Schrijfsels

Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

    Simplistisches hersenspinsels

    Simplistische
    Simplistische
    New Member
    New Member


    Vrouw Aantal berichten : 14

    Simplistisches hersenspinsels Empty Simplistisches hersenspinsels

    Bericht van Simplistische ma 5 jan - 23:41

    Hi,
    Ik ben Jennifer, 13 jaar.
    Ik ben dol op het schrijven van oneshots, daarom voegt ook mijn topic zich bij de anderen.
    Ik moet erbij zeggen dat ik niet zo goed ben, en dat ik maar wat graag hoor hoe ik het beter zou kunnen doen!

    Inhoudsopgave:

    1. Regendruppels
    Simplistische
    Simplistische
    New Member
    New Member


    Vrouw Aantal berichten : 14

    Simplistisches hersenspinsels Empty Re: Simplistisches hersenspinsels

    Bericht van Simplistische ma 5 jan - 23:45

    1. Regendruppels

    Het leven is als een regendruppel, eenmaal gevormd stort hij naar beneden om op de grond uit elkaar te spatten. Het leven is als een zeepbel, kwetsbaar, tijdelijk. De ene regendruppel of zeepbel blijft langer bestaan dan de ander. Maar nooit bestaan zij eeuwig.
    Mariska was helaas een zeepbel die te vroeg te grazen werd genomen door de klauwen van de tijd. Ze was altijd een levendig kind geweest, zorgenloos, zonder enig idee over het leven of de dood. Op die ene dag was dat over, die dag in haar vierde levensjaar.
    Het was een zonnige morgen, dauwdruppeltjes lagen glanzend op de grassprieten die de blote voeten van het meisje kietelden. Lachend danste ze over het grasveld, leek alles opnieuw te willen beleven. Haar ogen volgden de gele vlinders die om haar heen vlogen, landden op de kleurige bloemen. Rood, paars, wit, in alle denkbare vormen en maten. De eerste lichtblauwe hyacint had zijn kopje tussen die bloemen al boven de grond gewaagd. Het was perfect. Giechelend liet Mariska zich in het pasgemaaide gras vallen, dat die heerlijke, typische geur verspreidde. De geur van lente. Wolken dreven op hun gemak over de tuin, zonder zich te haasten, of te stressen. Het zwaluwenpaartje dat hoog in de lucht over haar hoofd cirkelde, dacht daar blijkbaar anders over. Alsof ze door een kat achterna gezeten werden, schoten ze hun hol onder het dak in. De bewoners van het houten huis waren nog niet uit de veren, iedere dag werkten ze van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, na negenen. Waren ze die ochtend maar wat eerder uit bed gekomen.
    Uit de tuin naast de hunne klonk het geluid van een bal op steen. Opgewekt liep Mariska naar het tuinhekje toe om te kijken of ze iets leuks kon doen. Haar buurjongen, die bezig was zijn voetbal tegen de muur te trappen, zag het meisje kijken. Ze had nog wat blaadjes in haar zwarte haren, en haar donkere ogen glommen vrolijk. De jongen, vier jaar ouder dan Mariska, liep naar het hek.
    ‘Hé Maar’, zei hij. Mariska zwaaide naar hem.
    ‘Wat ben je aan het doen?’, vroeg ze.
    De jongen haalde zijn schouders op. ‘Voetballen’, zei hij lichtelijk verveeld. ‘Je mag wel kijken, als je wilt’.
    Met haar handen om de houten latten van het hek bleef Mariska staan kijken. De bal stuiterde heen en weer, tegen de muur, tegen haar buurjongens knieën, zijn hoofd… Voor een achtjarige was hij best goed. Tot hij de bal weer wegschoot en hij in een boog via de muur langs zijn uitgestoken hand vloog. Hij stuitte over de stoeptegels, zo de tuin van de overburen in.
    ‘Ik haal hem wel!’, riep Mariska uit, terwijl ze snel door de tuin rende. De overbuurman was uit zijn huis gekomen en had de bal in zijn hand. Zijn grove gezicht was rood aangelopen.
    ‘Is deze bal van jou?’, vroeg hij op een akelige toon aan het meisje. Langzaam knikte ze. ‘Dan heb je pech gehad, dit is al de duizendste keer dat dat rotding in mijn tuin komt en de potten omver stoot.
    Daar had de man gelijk in. Zijn keurige tuin was bezaaid met modder, omgevallen planten. Voor Mariska, die als kleuter toch niet veel te zeggen had, iets kon zeggen, wierp de overbuurman de bal op zijn schuur.
    ‘Die krijg je niet meer terug’, zei hij kwaad, maar een gemene grijns speelde over zijn lippen. Mariska beet op die van haar.
    ‘Waar blijf je?’, hoorde ze Tommy, de buurjongen, roepen. De overbuurman hechtte daar geen waarde meer aan, zelfingenomen was de man weer naar binnen gelopen en had een kop koffie gezet. Mariska weigerde terug te komen zonder bal; wat zou Tommy wel niet denken? Het getinte meisje zag een kans op het dak van de schuur te komen door via een boom naar boven te klimmen. De boom zag er niet erg stevig uit, maar een meisje van vier let niet op die dingen. Nog voor ze beter had nagedacht sloeg ze haar armen om de boom en begon te klimmen. Het ruwe materiaal gaf haar nog een beetje steun, takken waren er niet veel. Mariska zag de bal al liggen, ze strekte haar hand uit om hem te pakken. Toen verloor ze haar grip.
    De regendruppel viel neer op de tegels, brak met een krakend geluid, tot er niets meer van over was dan kleinere druppels. Het enige verschil in deze vergelijking is dat regendruppels niet openbreken met een krakend geluid. Helaas doen de botten van kleine kinderen dat wel. Mariska was op slag dood. Op het moment dat Tommy haar ontzielde lichaam in de tuin van de ballendief vond, begon het te regenen. De ochtend, die zo vredig was begonnen, eerde haar verloren waterdruppel door haar bij miljoenen anderen te voegen. Tommy zakte in shock in elkaar.

      Het is nu vr 17 mei - 9:34