Schrijfsels

Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

3 plaatsers

    Verhalentips

    Fantasy_girl
    Fantasy_girl
    Admin
    Admin


    Don't live in the past, think about the future
    Vrouw Aantal berichten : 165

    Verhalentips Empty Verhalentips

    Bericht van Fantasy_girl vr 5 dec - 18:05

    Verhalentips


    Post hier al je tips voor anderen die met verhalen (magie en gewone) te maken hebben.
    Help een ander!
    Succes!
    Celeste
    Celeste
    Member
    Member


    Vrouw Aantal berichten : 64

    Verhalentips Empty Re: Verhalentips

    Bericht van Celeste ma 8 dec - 20:30

    Ik heb een rijtje met tips voor magie-verhalen, waar ik zelf ook enorm veel aan heb gehad. [ik heb ze wel zelf bedacht hoor] Het gaat nu vooral om fantasy verhalen of de eigenbedachte werelden en andere verzinsels.

    1. Zodra je een boek wilt schrijven, of in ieder geval een verhaal, over je eigen bedachte wereld, is daar heel wat fantasie voor nodig. Om je wereld geloofwaardig over te laten komen, zou je eigenlijk elk detail moeten kennen. Van elk beekje dat door een bos in je wereld loopt, tot de apparatuur die de tandarts in dat ene dorpje gebruikt. Als je alles weet van je wereld, en dus echt door middel van wijsheid erover kunt vertellen, zal de lezer het veel eerder geloven.
    2. Beschrijf dingen zoals je het zelf ziet. Als je je wereld van top tot teen kent, is het het mooiste als je dingen ook echt kunt beschrijven voor de lezer. Zo weten zij ook precies wat je bedoelt. Als je zelf een boomsoort hebt bedacht, en je het gewoon beschrijft als 'een boom' weet niet iedereen dat het een heel nieuwe boom is. Een ook zit er dan geen sfeer in.
    3. Heb je zelf een wereld of wezens bedacht of wat dan ook, schrijf dan het liefste niet in de ik-vorm. Dan word het namelijk snel té ingewikkeld. Want als je en nieuwe dingen moet beschrijven en moet beschrijven wat je hoofdpersoon allemaal uitvreet word het heel ingewikkeld.
    4. Als je een ander magie verhaal schrijft, is het het beste als je ook daarvan alles af weet. Als je een boek schrijft moet je eigenlijk sowieso weten waar je het over hebt. Maar vooral bij fantasy is dat belangrijk. Ook wil je natuurlijk geen dubbele boeken schrijven, dus doe eerst wat research op het internet.
    5. Hou het simpel wat namen betreft. Als je een boom een naam geeft als; Urambátar Colísìmorta Iliktîr Rotjäst. Is dat heel moeilijk te onthouden voor de lezer, en het is ingewikkeld. Omdat de lezer het woord meestal niet kan uitspreken, zal de lezer het ook niet onthouden. Ook spelen de meeste fantasy verhalen zich af in de historische wereld, en daar hadden ze meestal ook nog geen achternamen. Die hoef je dus ook niet te verzinnen! Hou het simpel, want met piet of klaas is ook niets mis.
    6. Het is natuurlijk belangrijk dat je zoveel mogelijk af weet van je wereld, maar oerenlange geschiedenisverhalen, sprookjes en nagelaten vertellingen zijn ook weer niet nodig. In ieder geval om getoond te worden aan de lezer. Dan word het al snel saai, vooral als het miljoenen jaartallen bevat. Dat Tolkien het deed, was geen probleem, maar de meeste uitgevers zijn niet op zoek naar complete bibliotheken vol nagelaten vertellingen. Ik kan trouwens ook niet zeggen dat ik Tolkiens Silmarillion etc. zo interessant vond. Maar uitzonderingen kunnen natuurlijk gemaakt worden.

    Wat vonden jullie van de tips? happy
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Verhalentips Empty Re: Verhalentips

    Bericht van Merdyff di 9 dec - 14:09

    (Ik post deze les hier, maar uiteraard geldt deze ook voor one-shots en fanfiction.)

    Ze zeggen zoveel...
    Over directe, indirecte en andere reden.

    Oké, mijn eerste biebles. Over hoe je woorden van iemand weergeeft in een verhaal, omdat ik gemerkt heb dat daar nogal wat fouten tegen gemaakt worden.

    Drie reden
    Laten we beginnen met een gewone mededelende zin. (Ik heb inspiratie gehaald uit een verhaaltje dat ik ooit eens geschreven heb.)
    De zin:
    Ik heb zelf ook al wat opgezocht over heksen.
    In het verhaal is het een leerkracht die dit zegt. Dat kunnen we op verschillende manieren weergeven.

    Directe rede:
    In de directe rede herhalen we letterlijk wat een persoon gezegd heeft.
    Dat wordt dus:
    "Ik heb zelf ook al wat opgezocht over heksen," zegt de leerkracht.

    Indirecte rede:
    In de indirecte rede wordt niet letterlijk herhaald wat er gezegd is, maar wordt er eerder een omschrijving gegeven van wat gezegd is.
    Onze zin wordt:
    De leerkracht zegt dat ze zelf ook al wat opgezocht heeft over heksen.
    Je hebt hier een hoofdzin en een bijzin. 'De leerkracht zegt' is de hoofdzin, 'dat ze zelf ook al wat opgezocht heeft over heksen.' is de bijzin.

    Semi-directe rede:
    Dit wordt eigenlijk zelden gebruikt. Het klinkt ook een beetje raar, vind ik, maar ik vermeld het even voor de volledigheid.
    Semi-directe rede is zo'n beetje iets tussen directe en indirecte rede. (Het heeft trouwens nog een andere naam, maar die ben ik vergeten.)
    Onze zin wordt in semi-directionele rede:
    Ze heeft zelf ook al wat opgezocht over heksen, zegt de leerkracht.
    Je gebruikt hier dus geen aanhalingstekens en herhaalt de woorden in de derde persoon. Je merkt zelf ook wel dat dit maar vreemd klinkt, ik raad dan ook aan om dit niet of bijna niet te gebruiken...
    (Waarvoor je dit eventueel wel kan gebruiken (en waarvoor ik het gebruik) is om gedachten weer te geven.
    Dan krijg je bijvoorbeeld:
    Ze moesten die heks absoluut tegenhouden, dacht de leerkracht.
    Maar voor gesproken tekst wordt het echt zelden gebruikt.)

    Verleden tijd
    Oké, dat is al een begin. Maar dat is niet alles. Ik weet niet of het jullie is opgevallen dat de vorige zinnen in de tegenwoordige tijd stonden? De vraag die ik nu ga beantwoorden is wat te doen als je je verhaal in de verleden tijd wil schrijven.

    Directe rede:
    Hier verandert er niet zo veel. Enkel het werkwoord dat 'zegggen' uitdrukt, wordt in de verleden tijd gezet.
    Dus:
    "Ik heb zelf ook al wat opgezocht over heksen," zei de leerkracht.

    Indirecte rede:
    Hier moeten we niet alleen het werkwoord van 'zeggen' (het hoofdwerkwoord dus), maar ook het werkwoord uit de bijzin in de verleden tijd zetten.
    De zin wordt:
    De leerkracht zei dat ze zelf ook al wat opgezocht had over heksen.

    Semi-directe rede:
    Voor de volledigheid. Ook in de semi-directionele rede komen beide werkwoorden in de verleden tijd te staan:
    Ze had zelf ook al wat opgezocht over heksen, zei de leerkracht.

    Interpunctie en zinsvolgorde
    Het laatste deeltje van deze les. Ik keer even de volgorde om, omdat er over interpunctie in de directe rede nogal veel te zeggen valt.

    Semi-directe rede:
    Alweer enkel voor de volledigheid. In de semi-directe rede begin je met de aangehaalde zin, dan volgt een komma en daarna de hoofdzin.
    Ze had zelf ook al wat opgezocht over heksen, zei de leerkracht.

    Indirecte rede:
    Hier begin je best met de hoofdzin, daarna volgt de bijzin. Hier zijn helemaal geen leestekens nodig.
    De leerkracht zei dat ze zelf ook al wat opgezocht had over heksen.

    Directe rede:
    De zinsvolgorde kan hier op drie manieren.
    1. Je kan de aangehaalde zin vóór het hoofdwerkwoord zetten:
    "Ik heb zelf ook al wat opgezocht over heksen," zei de leerkracht.
    De aangehaalde zin komt uiteraard tussen aanhalingstekens. Het werkwoord van 'zeggen' begint NIET met een hoofdletter, aangezien het niet het begin van een nieuwe zin is. Het eerste woord van de aangehaalde zin begint daarentegen ALTIJD met een hoofdletter.
    We hebben hier te maken met een mededelende zin, die normaal op een punt eindigt. Dit punt verandert in de aanhaling in een komma, die vóór het laatste aanhalingsteken komt. Een vraagteken of uitroepteken blijft wel een vraag- of uitroepteken en wordt geen komma. Het werkwoord dat erop volgt, krijgt nog steeds geen hoofdletter.

    2. Je kan ook het hoofdwerkwoord eerst zetten.
    De zin wordt dan:
    De leerkracht zei: "Ik heb zelf ook al wat opgezocht over heksen."
    Ook hier moet de aangehaalde zin met een hoofdletter beginnen.
    Na het hoofdwerkwoord komt nu een dubbele punt. De aangehaalde zin staat uiteraard nog steeds tussen aanhalingstekens en eindigt nu wel op een punt.

    3. Het hoofdwerkwoord kan ook tussen de aangehaalde zin staan, maar om dat te tonen, heb ik een nieuwe zin nodig. Ik gebruik even Lucas, mijn RPG-personage van op Dreuzels.
    Lucas wil Iris vertellen dat hij van haar houdt. Dit kan als volgt gebeuren:
    "Iris, ik denk dat ik van je hou," zei Lucas.
    Hier hebben we echter nu niet zoveel aan.
    Interessanter wordt het als we het zo schrijven:
    "Iris," zei Lucas, "ik denk dat ik van je hou."
    Wat zien we nu? 'zei Lucas' heeft geen hoofdletter en staat tussen twee komma's. Het tweede deel van de zin heeft ook geen hoofdletter, dat is ook zo in de oorspronkelijke zin.
    De komma na 'Iris' staat binnen de aanhalingstekens. Dit komt omdat er ook een komma stond in de oorspronkelijke zin.
    Dit is echter niet altijd het geval. Kijk naar wat er gebeurt als we 'Iris' weglaten:
    "Ik denk", zei Lucas, "dat ik van je hou."
    Alles blijft hetzelfde, alleen staat de komma van daarnet nu buiten de aanhalingstekens, omdat er geen komma stond in de oorspronkelijke zin.
    Als laatste kan een hoofdwerkwoord ook tussen twee afzonderlijke aangehaalde zinnen staan. Dan komt er na de hoofdzin gewoon een punt en begint de tweede zin gewoon met een hoofdletter. Voor de eerste zin is alles hetzelfde als wanneer het hoofdwerkwoord na de aanhaling komt.
    "Ik hou van je, Iris," zei Lucas. "Ik had dit al veel eerder moeten zeggen, maar het leek nooit het juiste moment."

    Zo, dit was het zo'n beetje. Ik hoop dat jullie iets bijgeleerd hebben. Vragen en opmerkingen horen niet hier thuis, maar in het reactietopic. Eventueel mag je ook PM'en.
    Nog een laatste opmerking: ik heb deze les zelf gemaakt en heb hier best wel wat tijd ingestoken, dus ik zou niet graag deze les ergens anders zien opduiken met jouw naam onder...


    Laatst aangepast door Merdyff op ma 5 jan - 21:50; in totaal 2 keer bewerkt
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Verhalentips Empty Re: Verhalentips

    Bericht van Merdyff di 9 dec - 14:29

    (Ook deze les geldt uiteraard ook voor one-shots en fanfiction.)

    Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
    Over beschrijvingen.

    Het valt me soms op dat in sommige verhalen totaal geen aandacht besteed wordt aan het beschrijven van de omgeving. Sommige mensen vinden het moeilijk om beschrijvingen te schrijven, anderen denken er gewoon helemaal niet aan. En dat terwijl het schrijven van een beschrijving helemaal niet zo moeilijk is en echt wel iets extra aan je verhaal kan geven.

    Een voorbeeldje:
    Matthias zat op een bankje in het park. Hij wachtte op Cleo, met wie hij had afgesproken. Eindelijk was ze daar. Hij liep naar haar toe en kuste haar.

    Je merkt natuurlijk meteen dat er iets mist in dit stukje. Het is uiteraard wel een extreem voorbeeld, aangezien er behalve totaal niets van de omgeving, ook helemaal geen gedachten of gevoelens beschreven worden. Daar ga ik het in deze les ook niet over hebben. Het enige wat ik ga doen, is tonen hoe je aan een goede beschrijving begint.

    Iets wat je altijd moet onthouden, is dat je al je zintuigen moet gebruiken in een beschrijving. We zullen beginnen met toe te voegen wat Matthias ziet, aangezien dit meestal het gemakkelijkste is.

    Matthias zat op een bankje in het park. Hij wachtte op Cleo, met wie hij had afgesproken. Hij keek om zich heen. Hij zat op een grasveld met hier en daar een paar bomen op. Voor hem lag de vijver van het park. Een paar vogels vlogen door de blauwe lucht. Eindelijk was Cleo daar. Matthias liep naar haar toe en kuste haar.

    Al een beetje beter, niet? Laten we nu eens nadenken over wat hij hoort.

    Matthias zat op een bankje in het park. Hij wachtte op Cleo, met wie hij had afgesproken. Hij keek om zich heen. Hij zat op een grasveld met hier en daar een paar bomen op. Voor hem lag de vijver van het park. Hij kon het gekwetter van de eendjes horen. Ergens blafte een hond. Een paar vogels vlogen door de blauwe lucht. Eindelijk was Cleo daar. Matthias liep naar haar toe en kuste haar.

    En wat zou hij voelen?

    Matthias zat op een bankje in het park. Hij wachtte op Cleo, met wie hij had afgesproken. Hij genoot van de warmte van de zonnestralen die zijn gezicht streelden en keek om zich heen. Hij zat op een grasveld met hier en daar een paar bomen op. Voor hem lag de vijver van het park. Hij kon het gekwetter van de eendjes horen. Ergens blafte een hond. Een paar vogels vlogen door de blauwe lucht. Met zijn vingertoppen ging hij over het ruwe hout van de bank. Eindelijk was Cleo daar. Matthias liep naar haar toe en kuste haar.

    Wat ik ook heel belangrijk vind, zijn geuren.

    Matthias zat op een bankje in het park. Hij wachtte op Cleo, met wie hij had afgesproken. Hij genoot van de warmte van de zonnestralen die zijn gezicht streelden en keek om zich heen. Hij zat op een grasveld met hier en daar een paar bomen op. Voor hem lag de vijver van het park. Hij kon het gekwetter van de eendjes horen. Ergens blafte een hond. Een paar vogels vlogen door de blauwe lucht. Met zijn vingertoppen ging hij over het ruwe hout van de bank. De lucht vulde zich met de geur van versgemaaid gras, vermengd met de geur van de bloesems van de bomen. Eindelijk was Cleo daar. Matthias liep naar haar toe en kuste haar.

    Het vijfde zintuig is meestal het moeilijkste vind ik. Of toch zeker bij het omschrijven van een omgeving. Je proeft niet echt iets wanneer je op een bankje in het park zit, tenzij je een ijsje aan het eten bent of zo. Aangezien dit hier niet het geval is en ik vind dat ik al een vrij goede beschrijving het gegeven van het park, laat ik de smaak maar zo. Vergeet echter niet af en toe wel smaak te gebruiken.

    Voorbeeldjes waarbij het zou kunnen:
    De koffiewalm die in de kamer hing, was zo sterk dat hij de koffie haast kon proeven.
    of
    Voor hij wist wat er gebeurde, werd hij hard op zijn gezicht geslagen. Hij proefde bloed.

    Zo, nu hebben we onze beschrijving van het park. We zijn van dit:
    Matthias zat op een bankje in het park. Hij wachtte op Cleo, met wie hij had afgesproken. Eindelijk was ze daar. Hij liep naar haar toe en kuste haar.
    naar dit:
    Matthias zat op een bankje in het park. Hij wachtte op Cleo, met wie hij had afgesproken. Hij genoot van de warmte van de zonnestralen die zijn gezicht streelden en keek om zich heen. Hij zat op een grasveld met hier en daar een paar bomen op. Voor hem lag de vijver van het park. Hij kon het gekwetter van de eendjes horen. Ergens blafte een hond. Een paar vogels vlogen door de blauwe lucht. Met zijn vingertoppen ging hij over het ruwe hout van de bank. De lucht vulde zich met de geur van versgemaaid gras, vermengd met de geur van de bloesems van de bomen. Eindelijk was Cleo daar. Matthias liep naar haar toe en kuste haar.
    gegaan. Best knap, niet?

    Maar dat is niet alles wat we met dit stukje kunnen doen. Of is er niemand geïnteresseerd in hoe Cleo eruit ziet? Probeer haar maar eens te beschrijven als je wat wilt oefenen. Denk eraan: gebruik al je zintuigen. Als je een stukje geschreven hebt en er graag feedback op wilt, mag je mij altijd pm'en.

    Mogelijk voorbeeld:
    Spoiler:

    Gesponsorde inhoud


    Verhalentips Empty Re: Verhalentips

    Bericht van Gesponsorde inhoud


      Het is nu do 21 nov - 21:33