen, maar aan de stevigheid van het bed. Hij zette de rugzak die hij bij had op een krakende stoel en haalde er een stuk perkament uit met een plannetje van het gebied. Een stipje duidde aan waar hij was. In één of andere obscure herberg in een achterafbuurt van Kinsale. Een rookpluimpje was de plaats van de bosbrand die de reden was dat hij hier was. Een bosbrand die door de Ierse brandweer vrij snel geblust was, maar waarvoor ze nog steeds geen oorzaak hadden kunnen vinden. Een bosbrand die op het Departement van Toezicht op Magische Wezens een alarmbelletje had doen rinkelen, waarna hij naar Ierland was gestuurd. Hij wist best dat ze hem gekozen hadden voor deze ‘missie’ omdat hij een gemakkelijk slachtoffer was om achteraf de schuld op af te schuiven als het misliep. Het was dan ook een vervelende zaak. Het Ierse ministerie wist niet dat er een Brit die al eerder was veroordeeld voor het illegaal fokken van draken in de buurt van Kinsale woonde, terwijl het Britse ministerie daar wel van op de hoogte was. En nu was het zijn taak om uit te zoeken of de bosbrand inderdaad veroorzaakt was door een draak, zonder de argwaan van de Ieren te wekken, zodat de Britten konden beslissen of het nodig was om de Ieren toch maar in te lichten of of ze misschien de zaak konden oplossen zonder dat de Ieren iets te weten kwamen. Hij voelde zich een spion. Of als hij rondkeek in de kamer van de herberg nog eerder een crimineel op de vlucht. Hij zou zo snel mogelijk beginnen, hij wou zo snel mogelijk terug naar huis.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff do 15 jan - 18:46

    Hoofdstuk 2

    De troosteloze kamer rondom hem verdween en maakte plaats voor een veldweggetje een eindje buiten het dorp. Hij wierp een blik op zijn kaartje en zag dat zijn stipje zich nu ongeveer halverwege tussen het rookpluimpje en de vermoedelijke woning van de drakenkweker bevond. Hij gemakkelijkste zou zijn om gewoon bij hem langs te gaan en te vragen of hij onlangs nog een illegale draak had uitgelaten, maar uiteraard was dat geen optie. Hij zou zijn huis waarschijnlijk met een hoop spreuken en bezweringen beschermd hebben en hij zou echt niet zitten wachten om gezellig thee te drinken met een drakenspecialist van het Britse Ministerie van Toverkunst. Nou ja, ze hádden een gemeenschappelijke interesse om over te praten, maar hun standpunten over het uitoefenen van die hobby zouden behoorlijk verschillend zijn. Dus zou hij uit de buurt van het huis blijven en enkel in de omgeving naar sporen van een draak op zoek gaan.
    Hij keek om zich heen en nam de omgeving in zich op. Hij stond aan de rand van een bos. Voor hem strekten groene weilanden zich uit, overgoten door zonlicht. Achter hem was de koele schaduw van het bos. Voor hem waren een aantal schapen op hun gemakje aan het grazen, achter hem vlogen vogels af en aan met voedsel voor hun jongen. Voor hem was geen spoor van een draak, achter hem was geen spoor van een draak. Alles was rustig.
    En plots, plotseling was er veel te veel spoor van een draak. Veel meer dan de jongeman op gehoopt had. Het reusachtige beest leek vanuit het niets te komen en een duikvlucht in te zetten om een schaap te grijpen, zoals een arend plots neerduikt op een konijntje. Het schaap maakte geen schijn van kans. Geschrokken stapte de jongeman achteruit om in de schaduw van het bos te verdwijnen. Dat had hij beter niet kunnen doen. Een droge tak brak met een luide krak onder zijn voet. De draak hief zijn machtige kop op en keek in zijn richting. Hij stapte verder achteruit, maar de beweging trok net nog meer de aandacht van de draak en hij kwam op hem af. De jongeman was versteend van angst. Hij durfde nu niet meer te bewegen. Hij leek wel gehypnotiseerd door de grote, gele ogen van het monster. Angst verlamde niet alleen zijn lichaam, maar ook zijn denkvermogen. Hij wist niet wat hij moest doen. Hij wist alleen dat hij als drakenlunch zou eindigen en daar had hij weinig zin in.
    De draak kwam steeds dichterbij. Hij kon zijn hete adem bijna voelen. Hij kon het bloed van het schaap aan zijn tanden zien kleven. Weldra zou zijn eigen bloed zich daar ook bevinden, vermengt met dat van het dier. Hij kon bijna de schubben op de neus van de draak tellen en besefte dat hij veel meer details zag dan hij ooit aan een draak had willen zien, hoe erg ze hem ook interesseerden. Hij bewonderde ze liever van op een afstandje.
    De aanval kwam vanuit een onverwachte hoek. Hij had verwacht dat de draak vuur zou spuwen of zijn klauwen zou gebruiken om hem te grijpen, maar hij haalde hard uit met zijn staart en raakte de jonge drakenkenner midden op het bovenbeen. Die schreeuwde het uit van pijn toen de bronskleurige punten zijn huid openreten. Hij voelde zijn bot breken en viel hulpeloos achterover, in een doornstruik waarvan de doornen zijn huid openhaalden, maar die toch enigszins zijn val brak. Hij wist dat het gedaan was voor hem. Hij kon niets meer doen om zijn vel te redden. Enkel een wonder zou hem nog kunnen redden. Eén van de schapen op de wei blaatte klagend. Misschien om haar dode vriendin te betreuren. De draak draaide zijn kop in de richting van het geblaat en leek zich te herinneren dat hij al een schaap gedood had en dat daar waarschijnlijk meer vlees aan zat dan aan een mens. Het laatste wat de mens zag voor hij door het bloedverlies, de pijn en de angst het bewustzijn verloor, was hoe de draak met het schaap tussen zijn poten wegvloog. Nadien werd alles zwart…
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff wo 21 jan - 2:18

    Hoofdstuk 3

    Een jonge vrouw keek haar neefje en nichtje na die tussen de bomen verdwenen.
    “Niet te ver weglopen, hé,” riep ze hen nog na, maar waarschijnlijk hoorden ze dat al niet meer. Het maakte niet zoveel uit. Ze wisten precies waar ze mochten spelen en waar niet. Ondertussen kon zij zich met een boek tegen een boom installeren. In het onwaarschijnlijke geval dat er iets gebeurde zouden ze haar wel snel komen halen.
    Ze zette zich met haar rug tegen een dikke boom en haalde het boek dat ze aan het lezen was uit haar tas. Met haar vingers streelde ze even de letters op de kaft. Persuasion. Ze had het boek al meer dan eens gelezen, net als de andere boeken van Jane Austen. Jane Austen was haar favoriete schrijfster en Persuasion was waarschijnlijk haar favoriete boek. Elke keer opnieuw werd ze zo meegesleept door het verhaal dat het weer spannend was of Anne en Captain Wentworth nu samen zouden komen op het einde of niet. Ook deze keer was ze al snel vergeten waar ze was.
    From this time Captain Wentworth and Anne Elliot were repeatedly in the same circle. They were soon dining in company together at Mr. Musgrove's, for the little boy's state could no longer supply his aunt with a pretence for absenting herself; and this was but the beginning of other dinings and other meetings.(…)
    They had no conversation together, no intercourse but what the commonest civility required. Once so much to each other! Now nothing! There had been a time, when of all the large party now filling the drawing-room at Uppercross, they would have found it most difficult to cease to speak to one another. With the exception, perhaps, of Admiral and Mrs Croft, who seemed particularly attached and happy, (Anne could allow no other exceptions even among the married couples), there could have been no two hearts so open, no tastes so similar, no feelings so in unison, no countenances so beloved. Now they were as strangers; nay, worse than strangers, for they could never become acquainted. It was a perpetual estrangement.

    “Gwen, Gwen, er ligt een dode man in het bos!”
    De kreet van haar neefje haalde haar terug naar het hier en nu. Ze zag hoe hij buiten adem kwam aangelopen, met zijn zusje achter hem aan. Gwendolynn zuchtte. Het was niet de eerste keer dat haar neefje dingen zag die er niet waren. Meestal waren het kabouters of trollen of elfjes. Eén keer had hij zelfs beweerd dat hij een draak had gezien. Het jongetje had een grote, levendige fantasie. Een dode man was wel iets nieuws.
    “Simon O’Shea, hoe vaak moet ik je nog zeggen dat je niet zulke dingen mag verzinnen,” zei ze streng.
    “Maar het is echt waar,” verdedigde de jongen zich. “Kom mee!” Hij begon aan haar arm te trekken.
    Gwendolynn besefte dat hij nog nooit zo fanatiek was geweest met zijn verzinsels. Ook Rose stond erbij alsof ze een geest had gezien. Het vijfjarige meisje was helemaal wit weggetrokken en zei helemaal niets, wat niet echt haar gewoonte was. Meestal was ze een nog grotere spraakwaterval dan haar broertje van zeven. Met een zucht legde Gwendolynn haar boek terug in haar tas en stond op.
    “Oké, toon me maar waar je die dode man gezien hebt.”
    Ze volgde haar neefje en nichtje naar de rand van het bos.
    “Oh my God,” zei ze toen ze de man in de doornstruik zag liggen. Hij zat onder het bloed. Gwendolynn wist niet goed wat te doen, maar een zwakke kreun van de man haalde haar uit haar gedachten. Hij was niet dood! Maar hij had wel hulp nodig, en snel.
    “Sy, haal zo snel mogelijk oom Paddy. Zeg dat hij meteen hierheen moet komen en dat er iemand zwaar gewond is.”
    Simon spurtte meteen weg. Gwendolynn keek even zijn rode krullen na en hoopte maar dat haar vader hem wel meteen zou geloven.


    Nederlandse vertaling fragment Persuasion (eigen vertaling):
    Vanaf dit moment waren Captain Wentworth en Anne Elliot herhaaldelijk in dezelfde kring. Al snel dineerden ze in elkaars gezelschap bij Mr. Musgrove, aangezien de gezondheidstoestand van de kleine jongen zijn tante niet langer een excuus kon verstrekken om afwezig te zijn, en dit was enkel het begin van andere diners en andere ontmoetingen.
    Ze hadden geen gesprekken, geen omgang met elkaar behalve wat de gewone beleefdheid vereiste. Eens zo veel voor elkaar! Nu niets! Er was een tijd wanneer van het grote gezelschap dat nu de zitkamer te Uppercross vulde, ze het het moeilijkst zouden gevonden hebben om te stoppen met tegen elkaar te spreken. Met de uitzondering, misschien, van Admiral Croft en Mrs. Croft, die bijzonder gehecht aan elkaar en gelukkig leken, (Anne kon geen andere uitzonderingen maken, zelfs niet onder de getrouwde koppels), konden er geen twee harten zo open, geen smaken zo gelijkend, geen gevoelens zo in harmonie, geen gelaatstrekken zo geliefd geweest zijn. Nu waren ze als vreemdelingen; nee, erger dan vreemdelingen, omdat ze elkaar nooit konden leren kennen. Het was een eeuwige vervreemding.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff vr 30 jan - 15:41

    Hoofdstuk 4

    “Is hij dood?” vroeg Rose met een angstig stemmetje. Het was het eerste dat ze zei sinds ze samen met Simon de onbekende man gevonden had.
    “Nee,” stelde Gwendolynn het meisje gerust. Maar ze besefte wel dat er snel iets moest gebeuren, want de man was duidelijk al veel bloed verloren. Ze trok het sjaaltje dat ze om haar hals droeg, uit en bond het stevig om de diepe wonden in zijn bovenbeen om het bloeden te stelpen. Voor zover ze kon zien was hij verder niet gewond, op de oppervlakkige schrammen die de doornen in zijn huid hadden achtergelaten, na. Zijn been was er echter ernstig aan toe. Ze was dan wel geen dokter, maar aangezien ze pas was afgestudeerd als vroedvrouw, had ze wel enige medische kennis. En zelfs zonder dat zou ze geweten hebben dat zijn dijbeen gebroken was. Het bot zat aan één kant door de huid heen.
    Gwendolynn vroeg zich af wat er met hem gebeurd kon zijn dat hij er zo erg aan toe was. De wonden die hij aan zijn been had, konden niet zijn van gewoon aan een scherpe tak te blijven hangen. Het leek wel alsof hij aangevallen was door iets, maar ze had er geen idee van door wie of door wat. Ze kon niet meteen een dier bedenken dat zulke wonden kon veroorzaken. Even moest ze denken aan de stierengevechten in Spanje, maar dat gebeurde toch niet in Ierland?
    Plots besefte ze dat wat hem ook had aangevallen misschien nog steeds in de buurt was. In paniek keek ze om zich heen, al wist ze niet precies waar ze naar op zoek was. Een woeste, uitgebroken stier misschien? Ze had altijd gehoord dat die op de kleur rood afkwamen en zij hing intussen vol bloed door het been van de onbekende man te verbinden. Opgelucht haalde ze adem toen ze nergens iets van beweging zag, op Rose na die met een stokje tekeningen in de bosgrond maakte.
    Ze bekeek nu voor het eerst het gezicht van de man. Ondanks het feit dat het vertrokken was van pijn, kon ze toch zien dat hij niet veel ouder was dan zij. Ze schatte hem een jaar of vijfentwintig. Dat zou hem drie jaar ouder maken. Er zaten takjes van de doornstruik in zijn warrige bruine haar dat tegen zijn bezwete voorhoofd kleefde. Zijn ogen waren gesloten. Ze wist zeker dat ze hem nog nooit eerder had gezien. Hij woonde zeker niet in het dorp. Ze vroeg zich af wat hij hier in de buurt helemaal alleen kwam doen.
    Een plots gekraak deed haar opschrikken. Was de aanvaller van de vreemdeling dan toch teruggekomen? In paniek keek ze op en zag tot haar grote opluchting dat het Simon was die was teruggekeerd. Mét haar vader en Neil Moran.
    “Wat is er gebeurd?” vroeg haar vader. “Ik hoop dat Simon mijn niks heeft wijsgemaakt, want anders…”
    “Nee nee,” onderbrak Gwendolynn hem snel. “Ik weet niet wat er gebeurd is. Hij moet door iets aangevallen zijn of zo. Zijn been is er erg aan toen en hij heeft al veel bloed verloren. Hij is bewusteloos, maar hij ademt nog.”
    Gwendolynn keek toe hoe haar vader verband bovenhaalde en het been nog eens goed verbond. Haar eigen sjaaltje was al volledig rood gekleurd.
    “Zijn been is gebroken,” stelde hij vast. Gwendolynn knikte. Padraic deed teken naar Neil dat hij de paardendeken die hij bij had op de grond moest openleggen. Samen tilden ze voorzichtig de bewusteloze jongeman uit de struik. Gwendolynn haalde zijn rugzak van zijn rug, zodat de twee mannen hem op de deken konden leggen.
    “We brengen hem naar ons huis,” zei Padraic. “Ik heb de dokter al gewaarschuwd, hij komt ook naar daar.”
    Met de deken als geïmproviseerde draagberrie droegen de twee mannen de derde. Gwendolynn ontfermde zich over de rugzak van de vreemdeling en haalde ook haar eigen tas op van de plaats waar ze had zitten lezen.
    “Kom mee, Simon, Rose, we gaan naar huis,” riep ze haar neefje en nichtje bij zich.
    “Goed gedaan, Sy,” zei ze zachtjes en ze streek even met haar hand door de koperen krullen van de jongen. Ze hoopte maar dat de vreemdeling het zou halen.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff wo 11 feb - 1:15

    Hoofdstuk 5

    Het leek wel alsof hij wekenlang in de woestijn had rondgezworven, zo droog was zijn tong. Waar was hij eigenlijk? Met veel moeite lukte het hem zijn ogen te openen. De hele omgeving draaide, alsof hij een hele fles Oude Klares Jonge Borrel in één keer had leeggedronken. Snel sloot hij zijn ogen terug. Was dat waarom zijn mond zo kurkdroog was? Had hij een kater? Hij kon zich met de beste wil van de wereld niet herinneren wat er gebeurd was, waar hij was, hoe hij er was terechtgekomen. Een kater leek een aannemelijke verklaring, alleen was het niet echt zijn gewoonte om veel alcohol te drinken.
    Hij opende zijn ogen opnieuw. Langzaam stopte de omgeving met draaien en hij staarde naar een plafond met grote houten balken, dat hij nog nooit eerder in zijn leven had gezien. Eén ding wist hij zeker: hij was niet thuis. Hij wilde overeind komen om de rest van de kamer te bekijken. Een hevige pijnscheut ging door zijn linkerbeen en hij kreunde luid. Meteen hoorde hij een stoel verschuiven in de kamer en het gezicht van een jonge vrouw verscheen voor zijn ogen.
    “Eindelijk ben je wakker,” zei ze. “Blijf rustig liggen.”
    Zachtjes maar dwingend duwde ze hem terug in de kussens. Hij wilde haar wel duizend-en-één vragen stellen –wie zij was, waar hij was, wat er met hem gebeurd was en nog veel meer- maar hij kon geen woord uitbrengen. Zijn stem leek vast te zitten in zijn keel. De huid van zijn armen schrijnde en zijn linkerbeen deed ongelooflijk veel pijn. Hij had nooit gedacht dat het mogelijk was om zoveel pijn te hebben. Bovendien had hij het gevoel dat zelfs als zijn been geen pijn had gedaan, hij het toch nog steeds totaal niet had kunnen bewegen. Het leek wel Versteend of zo.
    Zijn brein deed verwoede pogingen om alle indrukken die hij te verwerken kreeg op een rijtje te zetten, maar slaagde er niet in om een logische verklaring te bedenken. Een vreselijke kater bleef het enige wat hij kon bedenken, maar hoeveel moest hij wel niet gedronken hebben om wakker te worden bij een vreemde vrouw, terwijl zijn been Versteend was of wat er dan ook mee aan de hand was?
    Hij klakte met zijn tong in een poging om zijn mond wat minder droog te maken. De vrouw had het gezien.
    “Heb je dorst?” vroeg ze bezorgd. Hij knikte. Ze nam een glas water van een tafeltje naast zijn bed en bracht het naar zijn lippen. Hij wilde het glas zelf vasthouden –ze moest niet denken dat hij een klein kind was dat niet zelf kon drinken- maar zijn armen wogen als lood en hij liet haar maar doen. Het frisse water op zijn uitgedroogde tong en lippen deed deugd. Hij had het gevoel dat hij wel het hele meer van Zweinstein zou kunnen leegdrinken, maar meer dan een paar slokjes gunde ze hem niet.
    “Niet teveel in één keer,” zei ze. “Slaap nog maar wat, dat zal je goed doen.”
    Hij voelde nu pas hoe erg de kleine inspanning hem uitgeput had en vermoeid liet hij zich wat dieper in de kussens zakken. Even later sliep hij weer. Hij hoorde al niet meer hoe de jonge vrouw de kamer uitging en de deur zachtjes achter haar sloot.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff vr 20 feb - 0:23

    Hoofdstuk 6

    “Hij is wakker,” zei Gwendolynn tegen haar moeder die aan het koken was. “Nou ja, hij slaapt al weer ondertussen.”
    Ze nam een appel uit de fruitschaal die op de keukentafel stond en liet zich op een stoel neerzakken.
    “Gelukkig maar,” zei Fiona opgelucht. “Weet je al wie hij is?”
    Gwendolynn schudde haar hoofd. “Hij heeft nog niks gezegd. Enkel wat gedronken. Ik heb hem niets gevraagd ook, hij keek nogal verdwaasd uit zijn ogen. Ik had de indruk dat hij er geen flauw idee van had wat er gebeurde.”
    Fiona glimlachte. “Hoe zou je zelf kijken, denk je?”
    Gwendolynn haalde haar schouders op.
    “Waar zijn Simon en Rose eigenlijk?” vroeg ze toen ze besefte waarom het zo rustig was in huis.
    “Buiten, denk ik,” antwoordde haar moeder. “David houdt ze bezig. Behoorlijk tegen zijn zin, vrees ik.”
    Gwendolynn stond op en ging naar buiten.
    “Zeg maar meteen tegen iedereen dat het eten klaar is,” riep Fiona haar na.

    Simon en Rose had ze al snel gevonden. Daarvoor moest ze alleen maar op het geluid van lachende kinderstemmen afgaan. Ze waren met een bal aan het spelen op het gras achter het huis. Haar broer zag ze nergens.
    “Waar is David?” vroeg ze.
    Tegelijk wezen de jongen en het meisje in de richting van het bos. Daar zat haar broer tegen een boom gitaar te spelen.
    “David, eten!” riep ze. Haar broer keek niet op. Ze zuchtte.
    “Gaan jullie hem zeggen dat het eten klaar is? En nadien ook komen eten, hé.”
    Simon en Rose waren al onderweg.

    Gwendolynn liep verder in de richting van de stallen, waar ze zoals verwacht haar vader en Neil aantrof.
    Dad, het eten is klaar.”
    Haar vader keek op van het paard dat hij aan het borstelen was.
    “Oké, we komen er zo aan,” zei hij.
    Gwendolynn draaide zich om naar Neil. “Blijf jij ook eten?” vroeg ze verrast.
    De jongeman knikte. “Fiona’s balletjes in tomatensaus wil ik voor geen geld missen. Of heb jij daar iets op tegen, misschien?” Hij keek haar doordringend aan met zijn lichtgrijze ogen, die zo erg in contrast waren met zijn zwarte haar. Zijn blik bracht haar in de war. Ze schudde haar hoofd.
    “Nee, natuurlijk niet.”
    Ze draaide zich om en gaf het klokhuis van haar appel aan een bruine merrie met een witte bles.
    “Hoe gaat het met onze gast?” vroeg Padraic.
    “Hij is daarnet even wakker geweest.”
    “Dat is goed. Hij komt er wel door.”
    Gwendolynn knikte en streelde afwezig de merrie. Ze had de hele nacht naast het bed van de vreemdeling gezeten, af en toe indommelend, voor als hij wakker zou worden en nu hij wakker geweest was, voelde ze de vermoeidheid toeslaan. Ze hoopte maar dat haar vader gelijk zou hebben en dat het niet voor niets zou zijn geweest.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff do 26 feb - 17:52

    Hoofdstuk 7

    Toen hij zijn ogen opende, keek hij recht in twee paar guitige oogjes die hem met een nieuwsgierige blik aankeken. Het groene paar hoorde bij een jongetje met koperrode krullen, het grijsblauwe paar was van een meisje met blonde vlechtjes. Ondanks het feit dat de kleur van hun haar en hun ogen zo verschillend was, dacht hij toch dat ze broer en zus waren, of in elk geval familie van elkaar. Ze hadden namelijk identiek dezelfde neus.
    “Hij is wakker,” zei het meisje, de jongste van de twee. “Ik ga het tegen Gwen zeggen.”
    Ze liep in de richting van de deur, maar het jongetje hield haar tegen.
    “Ík ga het tegen Gwen zeggen,” zei hij. “Ze had het aan míj gevraagd.”
    “Jij wil altijd alles doen,” zei het meisje boos en ze gaf het jongetje een duw.
    “Dat is omdat ik groter ben dan jij.”
    “Nietes!” riep het meisje.
    “Welles,” zei het jongetje.
    Al bekvechtend liepen ze de deur uit, op zoek naar de persoon die Gwen heette. Hij hoefde niet lang te wachten om te weten wie Gwen was. Gwen bleek de jonge vrouw te zijn die hem eerder wat te drinken had gegeven. Ze kwam de kamer binnen met het blonde meisje, dat ondertussen in huilen was uitgebarsten, op haar arm en het rosse jongetje achter zich aan.
    “Goeieavond,” zei ze. “Sorry, maar ik moet even deze twee hier in bed zien te krijgen. Als ze beginnen ruzie te maken, wil dat zeggen dat ze moe zijn. Ik ben zo terug.”
    Voor hij nog maar kon knikken, was ze alweer verdwenen en was hij weer alleen in de kamer.
    Mum!” hoorde hij haar nog roepen. Er werd nog meer gezegd, maar hij kon niet verstaan wat. Even later kwam ze opnieuw binnen.
    “Ik heb het werk uitbesteed,” glimlachte ze. Ze ging op de stoel naast het bed zitten en trok haar benen op. Ze keek hem aan en leek te verwachten dat hij iets zou zeggen, maar hij had geen idee wat hij kon zeggen. Hij had ook nog steeds geen idee over waar hij was en wat er gebeurd was. Plots leek ze iets te beseffen.
    “Oh, sorry, ik heb me nog niet eens voorgesteld,” zei ze. “Ik ben Gwendolynn O’Tara en je bent bij mij thuis.”
    Oké, dat was al één raadsel dat opgelost was. Hij was bij Gwendolynn thuis. Waar dat ook mocht zijn.
    Hij besefte dat hij nog geen woord gezegd had en dat het misschien het goede moment daarvoor was als hij niet wilde dat Gwendolynn zou gaan denken dat hij helemaal niet kon praten.
    “Eh… aangenaam,” zei hij en hij schrok van hoe schor zijn stem klonk. “Mijn naam is Matthew. Matthew Darcy.”
    “Darcy?” vroeg Gwendolynn verrast. “Zoals Mr. Darcy in Pride and Prejudice?”
    Matthew keek haar niet-begrijpend aan. Hij kende helemaal geen Mr. Darcy, op hijzelf en zijn vader na dan, en hij had er al helemaal geen idee van wat Pride and Prejudice was.
    “Ken je dat boek niet?” vroeg Gwendolynn en ze klonk nog verbaasder dan toen ze hoorde dat zijn familienaam Darcy was.
    Hij schudde zijn hoofd. Pride and Prejudice was blijkbaar een boek dat heel populair was bij Dreuzels. Hij kon zich niet herinneren dat hij ooit een Dreuzelboek had gelezen.
    “Wat is er eigenlijk met me gebeurd?” vroeg hij, voor ze zou vragen welke boeken hij dan wel gelezen had.
    “Dat wilde ik eigenlijk aan jou vragen. We vonden je zwaargewond in het bos en we hebben je hierheen gebracht en er een dokter bijgehaald, maar ik zou eigenlijk graag willen weten hoe je gewond bent geraakt. Je dijbeen is gebroken en je had een aantal diepe wonden aan je bovenbeen die gehecht moesten worden. Normaal mogen de draadjes er volgende week uit.”
    “Draadjes?!?” vroeg Matthew verschrikt.
    Gwendolynn keek hem alweer verbaasd aan. “Ja, de draadjes van de hechtingen.”
    Matthew kreeg een angstaanjagend beeld in zijn hoofd van wat Dreuzeldokters met hun patiënten deden. Hij werd bang dat hij door zijn domme vragen zichzelf zou verraden, maar hij moest het weten.
    “Bedoel… bedoel je dat mijn been is… dichtgenaaid?”
    “Ja natuurlijk,” zei Gwendolynn, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was. “Hoe wil je er anders voor zorgen dat je huid terug aan elkaar groeit?”
    Matthew besefte dat hij op deze vraag maar beter geen antwoord kon geven. Hij haalde zijn schouders op.
    “Heb je nog nooit eerder hechtingen gehad?”
    Hij schudde naar waarheid zijn hoofd. Hij was ook nog nooit bij een Dreuzeldokter geweest.
    “Ik wel,” zei Gwendolynn en ze toonde hem een litteken net boven haar rechter wenkbrauw. “Tegen de hoek van de tafel gelopen toen ik klein was,” zei ze glimlachend. “Moest ook gehecht worden.”
    Het stelde Matthew enigszins gerust dat hij blijkbaar niet de enige was die ‘gehecht’ was geweest, al beviel het idee hem nog steeds niet echt. Hij was veel liever door een Heler verzorgd geweest, dan liep hij nu alweer rond.
    Hij besefte nu ook dat zijn been helemaal niet Versteend was, maar ingepakt zat in één of ander hard spul. Hij hoopte maar dat die Dreuzelarts wist wat hij deed, want hij durfde niet te vragen wat dat spul voor iets was en of zijn been daar ooit nog uit zou kunnen.
    “Hoe ben je eigenlijk gewond geraakt?” vroeg de jonge vrouw. “Ben je aangevallen?”
    Toen ze dat zei, herinnerde hij zich plotseling alles weer. De herberg, zijn opdracht, de draak. Hij vroeg zich af hoeveel hij aan Gwendolynn kon vertellen. Ze had wel recht op iets van uitleg, ze had tenslotte zijn leven gered, maar hij had ook geen zin om achteraf haar geheugen te moeten modificeren.
    “Ja, ik ben aangevallen,” zei hij.
    “Door wat?” vroeg ze nieuwsgierig.
    “Ik weet het niet,” loog hij. “Het ging zo snel. Ik besefte echt niet wat er gebeurde.”
    Gwendolynn leek teleurgesteld, maar ze vroeg niet verder. Blijkbaar geloofde ze hem. Hopelijk bleef dat zo.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff do 5 maa - 14:52

    Hoofdstuk 8

    “Ben ik nog steeds in Kinsale?” vroeg de vreemdeling die nu een naam had gekregen.
    En wat voor een naam!
    Gwendolynn knikte. “Ja. Nou ja, we wonen een eindje buiten het dorp.”
    Matthew knikte begrijpend. Hij reikte naar het glas water op het nachttafeltje. Gwendolynn schoot meteen overeind om hem te helpen, maar hij weigerde haar hulp.
    “Het gaat wel,” zei hij.
    Ze keek toe hoe hij met een trillende hand het glas naar zijn mond bracht, met veel moeite een paar slokken nam en het glas toen terug zette. Ze ging terug zitten en er viel een stilte tussen hen.
    “Wat doet een Brit als jij eigenlijk in Ierland?” vroeg Gwendolynn uiteindelijk om de stilte te verbreken.
    “Hoe weet je dat ik een Brit ben?” vroeg Matthew achterdochtig.
    Gwendolynn glimlachte. Ze had het dus juist gehoord. “Zelfs de nieuwslezers van het BBC-nieuws kunnen amper tippen aan jouw Brits accent,” grijnsde ze.
    De uitdrukking op zijn gezicht deed haar even vrezen dat hij zou vragen wat het BBC-nieuws was, maar toen glimlachte hij ook.
    “Jouw Iers accent mag er anders ook best zijn, hoor,” zei hij.
    “Dat zal ik maar als een compliment opvatten, zeker?”
    Hij haalde zijn schouders op en zweeg. Gwendolynn besefte dat hij handig haar vraag ontweken had en dat ze nog steeds niet wist wat hij in Ierland kwam doen, maar het was dan ook een vrij persoonlijke vraag geweest.
    Opnieuw stilte. Haar gast was blijkbaar niet het meest spraakzame type. Of misschien voelde hij zich gewoon nog niet goed genoeg om veel te praten. Hij staarde nadenkend naar het houten plafond. Gwendolynn wilde dat ze in zijn hoofd kon binnenkijken om te zien wat er in hem omging. Plots leek hij zich iets te herinneren.
    “Wat is er met mijn tas gebeurd?” vroeg hij.
    “Die heb ik meegebracht,” zei ze. Ze stond op en haalde de donkerblauwe rugzak van achter het bed tevoorschijn. Matthew stak zijn hand uit en ze gaf hem de rugzak.
    “Heb je erin gekeken?” vroeg hij. Ze schudde haar hoofd. Hij leek opgelucht te zijn door dat antwoord en ze vroeg zich af wat hij te verbergen kon hebben in zijn tas.
    Ach, misschien heeft hij ook gewoon niet graag dat er iemand in zijn spullen zit te snuffelen, bedacht ze. Dat zou heel begrijpelijk zijn.
    Toch had ze het gevoel dat er iets vreemds met hem aan de hand was. Alleen had ze er geen idee van wat. Ze probeerde het gevoel van zich af te schudden. Hij was waarschijnlijk gewoon nog een beetje in de war door wat er gebeurd was. Dat moest het zijn. Ze werd uit haar gedachten opgeschrikt toen er op de deur van de kamer werd geklopt. Haar moeder kwam binnen.
    “Ik kwam even vragen of je toevallig honger had,” zei ze tegen Matthew. “Dan warm ik wel wat op.”
    “Nee, dank u, mevrouw,” zei Matthew beleefd. “Dat is heel vriendelijk, maar het is niet nodig.”
    “Zeker?” vroeg Fiona. “Het is echt geen moeite, hoor. Ik ben trouwens Fiona, Gwens moeder.”
    “Aangenaam, ik ben Matthew.”
    “Simon en Rose liggen in bed, maar ze wilden nog een nachtzoen van jou,” zei ze tegen Gwendolynn voor ze de kamer weer uitging.
    Gwendolynn stond op. “Heb jij nog iets nodig voor ik ga slapen?” vroeg ze aan Matthew. “Ook een nachtzoen, misschien?” grapte ze.
    “Nee, laat maar,” zei Matthew en het klonk nogal geïrriteerd.
    “Ow, sorry hoor, het was maar een grapje,” zei ze voor ze ook de kamer uitging.
    Norse vent, dacht ze bij zichzelf. Als hij al niet tegen een grapje kan… De naam Darcy waardig dan.
    Ze had altijd al een groter zwak gehad voor Captain Wentworth.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff ma 9 maa - 0:25

    Hoofdstuk 9

    Tik tik. Tik tik tik.
    Een irritant getik maakte Matthew wakker. Geërgerd trok hij zijn ogen open. Even vroeg hij zich af waar hij was, maar al snel herinnerde hij zich alles weer. Hij zag nu ook waar het getik vandaan kwam. Een grote kerkuil zat op de vensterbank en tikte op het raam om binnengelaten te worden. Het moest ongelooflijk vroeg zijn, de zon was nog maar pas op.
    “Rodney!” riep Matthew blij, toen hij de uil herkende. “Wacht even.”
    Hij probeerde ze voorzichtig mogelijk overeind te komen zonder zijn been te bewegen. Hij slaagde er net in om ver genoeg te reiken om het raam te openen. De uil kwam de kamer binnen en ging op het harde spul rond zijn gewonde been zitten. Door het gewicht van de uil ging er een nieuwe pijnscheut door zijn been. Hij moest alle moeite van de wereld doen om het niet uit te schreeuwen. Rodney leek het te merken en vloog naar de stoel naast het bed. Matthew liet zich achterover in de kussens zakken en beet op zijn lip tot de pijn weer wat afnam. Toen rekte hij zich om de brief rond de poot van de uil los te maken.
    “Hoe gaat het met Jimmy?” vroeg hij terwijl hij de brief openvouwde. Hij herkende het handschrift van zijn beste vriend meteen.
    Hey Matt,
    Het is alweer een tijdje geleden dat ik nog iets van je gehoord heb. Leef je nog? Of ben je opgegeten door een draak?
    Met mij gaat alles goed. Normaal gezien ontvang ik over een paar weken mijn Heler-diploma. Wat denk je, zal ik mij verder specialiseren in Schepselletsels, voor als jij je echt eens half laat oppeuzelen door één van die troeteldiertjes van jou?
    We moeten deze zomer echt nog eens samen iets doen. Het is al veel te lang geleden dat we elkaar nog gezien hebben. Stuur maar een antwoord terug met Rodney, ik heb hem toch niet meteen nodig.
    Vele groetjes,
    Jimmy

    Matthew moest lachen om de brief van James. Hij moest eens weten hoe dicht hij in de buurt van de werkelijkheid zat wanneer hij vroeg of hij opgegeten was door een draak. De brief kwam wel als geroepen. Hij had zich al liggen afvragen hoe hij aan zijn baas moest laten weten wat er gebeurd was, maar nu zou Rodney de brief kunnen bezorgen. James zou het vast niet erg vinden.
    Hij trok de rugzak die Gwendolynn naast zijn bed had gezet naar hem toe en haalde er een stuk perkament, een veer en een potje inkt uit. Gelukkig had Gwendolynn niet in de rugzak gekeken. Niet dat er iets inzat dat ze niet mocht zien, het was alleen hoevéél er in zat dat nogal wat vervelende vragen zou kunnen oproepen. Hij had de rugzak magisch vergroot en er zat veel meer in dan je in een normale rugzak kwijt kon.
    Hij begon met de brief naar zijn baas, waarin hij kort uitlegde dat er een Hongaarse Hoornstaart rondliep en –vloog en dat hij was aangevallen en daardoor voor een tijdje niet zou kunnen werken. Hij vroeg ook om op de hoogte gehouden te worden van wat er met de draak gebeurde en sloot toen zijn brief af. De brief naar James werd een stuk langer.
    Hi Jimmy,
    Ik was ongelooflijk blij om je brief te krijgen deze ochtend. Als eerste zou ik je willen vragen om Rodney de brief die ik hierbij stop te laten bezorgen. Het is nogal belangrijk.
    Verder ga je nooit geloven wat er de voorbije dagen met mij gebeurd is…

    Hij vertelde James het hele verhaal en probeerde zich het gezicht van zijn vriend voor te stellen wanneer hij de brief zou lezen. Hij vouwde net de brief dicht toen er op de deur werd geklopt.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff vr 20 maa - 15:11

    Hoofdstuk 10

    Gwendolynn schrok zich een hoedje toen ze de kamer binnenkwam en een uil op de rugleuning van de stoel zag zitten. Ze liet nog net niet het dienblad met Matthews ontbijt op de grond vallen. Hoe kwam dat beest in godsnaam binnen? Snel zetten ze de schaal op het tafeltje.
    “Eh, goeiemorgen,” zei ze verward tegen Matthew, die de aanwezigheid van de uil zo te zien de gewoonste zaak van de wereld vond.
    “Goeiemorgen,” zei hij goedgeluimd, terwijl hij met een veer een naam op een brief schreef. Het papier waarop hij schreef had een vreemde gelige kleur en leek ook te dik te zijn om gewoon papier te zijn. Als ze niet beter wist, zou ze zeggen dat het perkament was. Maar dat was natuurlijk onzin. Alhoewel, hij schreef ook met een véér…
    Blijkbaar zag Matthew hoe ze verbouwereerd naar de uil staarde, want hij zei: “Ow ja, Gwendolynn, dit is Rodney, de uil van mijn beste vriend James. Rodney, dit is Gwendolynn.”
    De kerkuil oehoe’de even, alsof hij haar begroette. Gwendolynn wist niet goed wat ze moest doen. Verwachtte hij nu van haar dat ze Rodney ook zou begroeten?
    “Ehm, hi Rodney,” zei ze een beetje ongemakkelijk. “Eh Matthew, ik heb je ontbijt gebracht.”
    “Oh, dank je,” zei de jongeman, zonder op te kijken van waar hij mee bezig was. Hij schroefde het dekseltje op een potje inkt en stopte de inkt, de veer en de rest van het perkament in de rugzak.
    “Sorry, maar deze brief moet even weg. Het is nogal belangrijk,” verontschuldigde hij zich toen hij merkte dat ze stond te wachten om hem zijn ontbijt te geven. Hij wenkte de uil met zijn hand en tot haar grote verbazing ging de uil bij hem zitten en stak hij zijn poot uit. Matthew wilde de brief aan de poot van de uil binden, maar hij glipte uit zijn vingers en viel op de grond, waar hij er niet bij kon. Gwendolynn raapte hem op en keek even onbewust naar de naam die erop stond. James Knightley, las ze.
    “Jij kent iemand die Knightley heet?” vroeg ze verbaasd.
    Matthew knikte. “Ja, James is mijn beste vriend. Waarom?”
    “Je kent toevallig toch niemand die Wentworth heet?”
    Hij leek even na te denken. “Nee,” zei hij toen, “niet dat ik weet.”
    Het was duidelijk dat hij er totaal geen idee van had waarom ze dit vroeg. Het verbaasde haar nog steeds dat hij blijkbaar Jane Austens boeken helemaal niet kende. Ze had altijd gedacht dat iedereen die wel kende. Het waren geweldige boeken en hij had er gewoon nog nooit van gehoord.
    “Ach, wel, het is eigenlijk niet zo belangrijk, hoor. De schrijfster van Pride and Prejudice, je weet wel, waar ik het gisteren over had omdat er een Mr. Darcy in voorkomt… Wel, Mr. Knightley is een personage in één van haar andere boeken. En Captain Wentworth in nog een ander.”
    Ondertussen had Matthew de brief aan de poot van de uil gebonden en was die vertrokken. Gwendolynn zette het dienblad met het ontbijt op Matthews bed.
    “Dank je,” zei hij.
    “Verstuur jij altijd je brieven met een uil?” vroeg ze.
    “Ja,” zei Matthew met zijn mond vol ei-met-spek. “Jij niet dan?”
    De vanzelfsprekendheid waarmee hij dat zei bracht Gwendolynn even van haar stuk.
    “Eh, nee, nooit,” zei ze.
    Matthew keek op van zijn ontbijt en ze bemerkte een vreemde blik in zijn ogen. Het leek alsof hij zich op iets betrapt voelde, alsof hij besefte dat hij een vergissing gemaakt had. Er was absoluut iets vreemds aan Matthew, daar was ze nu wel zeker van, maar ze kon niet bedenken was. Ach, misschien was hij gewoon wat excentriek. Uiteindelijk was er niets verkeerds aan het versturen van post met uilen. Het was alleen… raar. Niet… gevaarlijk of zo. De brief die hij gekregen had, leek hem in elk geval opgevrolijkt te hebben, dus dat was positief.
    “Eh, ik heb nog wat werk te doen,” zei ze. “Ik kom je ontbijtspullen straks wel ophalen.”
    Hij knikte en ze verliet de kamer, niet wetend wat ze van hem moest denken.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff wo 25 maa - 0:47

    Hoofdstuk 11

    “Shit shit shit!”
    Matthew vervloekte zichzelf om zijn stommiteit. Hij had kunnen weten dat Dreuzels geen brieven per uil verstuurden. Hij had de wantrouwige blik in Gwendolynns ogen gezien en hij wist dat hij in het vervolg echt zou moeten opletten met wat hij zei. Anders zou hij zwaar in de problemen komen.
    Hij vroeg zich af of hij niet beter al zijn spullen bijeen zou pakken, Verdwijnselen en zich door James laten oplappen. Verdwijnselen met zijn gewonde been leek hem niet echt eenvoudig, en vooral niet pijnloos, maar het moest wel te doen zijn.
    Toch was er iets dat hem daar hield, bij de O’Tara’s, als de eerste de beste hulpeloze Dreuzel. Hij wist niet goed wat het was. Het zou in elk geval behoorlijk ondankbaar zijn om zomaar te vertrekken, terwijl ze zoveel moeite voor hem hadden gedaan. Hij zou sowieso hun geheugen moeten modificeren en daar hield hij niet zo van. Hij overwoog een tijdje de voor- en nadelen van een eventueel vertrek en besloot uiteindelijk maar om te blijven waar hij was. Hij had in ieder geval niet te klagen over hoe er voor hem gezorgd werd; het ontbijt dat Gwendolynn hem gebracht had, smaakte geweldig goed. Des te meer aangezien hij de dag ervoor helemaal niets gegeten had.
    Hij glimlachte toen hij zag dat ze een boek op het dienblad had gelegd. Pride and Prejudice las hij. Het was duidelijk dat het boek al vaak gelezen was. De vergeelde bladen begonnen op sommige plaatsen los te komen en hier en daar waren scheuren hersteld met plakband.
    Toen hij klaar was met eten zette hij voorzichtig het dienblad terug op het tafeltje en opende het boek. Hij was niet zo’n lezer, maar het zag er naar uit dat hij de komende dagen toch niet veel anders te doen zou hebben.

    It is a truth universally acknowledged, that a single man in possession of a large fortune must be in want of a wife.
    ***
    "She is tolerable, but not handsome enough to tempt ME; I am in no humour at present to give consequence to young ladies who are slighted by other men.”
    ***
    Occupied in observing Mr. Bingley's attentions to her sister, Elizabeth was far from suspecting that she was herself becoming an object of some interest in the eyes of his friend.
    ***
    "In vain I have struggled. It will not do. My feelings will not be repressed. You must allow me to tell you how ardently I admire and love you."
    ***
    "You are mistaken, Mr. Darcy, if you suppose that the mode of your declaration affected me in any other way, than as it spared the concern which I might have felt in refusing you, had you behaved in a more gentlemanlike manner."
    She saw him start at this, but he said nothing, and she continued: "You could not have made the offer of your hand in any possible way that would have tempted me to accept it."

    ***
    Never had she so honestly felt that she could have loved him, as now, when all love must be vain.
    ***
    "You are too generous to trifle with me. If your feelings are still what they were last April, tell me so at once. My affections and wishes are unchanged, but one word from you will silence me on this subject for ever."

    De dagen gingen traag vooruit voor Matthew. Hij at, las, sliep en af en toe kwam er eens iemand van de O’Tara’s een babbeltje met hem slaan. Zo leerde hij langzaamaan iedereen van het gezin kennen.
    Gwendolynns vader, een man van bijna vijftig, heette Padraic, maar stond erop om Paddy genoemd te worden. Hij had vriendelijke grijze ogen en rossig haar, dat hier en daar een beetje grijzig werd. Fiona, Gwendolynns moeder, was net als Gwendolynn blond en ze hadden dezelfde grijsblauwe ogen. Net als het kleine meisje met de vlechtjes, dat een nichtje van Gwendolynn bleek te zijn. Rose’ vader was een broer van Fiona. De jongen met de rode krullen heette Simon en was inderdaad het broertje van Rose. Hun ouders waren op vakantie, daarom verbleven ze bij de O’Tara’s. Gwendolynn had ook nog twee jongere broers. David was vijftien en hield zich zowat de hele dag bezig met gitaarspelen. Hij had het rossige haar van zijn vader, maar had als enige van het gezin groenbruine ogen. Gwendolynn zei dat hij die van één of andere oudoom had. De jongste broer heette Brandon en was dertien. Hij was blond en had Paddy’s grijze ogen, maar Matthew kreeg hem niet vaak te zien omdat hij vaak bij vrienden in het dorp was. Gwendolynn werd –zo kwam hij ook te weten- bijna tweeëntwintig. Dat maakte haar twee jaar jonger dan hij, want hij was net vierentwintig geworden.
    “En die zwartharige man die hier vaak rondloopt, is dat ook familie?” had hij aan Gwendolynn gevraagd.
    “Neil bedoel je? Nee, dat is geen familie,” had ze geantwoord. “Hij woont in het dorp en werkt voor mijn vader.”
    Gwendolynn was de persoon die het meest bij hem was. Soms praatten ze wat, vaak zaten ze ook allebei te lezen.
    Het kostte Matthew een hoop moeite en geduld om gewoon in bed te blijven liggen zoals de dokter het had voorgeschreven. Het maakte dat hij soms behoorlijk sikkeneurig was. Gelukkig was er James om hem op te beuren met een brief.
    Matty toch,
    Kan ik je dan geen minuut alleen laten zonder dat je je in de nesten werkt? Ik heb je nog zo gewaarschuwd dat draken geen speelgoed zijn, maar je wilde weer niet luisteren naar de wijze raad van ome James.
    Is die Gwendolynn een beetje knap? Dan kan ik me misschien ook komen laten aanvallen, wat denk je?
    Ik heb trouwens wat navraag gedaan. Hechten is inderdaad iets wat Dreuzeldokters vaak doen en blijkbaar loopt dat gewoonlijk goed af. Dat harde spul rond je been zou gisp moeten zijn, iets wat Dreuzeldokters gebruiken om gebroken botten te spalken zodat ze op de juiste plaats blijven zitten en terug aan elkaar kunnen groeien. Behoorlijk primitief, lijkt me, maar ja… Als je weer thuis bent, moet je mij er maar alles over vertellen.
    Hou je sterk,
    Jimmy

    De dag nadien kwam er ook een brief van zijn baas op het ministerie.
    Beste Matthew,
    Ik vond het erg om te horen wat er met je gebeurd is. Je informatie is echter erg nuttig geweest. De draak zal geen verdere schade meer aanrichten. We zijn er gisteren in geslaagd om haar gevangen te nemen, zonder dat de Ieren iets te weten zijn gekomen.
    Veel beterschap toegewenst,
    R. P. Jones

    De brief was een hele opluchting voor Matthew. Hij had zich al zitten afvragen of hij Gwendolynn en haar familie niet moest waarschuwen, maar daar moest hij nu niet meer over piekeren. Het gevaar was geweken.
    Wacht even! Háár gevangengenomen?
    Hij zou gezworen hebben dat de draak die hem aangevallen had een hij was geweest, maar blijkbaar had hij zich vergist. Zo veel ervaring had hij nu ook weer niet en alles was ook behoorlijk snel gegaan. Hij had zich gewoon vergist, dat was alles. Hij kon zich maar beter om andere dingen zorgen maken. Bijvoorbeeld om het feit dat de volgende dag de dokter zou langskomen om de draadjes eruit te halen…


    Vertaling van de Engelse stukjes (uit de Nederlandse vertaling van het boek door Elke Meiborg):
    Het is een algemeen aanvaarde waarheid dat een alleenstaand man met een flink vermogen een vrouw nodig heeft.
    ***
    "Ze kan ermee door, maar is niet mooi genoeg om mij in verleiding te brengen en momenteel ben ik niet in de stemming om me uit te sloven voor dames die door andere heren worden overgeslagen."
    ***
    In haar ijver om meneer Bingley's gedrag tegenover haar zuster te observeren, vermoedde Elizabeth geen ogenblik dat zijzelf de belangstelling van zijn vriend begon te wekken.
    ***
    "Ik heb vergeefs gevochten. Het lukt niet. Mijn gevoelens laten zich niet onderdrukken. Staat u me toe te zeggen hoe hartstochtelijk ik u aanbid en liefheb."
    ***
    "U hebt het mis, meneer Darcy, als u denkt dat de formulering van uw aanzoek bij mij méér teweeg heeft gebracht dan dat ze me het medeleven bespaarde dat ik gevoeld zou hebben als u zich meer als een heer had gedragen."
    Ze zag hem schrikken van deze woorden, maar hij zei niets en ze vervolgde:
    "U had me uw hand nooit op dusdanige wijze kunnen aanbieden dat ik in de verleiding was gekomen hem te accepteren."

    ***
    Nooit had ze zich zo sterk gerealiseerd dat ze van hem had kunnen houden als nu, nu alle liefde wel zinloos moest zijn.
    ***
    "U bent te goed om met mijn hart te spelen. Als uw gevoelens nog steeds zijn wat ze vorig jaar in april waren, zeg het me dan nu direct. Mijn genegenheid en verlangens zijn onveranderd, maar één woord van u is voldoende om mij voorgoed over dit onderwerp te doen zwijgen.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff di 31 maa - 18:29

    Hoofdstuk 12

    Het was intussen al de twaalfde dag dat Matthew bij hen verbleef, bedacht Gwendolynn. Of nog maar de twaalfde dag, want ze had soms het gevoel dat hij er altijd al geweest was. Ondanks het feit dat hij soms rare dingen zei of deed en dat ze nog steeds niet wist wat ze over hem moest denken, voelde hij toch vertrouwd aan. Aan het feit dat hij post per uil ontving was ze ondertussen gewend geraakt en hij begon zich steeds ‘gewoner’ te gedragen. Toen ze maandag bij de dokter waren, had ze wel nog om hem moeten lachen toen hij had gevraagd wanneer het gisp er af mocht, maar dat was waarschijnlijk gewoon een verspreking geweest. Het had haar aan Rose doen denken, die het steeds over wepsen had. Verder was het bezoek van de arts goed verlopen. De draadjes van de hechtingen waren eruit en Matthew had een nieuw gipsverband gekregen, waardoor hij niet meer de hele tijd in bed moest blijven liggen. Dat had een gunstige invloed op zijn humeur. De chagrijnige buien die hij daarvoor vaak had, verminderden sterk en af en toe was hij zelfs vrolijk te noemen. Behalve een paar littekens zou hij niets aan zijn avontuur in Ierland –wat hij dan ook had meegemaakt- overhouden.
    Gwendolynn spoorde haar paard aan tot galop voor het laatste stukje naar de stallen. Ze ging wel vaker ’s avonds een eindje rijden. Ze hield ervan om van op haar paard de stralen van de ondergaande zon op de huid van haar gezicht te voelen en om te zien hoe de zon het landschap een gouden gloed gaf. En nu het zo mooi weer was, had ze absoluut niet aan de verleiding kunnen weerstaan om te gaan rijden.
    Toen ze terug bij de stallen kwam, steeg ze af en was stomverbaasd om plots oog in oog met Neil te staan. Ze had verwacht dat hij al naar huis zou zijn, zijn werk zat er al lang op. Zijn lichtgrijze ogen keken haar doordringend aan en ze had zoals vaak bij hem het gevoel dat hij dwars door haar heen kon kijken.
    “Hey Gwen,” zei hij terwijl hij de teugels van haar paard overnam, zonder haar blik los te laten. “Ik vroeg me af of… of je zin hebt om morgen met mij naar de film te gaan.”
    Ze was zo verrast door zijn plotse voorstel dat ze meteen ja zei, zonder er zelfs maar over na te denken of ze niet al iets anders te doen had. Neil leek zelf ook enigszins verbaasd te zijn door haar antwoord.
    “Oké, dan kom ik je morgen ophalen.”
    Gwendolynn keek hem na terwijl hij van haar wegliep en vroeg zich af of hij daar speciaal op haar had staan wachten. Ze voelde zich wel gevleid door het feit dat hij haar mee uit vroeg, al had ze het niet echt verwacht. Ze vroeg zich af of hij wat voor haar zou voelen. En tegelijk vroeg ze zich af wat zijzelf eigenlijk voor hem voelde. Ze had hem altijd wel al sympathiek gevonden, als een vriend, en ze moest toegeven dat hij haar altijd al een beetje geïntrigeerd had. Zijn ogen gaven hem iets mysterieus, vond ze.
    Ach, misschien had hij wel gewoon zin om naar de film te gaan, maar wou hij niet alleen gaan en was dat de enige reden dat hij haar gevraagd had.
    Let his behaviour be the guide of your sensations,” zei ze tegen zichzelf, gebruik makend van de woorden van Emma in het boek van Jane Austen. Ze zou morgen wel zien…
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff vr 3 apr - 16:23

    Hoofdstuk 13

    Dad, ik ben weg, hé,” zei Gwendolynn toen ze de woonkamer binnenstapte. “Je hoeft niet op te blijven, ik weet niet wanneer ik ga terug zijn.”
    “Huh, waar ga je heen, dan?” vroeg Paddy met een knipoog naar Matthew om aan te geven dat hij eigenlijk wel wist dat ze weg ging, maar haar gewoon een beetje wilde plagen.
    Matthew plaatste onoplettend een pion naar voren. Hij moest moeite doen om niet met opengevallen mond naar Gwendolynn te staren en richtte zijn blik daarom maar op het schaakbord voor hem, zonder eigenlijk iets te zien. Ze zag er geweldig uit. Haar lange blonde haren, die ze meestal in een vlecht droeg, had ze opgestoken en haar verbleekte spijkerbroek had ze geruild voor een petroleumblauwe rok die tot net over haar knieën kwam. Daarboven droeg ze een bruin topje dat prachtig uitkwam op haar door de zon lichtgebruinde huid. Ze zag er geweldig uit en tegelijk helemaal niet zoveel anders dan anders. Matthew vroeg zich af hoe het kwam dat het hem nog nooit eerder was opgevallen hoe knap de jonge vrouw eigenlijk was.
    Dad, ik heb het je gisteren al gezegd,” zei Gwendolynn tegen haar vader. “Ik ga met Neil naar de bioscoop, hij heeft me gisteren mee uit gevraagd.”
    Omdat Paddy met zijn rug naar haar toe zat kon ze niet zien hoe hij moest lachen omdat ze niet door had dat hij haar maar wat aan het plagen was.
    “Ow ja, dat was het. Braaf zijn, hé!” grijnsde hij.
    Zijn dochter negeerde hem en liep de woonkamer weer uit. Matthew keek haar na en merkte amper dat Paddy één van zijn torens sloeg.
    “Had je niet gezien dat ik je toren kon slaan?” vroeg hij.
    “Huh, wat? Oh, nee, niet gezien.”
    Paddy had niets in de gaten van de verwarring van zijn jonge tegenstander, en als hij al iets merkte, had hij in elk geval niet door wat de reden ervoor was.
    “Ik had wel verwacht dat Neil haar ooit eens mee uit zou vragen,” zei hij. “Volgens mij is hij al een tijdje verliefd op Gwen, maar durfde hij haar nooit wat vragen. Ik vraag me af hoe het komt dat hij nu plots wel durft.”
    Matthew sloeg met zijn koningin Paddy’s paard, terwijl hij zich afvroeg waar de plotse drang om Neil te beheksen vandaan kwam. Neil had hem eerst best aardig geleken, maar nu dacht hij dat hij nooit eerder zo een rotzak was tegengekomen.
    “Hé, let een beetje op, wil je?” zei Paddy toen hij de witte koningin sloeg. Matthew had totaal niet gezien dat hij zijn koningin door zijn ondoordachte zet recht in de baan van de zwarte loper had gezet.
    “Ow, sorry,” zei hij. Hij wist dat hij zijn aandacht meer bij het spel zou moeten houden als hij niet wilde dat Paddy hem genadeloos inmaakte. Toen Gwendolynns vader hem had gevraagd of hij kon schaken en hem had uitgedaagd om een partijtje te spelen had hij er geen idee van gehad dat Dreuzelschaak zo saai was. Wat was er nu leuk aan een spelletje schaak als de stukken elkaar niet eens afmaakten? Toch was hij in het begin best goed bezig geweest, tot Gwendolynns adembenemende verschijning abrupt een einde had gemaakt aan zijn concentratie. Het duurde dan ook niet lang voor Paddy hem schaakmat zette.
    “Wat gebeurde er?” vroeg Paddy. “Je was goed begonnen, maar je hebt wel een paar behoorlijk domme zetten gedaan.”
    “Ach, ik ben gewoon moe,” verontschuldigde hij zich. “Ik denk dat ik maar beter kan gaan slapen.”
    “Zoals je wilt,” zei Gwendolynns vader. “Hulp nodig?”
    “Nee nee, ik geraak er wel,” zei Matthew terwijl hij overeind kwam en met zijn krukken naar ‘zijn’ kamer liep.
    Ondanks zijn vermoeidheid kon hij de slaap niet vatten en hij staarde lange tijd naar de houten balken van het plafond. Te veel gedachten spookten door zijn hoofd en hielden daar huis als Foppe in de prijzenkamer op Zweinstein. Het besef dat hij stikjaloers was op Neil kwam hard aan. Hij had er dan wel geen flauw idee van wat een bioscoop was, de woorden ‘mee uit vragen’ begreep hij maar al te goed. Het besef dat hij jaloers was op Neil bracht ook een tweede besef met zich mee. Eén dat nog moeilijker te verwerken was dan het eerste. Hij was verliefd. Verliefd op een jonge vrouw die hij nog niet eens twee weken kende. Een jonge vrouw die bovendien mee uit was met iemand anders. Iemand die ze wél al jaren kende. Iemand die géén rare geheimen had –zoals het feit dat hij een tovenaar was- waardoor ze hem wél kon vertrouwen.
    Hoe kon het dat hij niet eerder had gezien hoe mooi en lief en zorgzaam en geduldig en lief en opgewekt en lief ze was?
    Alsof het iets uitgemaakt zou hebben als hij dat wel eerder had ingezien…
    Hij vroeg zich af wat Gwendolynn nu aan het doen zou zijn en probeerde koortsachtig het hardnekkige beeld van haar en Neil die aan het kussen waren uit zijn hoofd te weren.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff zo 19 apr - 23:34

    Hoofdstuk 14

    Een beetje zenuwachtig wachtte Gwendolynn op haar ‘date’.
    “Hey Gwen,” zei hij toen ze in zijn auto stapte en hij gaf haar een zoen op haar wang. Een gewone vriendschappelijke zoen.
    Tijdens de rit naar de bioscoop praatten ze allebei wat over gewone dingen, maar het viel Gwendolynn op dat er vaak stiltes vielen waarin geen van beiden wist wat te zeggen. Geen enkel gespreksonderwerp leek hen allebei genoeg te boeien om het gesprek lange tijd op gang te houden. Of misschien lag het gewoon aan het feit dat Neil zich op de weg moest concentreren.
    Toen ze bij de bioscoop aankwamen werd het een stuk gezelliger. Terwijl ze moesten wachten voor de film begon, babbelden ze en deze keer vonden ze wel gespreksonderwerpen die hen beiden interesseerden. De film was ook wel leuk en Gwendolynn had het behoorlijk naar haar zin.
    Tot Neil iets na de pauze zijn arm over haar schouders legde. Haar eerste reactie was om zich weg te trekken, maar ze deed het niet. Toch zat het haar niet echt lekker. Hoorde het haar geen goed gevoel te geven om zijn arm tegen haar lichaam te voelen? Waarom voelde ze zich er dan zo ongemakkelijk bij? Ze wilde zijn arm helemaal niet om haar heen voelen. Maar ze durfde hem ook niet van haar af te duwen. Ze bleef gewoon zitten en probeerde de film verder te volgen. Zonder veel succes. Haar gedachten werden steeds afgeleid naar de man naast haar. Maar niet op de manier dat hij waarschijnlijk hoopte dat haar gedachten naar hem afgeleid werden. Dat dit niet gewoon een vriendschappelijke arm om haar schouders was, daarover kon geen twijfel bestaan.
    Na de film vroeg hij of ze zin had om nog iets te gaan drinken, maar het was al laat en ze wilde liever naar huis.
    In de auto werd alweer weinig gezegd. Gwendolynn hoopte dat hij haar gewoon zou laten uitstappen en zelf in de auto zou blijven zitten, maar dat was ijdele hoop. Hij stapte uit en liep met haar mee naar de deur.
    “Heb je een leuke avond gehad?” vroeg hij.
    “Eh ja, dank je,” zei ze, terwijl ze wenste dat hij niet zou doen wat ze vreesde dat hij van plan was.
    Hij deed een stap dichter naar haar toe. Zijn ogen brachten haar weer in de war, maar ze besefte dat het ‘gewoon’ in de war was, niet ‘vlinders-in-de-buik’ in de war. Hij legde zijn handen op haar heupen en bracht zijn mond naar de hare. Net voor zijn lippen die van haar raakten, legde ze haar hand op zijn borst en hield hem tegen.
    “Nee Neil, niet doen,” zei ze zacht.
    Neil liet haar los. “Wat krijg jij nu?” vroeg hij een beetje geïrriteerd. Het was duidelijk dat hij het niet leuk vond om afgewezen te worden. “Ik dacht dat je me leuk vond.”
    “Ik vind je ook leuk,” zei ze. “Alleen… niet op die manier. Gewoon als een vriend. Niets meer.”
    “Het is die Matthew, hé,” beet hij haar toe. “Je bent verliefd op hem.”
    “Nee, helemaal niet,” antwoordde Gwendolynn een beetje verbaasd dat hij dat dacht. “Ik ben gewoon niet verliefd op jou. Dat wil niet zeggen dat er iemand anders is.”
    “Dat je die gast kan vertrouwen,” ging Neil verder. Hij leek haar niet gehoord te hebben. “Hij schrijft met veer en inkt op perkament en verstuurt zijn post per uil. Vind jij dat normaal?”
    “Een beetje excentriek zijn is geen misdaad,” verdedigde Gwendolynn hem.
    “Wel als hij bij een sekte of zo is. Ik zou hem echt niet vertrouwen. Weet je trouwens al waardoor hij is aangevallen en wat hij hier eigenlijk komt doen?”
    Gwendolynn schudde haar hoofd.
    “Hij is echt niet zomaar gewond geraakt, daar moet meer achter zitten. Wees voorzichtig, Gwen,” zei hij en hij nam even haar hand vast. “Ik zou niet willen dat jou iets overkwam.” Hij draaide zich om, stapte in zijn auto en reed weg, Gwendolynn vol twijfels achterlatend.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff do 23 apr - 0:49

    Hoofdstuk 15

    Zo stil als ze kon om niemand wakker te maken, ging Gwendolynn naar haar kamer. Ze had tijd nodig om na te denken, veel tijd. Terwijl ze haar opgestoken haren losmaakte en terug in een vlecht deed, bedacht ze dat Neil helemaal niets gezegd had over hoe ze eruit zag. Niet dat dat nu zo belangrijk was, maar ze had er eeuwen over gedaan om haar haren op te steken en om te beslissen wat ze zou aantrekken, dus ze zou het wel leuk gevonden hebben om even te horen dat ze er goed uit zag. Maar Neil had blijkbaar niets opgemerkt. Even vroeg ze zich af of Matthew, als enige andere jongeman in huis die geen familie was, had opgemerkt dat ze zich opgemaakt had, maar ze dacht van niet. Die was veel te druk bezig geweest met het bedenken van zijn volgende zet toen ze binnenkwam. Hij had amper opgekeken van het schaakbord.
    Ze staarde lange tijd naar haar spiegelbeeld. Had ze er verkeerd aan gedaan om Neil af te wijzen? Nee, als er één ding was waar ze zeker van was na vanavond was het wel dat ze niets voor Neil voelde. De kilte in zijn ogen toen ze hem wegduwde, had haar kippenvel bezorgd. Ze had nooit geweten dat die ogen die haar altijd gefascineerd hadden zoveel kilte konden uitstralen. Alsof ze van ijs waren. Heel anders dan de grijze ogen van haar vader, die altijd vriendelijk stonden en waarin altijd wel pretlichtjes te vinden waren. Heel anders ook dan Matthews groengrijze ogen, die zelfs wanneer hij in één van zijn chagrijnige buien was, nog steeds… warm waren.
    Waarom vergeleek ze Neils ogen eigenlijk met die van Matthew?
    Ze dacht aan wat Neil over Matthew gezegd had. Dat hij niet te vertrouwen was. Dat hij misschien wel bij een sekte was. Zijn woorden hadden haar van streek gemaakt, erger dan ze op het moment zelf had willen toegeven. Ze wilde niet geloven dat het waar was, ze wilde Matthew vertrouwen, maar ze besefte dat ze ergens diep van binnen net hetzelfde dacht. Er was inderdaad iets met Matthew. Hij was niet wie hij leek te zijn. Of toch niet helemaal. Maar wat maakte het uit? Eens hij sterk genoeg zou zijn om naar huis te gaan, zou hij vertrekken en was de kans groot dat ze hem nooit meer terug zag.
    Daar had ze nog nooit eerder bij stilgestaan. Hij zou niet voor altijd bij hen blijven, maar hoogstens een paar weken meer. Waarom hoopte ze nu plots dat zijn been nooit verder zou genezen? Waarom vond ze het eigenlijk zo belangrijk of hij te vertrouwen was of niet? Zou ze misschien…?
    Nee, dat was onzin. Dat had ze tegen Neil ook al gezegd. Natuurlijk was ze niet verliefd op Matthew. Dat ze wilde dat hij nog lang bij hen bleef was alleen maar omdat ze dan tenminste iemand van ongeveer haar leeftijd had om mee te praten. Zeker nu Neil behoorlijk pissed op haar zou zijn, was het gewoon leuk om gezelschap te hebben. Ze wou gewoon dat Matthew daar bleef om met hem te kunnen praten. Om hem verder boeken van Jane Austen te doen lezen, om het gat in zijn cultuur op te vullen. En om te kunnen luisteren naar zijn diepe, warme, prachtige stem. Ze zou uren kunnen luisteren naar die stem. En dat Britse accent was ook zo leuk. Ze wou gewoon naar zijn stem luisteren en in zijn ogen kijken en met haar handen door zijn warrige, bruine haren woelen en… Ze zuchtte. En ze wou zijn lippen proeven, de warmte van zijn lichaam tegen dat van haar voelen, hem horen zeggen dat hij van haar hield. Ze was verliefd op Matthew. Hoe meer ze het probeerde te ontkennen, hoe zekerder ze ervan werd.
    Ze wilde dat ze wist wat zijn geheim was, ze wilde weten waardoor hij was aangevallen en wat hij in Kinsale deed, maar ze was tegelijk bang voor de waarheid. Bang dat Neil gelijk zou hebben.
    Met een hoofd dat tolde door al deze verschillende gedachten kroop ze in bed. Het duurde lang voor ze in slaap viel. Haar laatste gedachte was dat al dit gepieker niet eens zin had als hij niets voor haar voelde. En hoe groot was de kans nu eigenlijk dat hij dat zou doen?
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff wo 29 apr - 3:16

    Hoofdstuk 16

    Gwendolynn was niet de enige die die ochtend met slaapogen aan de ontbijttafel verscheen. Ook Matthew had die nacht amper een oog dichtgedaan. Hij was nog wakker geweest toen Gwendolynn was thuisgekomen en omdat zijn raam open had gestaan, had hij het niet kunnen helpen dat hij hun gesprek gehoord had. Hij had geprobeerd om niet te luisteren, maar dat was faliekant mislukt. Zijn hart had eerst een sprongetje gemaakt toen hij Gwendolynn had horen zeggen dat ze Neil enkel leuk vond als vriend, maar zijn vreugde was van korte duur geweest.
    “Het is die Matthew, hé? Je bent verliefd op hem.”
    “Nee, helemaal niet. Ik ben gewoon niet verliefd op jou, dat wil niet zeggen dat er iemand anders is.”
    Bij deze woorden van Gwendolynn had het geleken alsof er een emmer ijs over hem werd uitgegoten. Ze hield dan wel niet van Neil, maar voor hem maakte dat geen verschil. Ze hield evenmin van hem.
    Hij had verder moeten aanhoren hoe Neil hem beschuldigde, hoe hij hem probeerde zwart te maken in Gwendolynns ogen en hij kon hem niet eens ongelijk geven. Hij was dan wel geen lid van een sekte, maar misschien kon je zijn geheim er wel een beetje mee vergelijken. Hij wilde dat hij Gwendolynn kon vertellen wat zijn geheim was, dat hij helemaal niet bij een sekte was, dat hij gewoon een tovenaar was. Nou ja, ‘gewoon’… Veel kans dat ze hem niet eens zou geloven. En wat dan nog? Zelfs als hij het haar kon vertellen, zelfs als ze hem zou geloven, daarmee won hij haar liefde nog niet. Ze had niet duidelijker kunnen zijn wanneer ze zei dat ze niets voor hem voelde. Haar woorden bleven in zijn hoofd echoën. Hij maakte geen enkele kans.
    Voor hij in slaap was gevallen, had hij een beslissing genomen. Hij zou zo snel mogelijk vertrekken. Hij had lang genoeg geprofiteerd van de gastvrijheid van Gwendolynn en haar familie. Hoe sneller hij zou vertrekken, hoe sneller hij zou kunnen beginnen met Gwendolynn proberen te vergeten. Hij wist niet of het zou lukken, maar hier blijven zou in elk geval niet helpen. Hij zou zichzelf alleen maar kwellen door constant bij haar te zijn. Of ze nu in hetzelfde huis was als hij of in een ander land, ze zou even onbereikbaar zijn. Er was in Ierland niets meer voor hem dat het waard was om voor te blijven. Het was tijd om naar huis te gaan.
    Al was hij zich de laatste twee weken hier behoorlijk thuis gaan voelen. Meer ‘thuis’ dan hij zich thuis eigenlijk voelde. Hij kon maar beter een tijdje naar James gaan. Als zijn vader hoorde dat hij twee weken bij Dreuzels had doorgebracht, zouden ze weer slaande ruzie krijgen. Zijn vader was het type dat zijn mond met zeep zou wassen als hij toevallig met een Dreuzel gesproken zou hebben, nadat hij gecheckt en gedubbelcheckt zou hebben of de zeep niet door Dreuzels gemaakt was. Matthew had het niet zo voor de ‘puur bloed obsessie’ van zijn vader en dat zorgde vaak voor spanningen en ruzies. Zijn moeder had zelf niets tegen ‘modderbloedjes’ of Dreuzels, maar koos toch meestal de kant van zijn vader. En van zijn zus moest hij ook geen hulp verwachten, die was het volledig eens met de visie van hun vader.
    Het was dan ook zeer tegen zijn zin dat hij die ochtend aankondigde dat hij zou vertrekken, maar hij had zijn besluit genomen. Hij zou ergens anders gaan proberen om niet aan Gwendolynn te denken.
    “Ik denk dat het tijd wordt voor mij om naar huis te gaan,” zei hij zonder op te kijken van zijn boterham waarop hij viervruchtenconfituur aan het smeren was. Heerlijke viervruchtenconfituur die Fiona zelf gemaakt had. Als hij wel had opgekeken, zou hij gezien hebben hoe Gwendolynn verschrikt naar hem opkeek, maar nu zag hij enkel zijn boterham.
    “Waarom?” vroeg ze.
    Omdat ik verliefd ben op jou, maar jij niet op mij, dacht hij.
    “Omdat ik jullie al lang genoeg tot last ben geweest,” zei hij.
    “Jij bent ons helemaal niet tot last,” zei Fiona vriendelijk. Hij wilde dat ze niet zo vriendelijk zou zijn, dit maakte zijn vertrek alleen maar moeilijker.
    “Ik zou graag vandaag vertrekken,” zei hij.
    “Hoe ga je reizen?” vroeg Paddy.
    Shit, daar had hij nog niet aan gedacht. Gewoon Verdwijnselen uiteraard, maar wat moest hij hen vertellen?
    “Ik weet het nog niet,” zei hij.
    “Kan je niet nog één dag blijven?” vroeg Gwendolynn.
    Verbaasd keek Matthew op, maar Gwendolynn ontweek zijn blik.
    “Matthew mag niet weggaan,” zei de kleine Rose sip tegen Fiona.
    “Ik moet morgen naar Cork,” zei Paddy. “Als je wilt, kan je meerijden en dan kan je van daar het vliegtuig of de veerboot naar Engeland nemen. Dan moet je wel nog een dag hier blijven, maar het zal een stuk makkelijker zijn om vanuit Cork thuis te raken dan van hier. Wat denk je?”
    Matthew kon niet anders dan het voorstel accepteren. Eén dag zou niet zoveel uitmaken en of hij nu vanuit Cork Verdwijnselde of vanuit Kinsale maakte niet veel uit. Op die manier zou zijn vertrek tenminste geen verdere vragen opwekken. En hoe zou hij Gwendolynn kunnen weigeren als die vroeg om nog wat te blijven? Zelfs als dat verder niets te betekenen had…
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff ma 4 mei - 12:34

    Hoofdstuk 17

    Het was een prachtige dag. De zon gaf het beste van zichzelf. Alsof ze ook wou proberen om Matthew nog een tijdje in Kinsale te houden. Hij en Gwendolynn hadden de koelte van het bos opgezocht. Matthew had eerst niet zoveel zin gehad om mee te gaan wandelen, maar ze had hem uiteindelijk toch kunnen overtuigen.
    Ze gingen traag vooruit, aangezien Matthew niet zo snel kon lopen met zijn krukken, maar dat maakte haar niets uit. Het ging haar niet om het wandelen, maar om het samen zijn met Matthew. Ze had niet verwacht dat het afscheid al zo snel zou komen.
    “Je mag altijd nog eens binnenspringen als je toevallig in de buurt bent,” verbrak ze de stilte. “Je bent hier altijd welkom.”
    Hij antwoordde niet meteen, alsof hij over haar voorstel moest nadenken.
    “Dank je,” zei hij uiteindelijk, “maar ik denk dat het beter is als we elkaar niet meer terug zien, Gwendolynn.”
    Er lag iets van droefheid in zijn stem. Alsof hij eigenlijk wél nog wilde terugkomen, maar dat niet kon of mocht. Was hij toch bij een sekte dan?
    “Waarom niet?” vroeg ze.
    Hij haalde zijn schouders op, iets wat ze hem al vaker had zien doen om een antwoord te ontwijken. Maar deze keer wilde ze geen ontwijkend antwoord. Ze wilde de waarheid, wat die ook mocht zijn.
    “Matthew, wat is er met jou? Wat is het dat je verborgen houdt?”
    Matthew bleef staan en keek haar aan.
    “Ik wilde dat ik het je kon vertellen,” zei hij. “Maar dat kan ik niet, dat mag ik niet. Het is niet wat je denkt dat het is.”
    Ze keek in zijn ogen en zag de eerlijkheid daar.
    “Hoe weet je wat ik denk?”
    “Ik hoorde je gisteren per ongeluk met Neil praten,” gaf hij aarzelend toe. “Het spijt me. Het was niet mijn bedoeling, maar ik was wakker en het raam stond open…”
    Ondanks het feit dat ze het niet echt geweldig vond dat hij hen had afgeluisterd, was ze toch best opgelucht dat hij tenminste geen bovennatuurlijke gaven had waarmee hij haar gedachten kon lezen.
    Wacht even… Had hij alles gehoord? Had hij haar horen zeggen dat ze niets voor hem voelde? Zou het…? Was dat de reden dat hij zo plots wilde vertrekken? Als dat zo was, dan… Of trok ze nu conclusies die nergens op sloegen?
    “Weet je dat jij de enige bent die me Gwendolynn noemt?” vroeg ze, om van onderwerp te veranderen. “Iedereen zegt altijd Gwen.”
    “Oh,” zei hij in de war, “maar Gwendolynn is toch je naam? En ik vind het een mooie naam. Maar als je liever hebt dat ik je Gwen noem…”
    “Nee nee,” zei ze snel. Dat wilde ze zeker niet. Ze wilde hem zeggen hoe prachtig het ‘Gwendolynn’ uit zijn mond klonk, hoe het haar deed smelten vanbinnen, maar ze zweeg en begon weer verder te wandelen.
    “Ik vraag me af wat mijn vader en Jane gaan zeggen als ze weten waar ik deze twee weken gezeten heb,” zei hij plotseling.
    “Wie is Jane?” vroeg Gwendolynn, terwijl een heel nieuw scenario zich in haar hoofd vormde. Jane was natuurlijk zijn vrouw of zijn vriendin of zo. Dát was de reden dat hij zo snel wou vertrekken toen er sprake van was dat zij verliefd op hem zou zijn. Het klopte helemaal. Stom dat ze er nooit had bij stilgestaan dat hij misschien wel een vriendin had.
    “Mijn zus,” antwoordde hij.
    De neiging om Janes ogen uit te krabben verdween meteen.
    “Waarom zou zij er iets tegen hebben dat jij hier bent?”
    Hij haalde alweer zijn schouders op.
    “Stop met je schouders op te halen,” zei ze geïrriteerd.
    “Sorry, ik had er niet over mogen beginnen. Het zit me gewoon dwars, maar ik kan je niet uitleggen waarom.”
    “Nee, ik ben diegene die moet sorry zeggen, ik had niet zo mogen reageren. Ik zou het moeten respecteren dat je me niet alles kan vertellen, maar ik wil gewoon weten of ik je kan vertrouwen.”
    “Dat begrijp ik,” zei hij. “Maar het is aan jou om uit te maken of je me vertrouwt of niet. Ik ben eerlijk tegen jou geweest. Ja, ik heb een geheim en nee, ik kan je niet vertellen wat het is. Het enige wat ik kan zeggen is dat het niet strafbaar is. Daarmee zal je het moeten doen, ben ik bang.”
    Gwendolynn zweeg. Ze had het gevoel dat hij de waarheid sprak. Ze vertrouwde hem, ze kon niet anders.
    “Heb je een vriendin?” vroeg ze plots en ze keek snel de andere kant uit om te verbergen dat ze rood werd.
    “Nee,” zei hij, duidelijk verrast door haar vraag.
    “Of is die James jouw vriend?”
    Matthew lachte. Gwendolynn keek hem verrast aan. Het was de eerste keer vandaag dat ze hem hoorde lachen.
    “Jimmy kan soms nogal een rokkenjager zijn,” verklaarde hij. “Het idee dat hij… Nee nee, hij is gewoon mijn beste vriend, meer niet.”
    Gwendolynn glimlachte een beetje geforceerd, terwijl ze bedacht dat hij niet ontkend had dat hij zelf homo zou zijn. Ze durfde het niet te vragen, ze had al meer dan genoeg vragen gesteld.
    “Je eh… je zag er goed uit gisteren,” zei hij een tijdje later, zonder haar aan te kijken.
    Haar hart sprong op. Hij had het wel gezien! Blijkbaar was hij toch niet zo geconcentreerd bezig geweest met schaken als ze gedacht had. Deze keer was zij het die bleef staan.
    “Dank je,” zei ze. “Neil heeft er niets van gemerkt.”
    “Dan is hij vast stekeblind,” zei Matthew en hij bleef ook staan. Hij keek haar aan en ze verdronk in zijn groengrijze ogen. Ze deed een stap dichter naar hem toe. Hij struikelde bijna toen hij achteruit deinsde om de afstand die er tussen hen was te bewaren.
    Had ze zich dan toch vergist?
    “Wat is er?” vroeg ze een beetje teleurgesteld.
    “Ik ben bang dat ik dingen ga doen die jij niet wilt als je zo dichtbij bent,” stamelde hij onzeker.
    Een beter antwoord had ze zich niet kunnen dromen.
    “Blijf staan,” commandeerde ze.
    “Ik vrees dat ik weinig keus heb,” zei hij, half lachend, half gealarmeerd.
    Ze zag nu ook dat hij met zijn rug tegen een boom stond. Dezelfde boom als waartegen zij twee weken geleden Persuasion had zitten lezen.
    Ze deed opnieuw een stap dichterbij. Voorzichtig streelde ze zijn gezicht. Ze voelde ruwe baardstoppels onder haar vingertoppen. Langzaam bracht ze haar lippen dichter bij die van hem.
    Een gil verbrak de betovering.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff do 7 mei - 17:58

    Hoofdstuk 18

    “Simon,” riep Gwendolynn geschrokken uit en ze liep zonder aarzelen in de richting van het gegil.
    “Gwendolynn, wacht!” riep Matthew nog, maar ze hoorde hem al niet meer.
    Zo snel als hij kon met zijn krukken liep hij haar achterna. Hij hoopte maar dat er niet aan de hand was wat hij vreesde dat er aan de hand was. De kans was eigenlijk klein, maar toch had hij het gevoel dat het dat was. Hij zou het zichzelf nooit vergeven als er iets met de jongen zou gebeuren. Of met Gwendolynn.
    Hij vervloekte in gedachten zijn been dat er voor zorgde dat hij niet sneller kon lopen. Als hij maar niet te laat kwam…
    Tegen de tijd dat hij op de plaats van het onheil aankwam, was hij zijn ene kruk onderweg ergens kwijtgeraakt en had hij in de plaats zijn toverstaf in zijn hand. Geheimhouding voor Dreuzels en al die zever kon de pot op.
    Hij zag meteen dat wat hij gevreesd had, juist was. Hij had zich niet vergist: de draak die hem had aangevallen was een mannetje geweest.
    Snel nam hij de situatie in zich op. Simon lag op zijn rug op de grond terwijl de draak steeds dichterbij kwam. Gwendolynn stond op een kleine afstand verstijfd van schrik toe te kijken. Hij kwam nog dichterbij en zag de draak aanstalten maken om vuur te spuwen. De kleine jongen kon geen kant uit. Als hij niet snel iets deed zou hij levend verbrand worden.
    “Aguamenti!” schreeuwde hij.
    De waterstraal uit zijn toverstaf bluste het vuur voor het de jongen kon raken en veranderde in stoom. De draak keek om zich heen, zich afvragend wat er zonet gebeurd was. Ook Simon leek niet te weten wat hem overkwam.
    “Maak dat je wegkomt, Simon,” schreeuwde Matthew toen hij zag dat de jongen niet reageerde. Simon leek uit zijn verdoving te ontwaken. Hij krabbelde zo snel als hij kon overeind en rende naar Gwendolynn.
    Ondertussen had de draak Matthew opgemerkt. De kleine jongen was verdwenen, maar er bood zich al vrijwillig een andere prooi aan. Eén die hij al eens eerder was tegengekomen…
    Matthew wist dat hij deze keer minder geluk zou hebben dan de vorige keer. Deze keer waren er geen schapen om de draak af te leiden en ook Gwendolynn en Simon konden hem niet helpen. Hij stond er helemaal alleen voor.
    Langzaam kwam de draak op hem af. Hij nam zijn tijd; het was duidelijk dat hij wist dat zijn slachtoffer geen kant uit kon.
    “Aguamenti,” schreeuwde Matthew nog eens, toen de draak naar hem vuurspuwde. Het water kwam in de mond en de neus van de draak terecht. Het maakte hem woest.
    Gwendolynn slaakte een gil toen de draak naar hem uithaalde, maar hij hoorde het amper. In een wanhopige poging om de draak tegen te houden, richtte hij zijn toverstaf op de ogen van het monster en schreeuwde: “Paralitis!”
    Tot zijn grote verbazing viel het beest op de grond. Zijn lamstraal had de draak blijkbaar op zijn meest gevoelige plaats getroffen. Maar dan nog verbaasde het hem dat één lamstraal genoeg was geweest om het dier te vellen. Misschien had zijn wanhoop de spreuk extra sterk gemaakt.
    Snel toverde hij stalen kettingen tevoorschijn waarmee hij de draak vastbond en waarmee hij ervoor zorgde dat hij nog amper zou kunnen bewegen. Toen pas realiseerde hij zich dat Gwendolynn en Simon nog steeds naar hem stonden te kijken.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff ma 11 mei - 14:55

    Hoofdstuk 19

    “Kom niet dichterbij,” zei Gwendolynn dreigend toen hij aanstalten maakte om naar haar toe te gaan. “Ik dacht dat ik je kon vertrouwen! Hoe kon ik mij zo vergissen? Ik had naar Neil moeten luisteren.” Ze drukte Simon beschermend tegen zich aan.
    “Gwendolynn…” begon hij, maar hij had er geen idee van wat hij tegen haar kon zeggen.
    “Ik… Het spijt me.”
    Hij deed een stap naar voren, maar ze keer hem zo dreigend aan dat hij snel weer bleef stilstaan. Ze had er amper dreigender kunnen uitzien wanneer ze een toverstaf op hem gericht zou hebben. Het was niet eerlijk. Hij had zonet zijn eigen leven op het spel gezet om Simon te redden en alles wat hij als dank kreeg waren bedreigingen. Hij stak zijn toverstaf weer in zijn zak en stak zijn handen in de lucht, als teken dat hij ongewapend was.
    “Luister Gwendolynn, ik weet dat ik je een verklaring schuldig ben en ik beloof je dat je die zal krijgen. Als je nadien niets meer met me te maken wil hebben, dan zal ik dat accepteren, hoe erg ik het ook zou vinden. Maar die verklaring zal moeten wachten tot ik dit hier afgehandeld heb. Die draak kan hier onmogelijk blijven. Ga met Simon naar huis. Ik kom zodra ik hier klaar ben.”
    Gwendolynn leek even iets te willen zeggen, maar draaide zich toen zwijgend om en liep met Simon in de richting van het huis. Matthew keek hen na terwijl hij nadacht over wat hij met de draak moest aanvangen. Hij zou kunnen Verschijnselen naar het Ministerie en daar hulp halen, maar hij wou de draak niet graag alleen laten, zelfs niet nu hij vastgebonden was.
    Voor hij wist wat er gebeurde hadden een stuk of vijf mannen hun toverstaf op hem gericht. Ze waren rond hem heen Verschijnseld. Hij stak zijn hand waarin hij geen kruk vasthad in de lucht om te tonen dat hij geen toverstaf vasthad. De mannen lieten hun toverstaf zakken.
    “Wat is er hier gebeurd?” vroeg één van hen. Hij keek verbaasd van Matthew naar de geketende, Verlamde draak. “We kregen een melding van een aanval door een draak op een Dreuzel…”
    Matthews gedachten gingen razendsnel. Die Dreuzel was natuurlijk Simon geweest, maar als hij dat zei, zou Simons geheugen gemodificeerd worden.
    “Dat was geen Dreuzel, dat was ik,” zei hij. “En als ik wel een Dreuzel was geweest, waren jullie wel hopeloos te laat geweest. Dan was ik nu gebarbecued.”
    “Ja, sorry, zondagsdienst,” verontschuldigde de man zich opgelaten. “Een stagiair die het bericht te laat heeft doorgegeven.”
    Eén van de anderen, een blonde jongen van een jaar of negentien, werd rood en staarde naar de grond.
    “Jullie zijn van het Ministerie van Toverkunst?” vroeg Matthew.
    “Inderdaad,” zei de man die duidelijk de leider was. “Wat is hier nu eigenlijk gebeurd?”
    “Wel, de draak viel me aan, ik Verlamde hem en bond hem nadien vast,” zei Matthew luchtig, alsof hij vertelde dat hij de hond had uitgelaten.
    “Op je eentje?”
    Matthew knikte.
    “Wie ben je eigenlijk? Je bent geen Ier, toch?”
    “Mijn naam is Matthew Darcy en ik ben inderdaad een Brit.”
    “Wat doe je hier in Ierland?”
    Matthew raakte de vragen beu. Hij wilde zo snel mogelijk naar Gwendolynn om haar alles uit te leggen.
    “Mij laten aanvallen door draken, zie je dat dan niet. Is dit een verhoor of zo?” vroeg hij geërgerd.
    “Zoiets,” zei de man voor hem kalm. “We moeten zien te weten te komen hoe die draak hier komt en zo.”
    “Wel, ik stel voor dat jullie dat aan jullie Britse collega’s vragen. Ik wed dat mijn baas jullie alles haarfijn kan uitleggen.”
    Hij wist dat hij dit niet hoorde te zeggen en dat hij nu de kans liep om ontslagen te worden, maar het kon hem niets schelen. Hij dacht alleen maar aan Gwendolynn.
    “Jij werkt voor het Britse Ministerie?”
    Matthew knikte.
    “En jullie wisten dat er hier een draak zat?”
    Hij knikte opnieuw.
    “En als jullie mij nu willen excuseren, ik ben eigenlijk op ziekteverlof.”
    Hij Sommeerde de kruk die hij verloren was en liep in de richting van het huis van de O’Tara’s. De Ieren moesten maar verder met de draak afrekenen. Hij had nog een andere draak te verslaan. Figuurlijk weliswaar, maar dat zou het er niet gemakkelijker op maken.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff vr 15 mei - 17:25

    Hoofdstuk 20

    “Verdomme,” vloekte Gwendolynn binnensmonds terwijl ze naar huis liep. “Waarom vertrouwde ik hem?” Tranen sprongen in haar ogen. “Ik dacht dat hij eerlijk tegen me was. Ik dacht dat hij ook van mij hield. Maar in werkelijkheid is hij gewoon een stomme klootzak. Een vuile bedrieger. Geen idee wat ik ooit in hem gezien heb.”
    Tegen de tijd dat ze thuis aankwam wist ze het zeker: ze wilde Matthew nooit meer zien. Hij mocht naar de hel lopen met die verklaring van hem. Het zouden toch weer allemaal leugens zijn.
    In de keuken trof ze haar vader aan die de krant van de dag ervoor aan het lezen was. Ze liet zich op een stoel neerploffen en trok haar benen op. Paddy keek even op van zijn krant.
    “Hey,” zei hij. “Waar is Matthew?”
    “Nog in het bos,” zei ze met verstikte stem.
    Haar vader leek niets te merken en las gewoon verder.
    “Hoe was je date met Neil gisteren eigenlijk?” vroeg hij.
    Gwendolynn hoorde maar half wat hij zei. Haar gedachten zaten ergens helemaal anders.
    “Hij is vast kwaad op mij nu.”
    “Is Neil kwaad op jou?” vroeg Padraic verbaasd.
    “Neil? Oh ja, die ook.”
    “Ook? Wie nog dan?”
    “Matthew natuurlijk!”
    “Matthew?”
    Paddy keek op van zijn krant en merkte nu pas dat zijn dochter behoorlijk van streek was. Hij legde zijn krant opzij.
    “Wacht even, laten we herbeginnen van in het begin, want ik snap er niets meer van. Wat is er gebeurd?”
    Gwendolynn antwoordde niet meteen.
    “Ik werd aangevallen door een draak en Matthew heeft mij gered,” zei Simon, die ook nog steeds in de keuken stond. De jongen was duidelijk helemaal over de schok heen. Het leek zelfs alsof hij er trots op was dat hij door een draak was aangevallen.
    “Simon, het is nu niet het juiste moment om dingen te verzinnen,” zei Paddy tegen de jongen.
    “Het is geen verzinsel,” zei Gwendolynn zacht.
    Paddy keek haar verbaasd aan.
    “Wat bedoel je?”
    “Ik bedoel dat het precies gebeurd is zoals Simon zegt. Er was een draak die Simon aanviel en Matthew heeft de draak op één of andere manier verslagen.”
    “En waar is Matthew nu dan?”
    “Nog daar. Hij zei dat hij nog iets moest regelen of zo.”
    “Je had het moeten zien, oom Paddy,” vertelde Simon enthousiast. “Hij had een toverstaf en toen de draak vuurspuwde naar mij kwam daar water uit dat het vuur bluste en toen kon ik weglopen. Maar toen viel de draak Matthew aan, maar er kwam een rode lichtstraal uit zijn toverstaf en toen ging de draak slapen of zo. En toen toverde hij kettingen tevoorschijn om de draak vast te binden.”
    Gwendolynn zag hoe haar vader haar ongelovig aankeek, maar ze kon alleen maar knikken en het verhaal van Simon bevestigen.
    “Ik vertrouwde hem,” zei ze en de tranen sprongen opnieuw in haar ogen. “Ik wist wel dat er iets raars met hem was, maar hij had gezegd dat het niets ergs was en ik geloofde hem. En dan gebeurt er dit.”
    Ze sprong overeind en ging tegen het aanrecht staan.
    “Maar… ik snap het niet,” zei haar vader. “Hij heeft Simon toch gered. Dat is toch goed?”
    “Maar daar gaat het toch helemaal niet om,” schreeuwde Gwendolynn, boos omdat hij haar niet begreep, omdat hij haar niet kon begrijpen, omdat ze wist dat hij ergens wel gelijk had, maar het gewoon niet zo simpel was voor haar.
    “Waar gaat het dan we- Ow.”
    Plots begreep hij het. Hij stond op en ging naast haar staan.
    “Je houdt van hem, is het niet?”
    Ze knikte en viel snikkend in zijn armen. Hij drukte haar troostend tegen zich aan. Ze verborg haar tranen in zijn shirt.
    “Wat moet ik nu doen?” vroeg ze. “Hij zei dat hij een verklaring had, maar ik ben uitgevlogen tegen hem. Hij komt vast niet meer terug. En als hij wel terugkomt… Ach, hij gaat toch alleen maar leugens vertellen. Ik wil hem al niet meer zien.”
    Paddy kon het niet helpen dat hij even moest glimlachen om de manier waarop zijn dochter zichzelf tegensprak. Gelukkig kon ze dat niet zien. Het was duidelijk dat ze smoor was op die jongeman. Hij tilde haar kin op zodat ze hem aankeek.
    “Als hij van je houdt, komt hij zeker terug,” zei hij. “Luister eerst naar wat hij te vertellen heeft en beoordeel hem dan.”
    Gwendolynn knikte, maar was toch niet helemaal overtuigd. Ze hoopte maar dat hij een goede verklaring had.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff wo 20 mei - 19:17

    Hoofdstuk 21

    De hele weg naar het huis van de O’Tara’s dacht Matthew na over wat hij tegen Gwendolynn zou zeggen. Wat kon hij zeggen om haar vertrouwen terug te winnen? De waarheid in elk geval. Hij zou haar alles vertellen. Als ze tenminste zou willen luisteren…
    Hij vond haar in de keuken, samen met Padraic en Simon. Hij zag nog net hoe ze vlug haar tranen wegveegde.
    “Matthew!” riep Simon blij toen hij hem zag. De jongen sloeg zijn armen om Matthews benen, het enige deel dat hij kon omhelzen. “Dank je om mij van die draak te redden.”
    Matthew streelde even door zijn krullen.
    “Graag gedaan, hoor. Jij hebt mij toch ook gered toen de draak mij had aangevallen?”
    Simon knikte en liep toen de keuken uit, waarschijnlijk op zoek naar zijn zusje om haar het spectaculaire verhaal te vertellen.
    Matthew keek Gwendolynn aan. In haar blik zag hij verschillende emoties: woede, teleurstelling, nieuwsgierigheid. Of hoopte hij dat laatste alleen maar?
    “Het… het spijt me,” zei hij. Woorden schoten hem te kort. Alles wat hij daarnet nog had willen zeggen was vergeten toen hij in Gwendolynns ogen keek.
    “Matthew, wie bén jij? Wát ben jij?” vroeg Gwendolynn.
    “Ik ben een tovenaar,” zei Matthew.
    “Tovenaars bestaan niet,” zei Gwendolynn en ze draaide zich weg van hem.
    “Dan besta ik volgens jou ook niet,” zei Matthew triest. “En ik vraag me af hoe je wil verklaren wat er daarnet gebeurd is dan.”
    Gwendolynn zei niets en staarde met een nijdige blik voor haar uit.
    “Gwendolynn, alsjeblieft, je moet me geloven. Ik wil je alles uitleggen, maar ik weet niet waar ik moet beginnen. Alsjeblieft, vraag me wat je wilt en ik beloof, ik zweer dat ik eerlijk ga zijn.”
    “Jij wist dat die draak er was,” zei ze boos. “Het is die draak die je heeft aangevallen. En toch vond je het niet nodig om ons te waarschuwen.”
    “Zou je me geloofd hebben als ik verteld zou hebben dat ik door een draak was aangevallen?” vroeg hij zuchtend. Ze beschuldigde hem al meteen en hij kon haar niet eens ongelijk geven. Maar ze sprak tenminste al tegen hem. Dat was een begin.
    “Ik was er trouwens van overtuigd dat de draak weg was. Toen ik hier was heb ik meteen naar mijn baas geschreven dat ik was aangevallen en hij heeft ervoor gezorgd dat de draak gevangen genomen werd. Alleen waren er blijkbaar twee draken. Ik dacht dat er geen gevaar meer was, dus leek het mij niet nodig om te vertellen wat er gebeurd was. Ik heb de brief bij, als je wilt kan je hem lezen.”
    Hij haalde een verkreukeld stuk perkament uit zijn zak en gaf het haar. Ze las het vluchtig door en gaf het hem dan terug. Ze was duidelijk nog niet overtuigd.
    “Wat kom je hier eigenlijk doen?”
    “Ik kwam voor die draak. Er was hier in de buurt een bosbrand geweest waarvoor er geen verklaring gevonden werd door de brandweer. En hier in de buurt woont iemand die zich in het verleden al had beziggehouden met het illegaal fokken van draken. Daarom werd ik naar hier gestuurd, om uit te zoeken of de bosbrand inderdaad door een draak veroorzaakt was.”
    “Wat voor werk doe je?”
    “Ik ben drakenspecialist voor het Ministerie van Toverkunst, Departement Toezicht op Magische Wezens.”
    “Is er een ministerie van toverkunst?” vroeg Gwendolynn verbaasd.
    Matthew knikte. “Elk land heeft er één. Het Ministerie zorgt er vooral voor dat het bestaan van een tovenaarsgemeenschap geheim blijft voor Dreuzels.”
    “Dreuzels?”
    “Niet-magische mensen, zoals jij.”
    “En waarom moet dat geheim blijven?”
    “Omdat Dreuzels vaak wantrouwig staan tegenover magische dingen. Denk maar aan de heksenverbrandingen in de middeleeuwen.”
    “Is die vriend van jou, die James, ook een tovenaar.”
    Matthew knikte. “We zaten samen op school.”
    “Is er een school voor tovenaars?”
    “Ja, hoe moeten we anders onze magie leren gebruiken? De tovenaarsschool in Groot-Brittannië heet Zweinstein. Dat is waar James en ik naar school zijn geweest.”
    “Werkt hij ook op het ministerie?”
    “Nee, hij is net afgestudeerd als Heler, een soort tovenaarsdokter. Helers genezen verwondingen met magie, met spreuken of toverdrankjes. Vandaar dat ik nog nooit van hechtingen of gisp, gips gehoord had. En natuurlijk moeten Helers ook speciale verwondingen die ontstaan door spreukschade of door toverdranken die mislopen en zo kunnen genezen.”
    Gwendolynn zweeg en leek alle informatie te proberen verwerken. Matthew was blij dat ze hem ondertussen leek te geloven.
    “Word je als tovenaar geboren?” vroeg Paddy.
    Matthew was al helemaal vergeten dat Gwendolynns vader ook nog in de keuken was.
    “Ja,” zei hij. “Kinderen van tovenaars zijn bijna altijd ook tovenaars. Maar ook in Dreuzelgezinnen kunnen tovenaars geboren worden. Die gaan dan als kind tekenen van magie vertonen. Onverklaarbare dingen die gebeuren, vooral wanneer ze erg boos of bang of verdrietig zijn. Zij kunnen dan ook op Zweinstein gaan studeren wanneer ze elf jaar zijn, net als de tovenaarskinderen.”
    Het bleef een tijdje stil.
    “Gwendolynn, geloof je mij?” durfde Matthew uiteindelijk te vragen.
    Gwendolynn antwoordde niet meteen.
    “Ik weet het niet. Ja, ik denk het wel. Maar het is moeilijk,” zei ze aarzelend.
    “Dat begrijp ik,” zei Matthew.
    “Ik geloof je,” zei Paddy.
    Matthew keek hem dankbaar aan.
    “In alle oude Ierse legenden die ik ken komen magische wezens voor. Leprechauns, fairies, aardmannetjes en zo. Als kind geloofde ik heel sterk in die dingen. Toen ik ouder werd, verminderde dat, maar toch ben ik altijd blijven geloven dat er iets van magie in de wereld zat. Vertel me: bestaan al die magische wezens echt?”
    “Jazeker,” zei Matthew.
    Het antwoord leek Paddy gelukkig te maken. Matthew wilde dat hij Gwendolynn ook zo gelukkig kon maken. Hij wilde haar in zijn armen nemen en zeggen dat hij van haar hield. Maar dit was duidelijk niet het geschikte moment daarvoor. Dat zou tijd vragen. Veel tijd misschien.
    “Wil je dat ik wegga?” vroeg hij aan Gwendolynn. “Als je dat wil, kan ik meteen vertrekken.”
    Gwendolynn schudde bijna onmerkbaar haar hoofd.
    “Nee, blijf maar,” zei ze zacht. “Maar… laat me gewoon even met rust.”
    Ze stond op en liep naar buiten.
    “Geef haar wat tijd,” zei Paddy en hij legde zijn hand op de schouder van de jongeman. Matthew knikte, maar hij was haar liever achterna gelopen.
    “Zin in een spelletje schaak?” vroeg Paddy.
    “Zal ik je laten zien hoe toverschaak werkt?” vroeg Matthew een stuk opgewekter dan hij zich voelde. Hij dacht wel dat hij in zijn rugzak toverschaakstukken zitten had.
    “Klinkt interessant,” zei Paddy. “Laat maar eens zien.”
    Paddy was een snelle leerling, merkte Matthew al snel en op het einde moest hij alweer lijdzaam toezien hoe zijn koning schaakmat werd gezet. Hij was dan ook alweer de hele tijd met zijn gedachten bij Gwendolynn geweest.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff ma 25 mei - 14:42

    Hoofdstuk 22

    “Oké, maar dan moeten jullie me beloven om tegen niemand te zeggen dat ik een tovenaar ben,” hoorde Gwendolynn Matthew zeggen toen ze de woonkamer binnenkwam.
    “Beloofd,” zeiden Simon en Rose tegelijk.
    “Ga je dan nu iets toveren?” vroeg Simon ongeduldig.
    “Pas maar op dat ik je niet in een kikker verander,” zei Matthew lachend.
    “Kan je dat dan?” vroeg Rose een beetje bang.
    “Natuurlijk kan ik dat, ik ben toch een tovenaar?”
    Hij zwaaide met zijn toverstaf en er verschenen een paar blauwe vogeltjes die rond het hoofd van Simon en Rose vlogen. Gwendolynn keek vanuit de deuropening toe hoe de twee kinderen gillend van plezier de vogels probeerden te vangen. Geen van de drie had haar al opgemerkt.
    Ze had heel wat tijd nodig gehad om te verwerken wat Matthew haar verteld had. Ze was kwaad geweest op hem, omdat ze zich bedrogen voelde. Ze had eerst niet willen geloven dat wat hij vertelde waar was, dat het waar kon zijn. Tovenaars bestonden niet. Maar hoe boos en teleurgesteld en ongelovig ze ook was geweest, na een tijdje had ze moeten toegeven dat er geen andere verklaring was voor wat er gebeurd was. Er was geen enkele reden om aan te nemen dat Matthew dit alles uit zijn duim zoog. Tenzij hij psychisch gestoord was, maar dat zou nog geen verklaring zijn voor wat er deze middag met de draak gebeurd was. Ze had het met haar eigen ogen gezien. Zelfs haar vader, die niets had gezien, had Matthew sneller geloofd dan zij. En als ze eerlijk was, geloofde ze liever dat hij een tovenaar was dan dat hij een psychopaat zou zijn.
    Ze deed een stap naar voren. Matthew schrok toen hij haar opmerkte.
    “Sorry,” zei hij een beetje opgelaten en met een zwaai van zijn toverstaf deed hij de vogeltjes verdwijnen.
    “Het geeft niet,” zei Gwendolynn en ze ging naast hem in de zetel zitten. Ze wist niet goed wat ze moest zeggen of doen. Ze wilde haar hand op zijn dij leggen, maar dat leek haar niet zo’n goed idee. Hij was vast kwaad op haar omdat ze zo stom gereageerd had. Hij had verdorie Simons leven gered en wat deed zij? Ze begon op hem te schelden.
    Goed zo, Gwendolynn. Goed bezig! Moet je echt doen als je van iemand houdt.
    “Het… het spijt me dat ik zo stom deed,” zei ze zacht.
    Matthew keek haar zwijgend aan. Hij liet zijn toverstaf tussen zijn vingers draaien. Ze wilde dat hij iets zou zeggen, dat hij kwaad zou worden eventueel, gelijk wat, maar deze stilte was ondraaglijk.
    “’t Is oké,” zei hij uiteindelijk.
    Even dacht ze dat hij zijn hand op haar been zou leggen, maar ofwel bedacht hij zich halverwege, ofwel was hij dat nooit van plan geweest, want hij legde zijn hand gewoon op zijn eigen been.
    “Ga je nog toveren?” vroeg Rose.
    “Nee, genoeg getoverd voor vandaag,” zei Matthew. “Ga nog maar wat buitenspelen of zo.”
    “Alsjeblieft Matthew, tover nog iets,” smeekte Simon.
    “Simon, doe wat Matthew zegt,” zei Gwendolynn streng tegen haar neefje.
    Met tegenzin vertrokken de twee kinderen naar buiten. Daardoor waren Gwendolynn en Matthew nu alleen in de woonkamer. Het maakte dat Gwendolynn zich een beetje ongemakkelijk voelde. Ze dacht aan wat er in het bos gebeurd was, vóór Simon werd aangevallen door de draak. En vooral aan wat er net niet was gebeurd. Ze wilde niets liever dan dat nog eens over te doen, nu zonder gestoord te worden, maar ze durfde niet. Het feit dat hij een tovenaar was, kon niets veranderen aan de gevoelens die ze voor hem had. Maar ze wist nog steeds niet wat Matthew nu echt voor haar voelde, wat hij van haar dacht na het ‘incident’ van vanmiddag. En als hij al hetzelfde voelde als haar, durfde hij waarschijnlijk ook niets te doen omdat hij niet wist wat zij nu van hém dacht, bedacht ze.
    “Kan je echt iemand in een kikker veranderen?” vroeg ze aan Matthew, om de stilte te verbreken.
    “Dat zou ik moeten kunnen,” zei hij glimlachend, “maar Transfiguratie was nooit echt mijn sterkste vak.”
    Gwendolynn glimlachte en het werd weer stil tussen hen. Ze werd er nerveus van.
    “Eh, ik denk dat ik even ga kijken of Simon en Rose geen kattenkwaad uithalen,” zei ze. Een laf excuus om weg te vluchten van de stilte. Hij knikte begrijpend.
    “Gwendolynn,” riep hij haar terug toen ze bij de deur was. Ze draaide zich terug om en keek hem verwachtingsvol aan.
    “Eh, nee, niks. Sorry,” zei hij.
    Ze kon een zucht niet onderdrukken. Teleurgesteld liep ze de woonkamer uit, hopend dat hij de volgende keer wel de moed zou vinden om te zeggen wat hij wilde zeggen.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Merdyff wo 27 mei - 16:09

    Hoofdstuk 23

    Al bijna een week probeerden ze elkaar zo veel mogelijk te ontlopen. Al bijna een week slaagden ze er niet in om een normaal gesprek te voeren. Al bijna een week wachtten ze allebei op de ander om de eerste stap te zetten en Matthew hield het niet langer vol. Hij hield het niet langer vol om gewoon te doen in Gwendolynns bijzijn, terwijl hij haar eigenlijk wilde strelen, knuffelen, kussen. Hij hield het niet langer vol om over gewone dingen te praten tegen Gwendolynn, terwijl hij haar wilde vertellen wat voor mooie ogen ze had of gewoon dat hij van haar hield. Hij wilde weg van de vriendelijkheid van de O’Tara’s, voor even toch. En daarbij kwam nog dat het de volgende dag Gwendolynns verjaardag zou zijn. Er zou een tuinfeest zijn en hij wilde niet met lege handen verschijnen. Hij zag maar één oplossing: hij zou naar James gaan.
    Hij zei tegen Paddy dat hij een lange wandeling ging maken in het bos omdat hij al veel te lang had stilgezeten. Van zodra hij uit het zicht was, Verdwijnselde hij. Hij Verschijnselde weer bij James op de stoep en belde aan.
    “Matt, wat een verrassing,” zei James toen hij de deur opende. “Ik had jou hier niet meteen verwacht. Kom binnen.”
    “’t Is goed om jou te zien, Jimmy,” zei Matthew toen hij zijn vriend omhelsde.
    “Zal ik je been genezen?” vroeg James toen hij zag dat Matthews been nog altijd in het gips zat.
    “Nee, laat maar,” zei Matthew. “Ik ben het ondertussen zo gewoon geworden.” Bovendien was zijn gewonde been zijn enige excuus om bij Gwendolynn te blijven.
    “Oké, zoals je wilt,” zei James een beetje verbaasd. “Vertel eens, waaraan heb ik je bezoek te danken?”
    “Wel, ik vroeg me eigenlijk af of jij op dit moment een vriendin hebt,” zei Matthew een beetje aarzelend.
    “Eh, nee, eigenlijk niet,” zei James terwijl hij zijn vriend niet-begrijpend aankeek. “Ze heeft me deze ochtend gedumpt.”
    “Oh,” zei Matthew teleurgesteld.
    “Waarom misschien?” vroeg James, die er nog steeds niets van begreep.
    “Oh, wel, Gwendolynn verjaart morgen en ik wil wat voor haar kopen, maar ik weet niet goed wat en daarom had ik gehoopt op wat vrouwelijk advies.”
    “Oh, maar ik wil je ook best wel iets helpen uitzoeken, hoor,” zei James.
    Dat leek Matthew niet zo’n geweldig idee. Jimmy was net gedumpt en dat was niet helemaal waarop hij hoopte bij Gwendolynn.
    “Eh… wel… nee… ik… het moet….” Hij geraakte niet uit zijn woorden. James kende hem echter al lang genoeg om het te begrijpen. Een grijns verscheen op zijn gezicht.
    “Oh Matty, echt?”
    Matthew knikte.
    “En voelt zij ook wat voor jou?”
    Hij haalde zijn schouders op. “Ik weet het niet zeker. Ik denk het wel, maar er is nogal wat gebeurd en ik weet niet of ze nog altijd…”
    “Oh, wel, Emma is helemaal de persoon die je nodig hebt,” zei James. “Kom mee, ze woont hier vlakbij.”
    “Emma?” vroeg Matthew verbaasd.
    “Ja, mijn vriendin. Nou ja, mijn ex dus.”
    “Eh, is het wel een goed idee om bij haar langs te gaan als ze je pas gedumpt heeft?”
    “Oh, geen enkel probleem,” zei James.
    Matthew vond het een beetje raar, maar hij snapte James wel vaker niet wanneer het op vrouwen aankwam, dus hij vroeg niet verder.
    Even later stonden ze bij Emma voor de deur. James belde aan. Het duurde even voor de deur openging. Toen verscheen er in de deuropening een jonge vrouw met vuurrode krullen, bijeengebonden in een staart. Ze leek verbaasd om de twee mannen te zien.
    “Hallo Emma,” zei James vrolijk.
    “Hey James,” zei ze. “Hey… Matthew, toch?”
    Matthew knikte. “Hallo,” zei hij.
    “Matthew, je kent Emma vast nog wel,” zei James. “Ze zat samen met ons in Griffoendor, maar een jaar lager.”
    Nu wist Matthew weer vanwaar hij de jonge vrouw kende. Ze wendde zich tot James.
    “James, ik hoop dat je nog niet vergeten bent dat het uit is tussen ons?”
    “Hoe zou ik dat kunnen vergeten,” zei James grijnzend. “Ik zit al de hele dag verdrietig voor mij uit te staren.”
    “Daar geloof ik niks van,” zei Emma nors, maar Matthew merkte aan de pretlichtjes in haar ogen dat ze niet echt boos was. “Wat kom je eigenlijk doen?”
    “Wel, Matthew heeft jouw hulp nodig. Hij heeft een beetje problemen met een meisje en hij heeft advies nodig.”
    “Oh, maar jij bent toch een specialist op dat gebied?” zei Emma sarcastisch.
    “Dat heb ik hem ook verteld, maar hij vertrouwt me niet,” zei James en hij liet het klinken alsof hij wanhopig was. “Maar jij kan hem uiteraard helpen,” slijmde hij verder. “Jouw inzicht in vrouwen is echt onvoorstelbaar gewoon.”
    “Natuurlijk kan ik hem helpen,” zei Emma. “Maar ik wil jou er niet bij hebben. Jij bent nog steeds gedumpt.”
    “Ook goed, dan zie ik je morgen wel.”
    “Overmorgen,” zei Emma. “Morgen ga ik de hele dag boos op jou zijn omdat je langs bent gekomen terwijl ik het uitgemaakt had.”
    “Als je maar aan mij denkt,” zei James grijnzend voor hij Verdwijnselde.
    Matthew had de hele tijd met stijgende verbazing van de één naar de ander gekeken en staarde nu niet-begrijpend naar Emma.
    “Niet op letten,” zei die. “We hebben nogal een… speciale relatie. Het woord knipperlichtrelatie is eigenlijk speciaal voor ons uitgevonden.” Ze glimlachte. “Maar vertel eens, wat is jouw probleem?”
    Matthew vertelde haar kort het hele verhaal en hij vertelde wat hij in gedachten had om voor Gwendolynn te kopen.
    “Waarom heb je eigenlijk mijn hulp nodig?” vroeg Emma toen hij uitverteld was. “Dat is gewoon perfect. Ik wilde dat James zoiets voor mij zou doen. Nou ja, we zijn gewoon allebei te koppig om aan elkaar toe te geven dat we eigenlijk van elkaar houden.”
    Ze zuchtte even, leek even met haar gedachten ergens anders te zijn.
    “Maar nu gaan we shoppen,” zei ze een stuk vrolijker. “Niets beters als shoppen in Londen als therapie tegen liefdesverdriet.”

    Gesponsorde inhoud


    Draken en Dreuzels Empty Re: Draken en Dreuzels

    Bericht van Gesponsorde inhoud


      Het is nu do 21 nov - 22:22