Schrijfsels

Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

    Nobody said it was easy...

    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff do 11 dec - 21:47

    Nobody said it was easy...
    (The Scientist - Coldplay)

    Nobody said it was easy... Button3Nobody said it was easy... Button6
    (Beetje moeilijk om nu al een leeftijdsschatting te maken, daarom neem ik het voorlopig hoog genoeg. Het kan zijn dat wanneer ik de scène of scènes die ik in gedachten heb die het verhaal 16+ zouden maken geschreven heb, ik de leeftijdsgrens nog verminder, als het niet echt nodig blijkt te zijn. Het grootste deel van het verhaal zal eigenlijk best wel geschikt zijn voor alle leeftijden.)

    Ik denk niet dat dit verhaal heel veel inleiding nodig heeft. Ik ben altijd bang om in een inleiding dingen van het plot te verklappen, dus hou ik niet zo van inleidingen.
    Wel wil ik even zeggen dat de hoofdpersonages van dit verhaal, James en Emma, ook voorkomen in een ander verhaal van mij, namelijk Draken en Dreuzels. James is namelijk de beste vriend van Matthew Darcy, het hoofdpersonage van dat verhaal. Ik weet nog niet of ik het hier ook ga posten, de verhalen zijn sowieso onafhankelijk van elkaar te lezen.
    Reacties zijn altijd welkom.

    Ook even mijn bèta-readers bedanken, dat zijn Celeste (hoofdstuk 1) en Laura (hoofdstuk 2). Vanaf hoofdstuk 3 is Blossom (Dreuzels) mijn bèta-reader, waarvoor ik haar heel dankbaar ben.

    Inhoud:
    1. It's worse than razorblades in your mouth
    2. I don't know why I can't take my eyes off of you
    3. I feel peculiar, now what do you feel?
    4. Don't you see that my heart's on fire?
    5. I am nothing more than a little boy inside
    6. And how do I know if you're feeling the same as me?
    7. Check my vital signs to know I'm still alive
    8. When the tears come streaming down your face
    9. The one that I am leaving is the one I'm really trying to find
    10. And I don't know if I was ever as blue
    11. 'Cause I'm not doing so good without you
    12. By the way, the weather is nice today
    13. It seems the ones who love us are the ones that we deceive
    14. And only some dumb idiot would let you go
    15. You'll go to hell for what your dirty mind is thinking


    Laatst aangepast door Merdyff op ma 15 maa - 16:57; in totaal 15 keer bewerkt
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff do 11 dec - 21:58

    It’s worse than razorblades in your mouth
    (Chews you up, spits you out – Zornik)

    De zaal was schitterend versierd. Overal waren kandelaars met kaarsen die een sfeervol licht verspreidden en bloemen die met hun geuren en kleuren de omgeving opvrolijkten.
    Emma keek haar ogen uit toen ze aan Richards arm de ruimte werd binnengeleid. Even waande ze zich terug op Zweinstein, in de Grote Zaal tijdens een eindejaarsbal. Ondertussen was het alweer vier of vijf jaar geleden dat ze daar nog geweest was. Ze begon de tel al kwijt te raken en toch leek het nog maar gisteren.
    De zaal was gevuld met dansende koppels, stuk voor stuk gekleed in prachtige galakledij. Zelf droeg ze een eerder eenvoudige zwarte galajurk. Ze had geen moeite gedaan om haar haren op te steken, in tegenstelling tot vele van de dames die ze zag. Ze had haar weerbarstige krullen gewoon samengebonden in een staart. Er iets anders mee proberen te doen was toch hopeloos. Ze hoopte maar dat het Richard niet stoorde. Hij zag er zoals ze wel verwacht had onberispelijk uit in zijn galagewaad.
    “Zijn dit allemaal Helers?” vroeg ze hem.
    “Het zijn allemaal Helers of Helerstudenten zoals ik met hun partner,” antwoordde hij. “Dus er zijn ook veel mensen die gewoon met een Heler getrouwd zijn of een relatie hebben met een Heler.”
    “En hoeveel Helers vragen hun buurmeisje mee?” vroeg Emma plagend.
    “Ik dacht dat je het leuk zou vinden om mee te gaan,” verdedigde Richard zich. “En ik had weinig zin om alleen te gaan.”
    Richard was Emma’s buurjongen. Of eerder buurman, want iemand van tweeëntwintig kon je nog moeilijk buurjongen noemen. Hij studeerde voor Heler en had Emma gevraagd om met hem mee te gaan naar het bal van de Helers, gewoon als vrienden. Of dat hoopte Emma in ieder geval. Als hij nog iets anders in gedachten had, zou ze hem moeten teleurstellen. Hij was een goede vriend, de enige van Zweinstein die ze nog regelmatig zag, maar meer ook niet.
    Richard haalde haar uit haar gedachten met de vraag of ze wilde dansen.
    “Daarvoor zijn we hier, zeker?” zei ze glimlachend en ze liet zich door hem naar de dansvloer leiden.
    De avond verliep goed. Emma amuseerde zich met dansen en af en toe iets drinken of wat praten met mensen die Richard kende. Zelf dronk ze water, maar ze merkte dat de mensen rondom haar -waaronder Richard- wel een beetje extra-vrolijk werden door de alcohol. Het was iets na middernacht toen hij haar de dansvloer optrok voor een wilde polka, die tot een abrupt einde kwam toen ze hard tegen een ander danspaar botsten. Richard begon zich meteen te verontschuldigen, terwijl Emma probeerde niet in lachen uit te barsten.
    “Richard?” zei de vrouw waar ze tegen gebotst waren plots. “Richard Brown?”
    Richard keek nu op en herkende haar. “Sophy?”
    “Ik wist niet dat jij voor Heler studeerde.”
    “Ja dus,” zei Richard. “Maar wat doe jij hier? Jij studeert toch niet voor Heler? Dan zou je bij mij in de les moeten zitten.”
    “Nee,” antwoordde de jonge vrouw die Sophy heette. Emma herkende haar nu ook. Ze had op Zweinstein in hetzelfde jaar gezeten als zij en Richard. Emma wist dat ze net als Richard een Ravenklauw was. “Ik ben hier met mijn vriend James.”
    Emma’s blik ging van de blonde vrouw naar de donkerharige jongeman naast haar die ze nu pas opmerkte.
    “Is dat jouw vriendin?” hoorde ze Sophy aan Richard vragen.
    “Nee,” was Richards antwoord. “Dit is Emma. We zijn hier gewoon als vrienden. Ik heb geen vriendin. Wat doe jij eigenlijk nu je van Zweinstein af bent?”
    Emma luisterde niet verder naar het gesprek tussen Richard en Sophy. Ze keek stomverbaasd naar de jongeman tegenover haar, zonder dat ze meteen in staat was om iets te zeggen.
    “Goedenavond, Emma Harrison,” verbrak hij de stilte.
    “Goedenavond, James Knightley,” beantwoordde ze zijn begroeting, verbaasd dat hij haar naam kende. James Knightley was een jaar ouder dan Emma en net als zij een Griffoendor. Maar niet zomaar een Griffoendor. James was dé Griffoendor geweest waarmee al Emma’s vriendinnen wel eens een date wilden hebben. Emma had vaak de indruk gehad dat zij de enige was geweest die niet geïnteresseerd was in de knappe Griffoendor, dat ze de enige was geweest die inzag dat hij gewoon een ongelooflijke player was en die niet één van zijn vele veroveringen wilde zijn om na een week toch weer gedumpt te worden.
    “Hoe gaat het met jou?” vroeg James.
    “Goed,” antwoordde Emma. “Eh… hoe gaat het met jou?”
    “Ook goed, dank je,” zei hij.
    Het voelde vreemd om met James te praten, vond Emma. Ze kon zich niet herinneren dat ze dat ooit gedaan had in de zes jaar dat ze samen op Zweinstein hadden gezeten. James was altijd diegene geweest die ofwel in een hoekje van de leerlingenkamer met één of ander meisje zat te kussen, ofwel plezier aan het maken was bij het haardvuur met Matthew, zijn beste vriend.
    In een poging om het gesprek dat James begonnen was, verder te zetten, vroeg ze: “Zie je Matthew nog vaak?”
    “Niet zo vaak meer,” antwoordde James, duidelijk een beetje verbaasd door die vraag. “We hebben het de laatste tijd allebei nogal druk. Waarom?”
    Emma besefte nu pas dat het eigenlijk een vreemde vraag was geweest. Misschien dacht hij nu wel dat ze een oogje had op Matthew. Of dat ze dat in elk geval had gehad toen ze nog op Zweinstein zaten.
    “Ik probeerde gewoon een gesprek aan te knopen,” zei ze snel. “Meer niet.”
    James glimlachte. “Dus Richard is niet jouw vriend?” vroeg hij. “Vindt jouw vriend het eigenlijk goed dat je met iemand anders naar een galabal gaat?”
    “Ik heb helemaal geen vriend,” zei Emma. “Hoe kom je daarbij?”
    James deed alsof hij hoogst verbaasd was. “Geen vriend? Een schone dame als u die geen vriend heeft, dat kan toch niet?”
    Emma bloosde. “Toch wel, hoor. Het is zo. Ik vul mijn avonden met televisie kijken met mijn ouders, zielig hé?”
    “Hm, volgens mij zijn Sophy en Richard ons vergeten,” merkte James op.
    Emma keek om zich heen en zag dat ze een eindje verderop samen aan het dansen waren.
    “We staan hier eigenlijk wel op een vreemde plaats om te babbelen,” stelde Emma vast toen ze besefte dat ze nog steeds in het midden van de dansvloer stonden, op de plaats waar ze daarnet tegen elkaar gebotst waren.
    “Ja, eigenlijk wel,” zei James. “Maar daar weet ik een goede oplossing voor.”
    Emma keek hem vragend aan.
    “Ik zal je ten dans moeten vragen,” zei hij en hij stak galant zijn hand uit.
    Emma aarzelde even voor ze haar hand in de zijne legde en zich liet meevoeren in een trage wals. Ze vroeg zich af of hij haar nu aan het versieren was. Maar hij had een vriendin. Een vriendin die hier zelfs aanwezig was. Zó erg kon hij toch niet zijn?
    Tijdens het dansen werd het al snel duidelijk dat ze zich om niks zorgen had gemaakt. Het was gewoon een dans tussen vrienden. Geen geflirt. Geen stiekeme aanrakingen. Geen versierpogingen. Ze merkte ook al gauw dat James een betere danser was dan Richard en ze vond het leuk om met hem te dansen.
    “Laten we op zoek gaan naar Sophy en Richard,” stelde James voor toen de dans ten einde was.
    “Oké,” zei Emma en ze volgde hem toen hij zich een weg baande tussen de dansende mensen. Plots bleef hij staan en Emma botste tegen hem op. Toen hij niet bewoog, ging ze naast hem staan om te zien waarom hij zo plots was blijven stilstaan en niet meer in staat leek om te bewegen. Wat ze zag, verbaasde haar minstens even erg als het James had verbaasd. Ze hadden Sophy en Richard gevonden. Alleen hadden de twee Ravenklauws hen nog niet opgemerkt. Daarvoor waren ze te druk bezig met elkaar te kussen…
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff wo 21 jan - 2:11

    I don’t know why I can’t take my eyes off of you
    (You and Me – Lifehouse)

    Toen James van zijn verbazing bekomen was, draaide hij zich zonder verder nog iets te zeggen om en liep met grote passen in de richting van de uitgang van de zaal. Emma wist eerst niet goed wat te doen. Moest ze hem volgen? Uiteindelijk besloot ze maar om dat te doen. Hij was tenslotte de enige in de zaal die ze kende, op Richard en Sophy na, maar ze had weinig zin om bij hén te blijven.
    “James, wacht!” riep ze toen hij de marmeren trap naar de benedenverdieping afging. Even was James van plan om gewoon verder te lopen, naar buiten te gaan en haar te negeren, maar uiteindelijk draaide hij zich langzaam om en staarde haar zwijgend aan. Emma vroeg zich af wat ze eigenlijk van plan was geweest om te zeggen of te doen.
    “Richard had al wat te veel gedronken,” stamelde ze. “Het heeft vast niets te betekenen.”
    Ze had er geen idee van waarom ze haar vriend verdedigde of waarom ze dingen zei waar ze eigenlijk helemaal niet achter stond. Ze vond helemaal niet dat alcohol iemand het recht gaf om met iemand anders’ lief te kussen. Niets kon iemand dat recht geven, volgens haar.
    “Sophy had alleen nog maar fruitsap gedronken,” zei James bitter.
    “Ik vind het rot voor je,” zei Emma, maar ze kon het niet helpen dat ze bedacht dat hij waarschijnlijk op dezelfde manier al verschillende meisjesharten had gebroken.
    James ging op de marmeren traptreden zitten.
    “Ik weet wat je denkt,” zei hij. “Je vindt dat het mijn verdiende loon is omdat ik zelf zo’n versierder ben.”
    Emma verschoot van kleur. “Ik dacht helemaal niet…” begon ze, maar James keek haar sceptisch aan. “Oké, dat dacht ik inderdaad. Nou ja, niet echt dat het je verdiende loon is, maar wel dat je waarschijnlijk net hetzelfde gedaan zou hebben.”
    James deed er het zwijgen toe en Emma ging naast hem op de trap zitten, zich ergerend aan het feit dat galajurken duidelijk niet waren gemaakt om mee op trappen te zitten. Een aantal mensen kwamen voorbij en keken hen even vreemd aan, maar niemand zei iets.
    “Weet je, Emma,” zei James na een tijdje zonder haar aan te kijken, “ik weet niet of het je is opgevallen, maar ik heb je vanavond niet gekust.”
    Emma keek hem stomverbaasd aan. “Was je dat van plan dan?”
    “Het is even in mij opgekomen om je te versieren, ja,” zei James, nog steeds haar blik ontwijkend. “Maar toen dacht ik: ‘Nee, ik heb een vriendin, ik hoor nu geen andere meisjes te versieren.’”
    “Je meent het,” zei Emma sarcastisch.
    James wond zich zichtbaar op om die opmerking. “Ik dacht dat je hierheen was gekomen om me te troosten,” zei hij, en nu keek hij haar wel aan, “maar als je enkel komt om mij te veroordelen, ga je maar weer weg, hoor.”
    “Sorry,” zei Emma geschrokken.
    James staarde weer voor zich uit. “Ik weet dat ik geen al te beste reputatie heb op het gebied van vrouwen,” zei hij uiteindelijk. “Maar in tegenstelling tot sommige anderen heb ik nog nooit een meisje gekust terwijl ik samen was met een ander. Niet dat jij dat gelooft of zo en dat kan mij ook niet schelen, maar het is wel zo. Ik heb nog nooit een vriendinnetje bedrogen.”
    Emma was verbaasd om dit te horen. Ze wilde wat hij zei eerst als een leugen afdoen, maar om één of andere reden kreeg ze toch het gevoel dat hij de waarheid sprak. Ze wist niet of het de toon van zijn stem was, of de houding van zijn lichaam, of de hele situatie, die haar deed geloven wat hij zei, maar in elk geval geloofde ze hem.
    “Ik… ik geloof je… Denk ik,” stamelde ze.
    James keek haar blij verrast aan. Het betekende meer voor hem dat ze hem geloofde, dat iemand hem geloofde, dan hij had willen laten uitschijnen.
    “Dank je,” fluisterde hij.
    Er viel weer een stilte tussen hen die pas verbroken werd toen James aankondigde dat hij naar huis ging en opstond.
    Emma stond ook op. “Zou je… zou je me naar huis willen brengen?” vroeg ze aarzelend.
    Hij keek haar verwonderd aan en ze kreeg meteen spijt van haar vraag.
    “Nou ja, mij moeder wil niet dat ik ’s nachts alleen door Londen loop en op Richard hoef ik nu niet te rekenen en ik heb een vreselijke hekel aan Verschijnselen,” begon ze te ratelen. “En het is maar tien minuutjes van hier te voet ongeveer en …”
    “Het is al goed, ik loop wel even mee,” onderbrak James haar. “Een beetje frisse lucht zal me goed doen.”
    Ze haalden hun mantels op bij de vestiaire en stapten de koude buitenlucht in. Emma rilde even.
    “Waar woon je ergens?” vroeg James.
    “Die kant uit,” zei Emma met een handgebaar in de juiste richting. Ze noemde de straat.
    “Hm, dat is niet zo ver van waar ik woon,” zei hij.
    “Dat komt dan mooi uit,” zei Emma. “Dan moest je toch die kant uit.”
    “Normaal zou ik wel Verdwijnseld hebben, hoor.”
    “Oh ja, ook waar,” zei Emma en ze kreeg een lichte kleur.
    Zwijgend liepen ze door de verlaten straten van Londen. Af en toe botsten ze zachtjes met hun schouders tegen elkaar, maar dat was het enige contact dat er was tussen hen. Emma kon het niet helpen om stiekem vanuit haar ooghoeken zijn gezicht in zich op te nemen. Hij was knap. Op dat vlak was hij nog geen haar veranderd sinds zijn laatste jaar op Zweinstein. Misschien was hij zelfs nog knapper geworden.
    Toch was er iets anders aan hem. Op Zweinstein had ze hem nooit aantrekkelijk gevonden. Hij had er goed uitgezien, daar was iedereen het over eens geweest en dat zou ze zeker niet ontkennen. Maar ze had zich nooit tot hem aangetrokken gevoeld. Eerder het tegenovergestelde. Ze had altijd gevonden dat hij iets… oppervlakkigs had. Alsof je in zijn ogen kon zien dat alles waarin hij geïnteresseerd was het versieren van meisjes was.
    Maar nu… Nu wist ze dat niet meer zo zeker. Er was iets in zijn ogen dat ze niet kon thuisbrengen. Iets dat ze nog nooit eerder gezien had bij hem. Misschien was het gewoon verdriet of teleurstelling of wat dan ook omdat Sophy hem had bedrogen. Ze kon moeilijk geloven dat hij veranderd zou zijn.
    Zijn blik kruiste even de hare en ze keek snel weg. Ze wilde niet dat hij zag dat ze naar hem keek. Hij moest niet denken dat ze op wat voor manier dan ook geïnteresseerd was in hem. Dat was ze nooit geweest en dat was ze nu ook niet. En als ze dat misschien toch een beetje was, dan was dat enkel omdat ze zich gevleid voelde omdat hij haar zou versierd hebben als hij single zou zijn geweest. Tenslotte zei niet elke dag iemand dat tegen haar. Uiteraard wist ze best dat dat niets te betekenen had. James zou als hij single was geweest iedereen versierd hebben die een rok droeg. Verder ging haar interesse in hem dan ook niet. Het feit dat hij haar had verteld dat hij nog nooit een vriendinnetje had bedrogen, had haar verbaasd, maar het veranderde niets aan het feit dat hij ook nog nooit een serieuze relatie had gehad. Ook op dat vlak was hij duidelijk nog geen haar veranderd sinds hun schooltijd.
    “Hier is het,” zei Emma toen ze bij haar huis aankwamen. Het was het eerste dat ze zei sinds ze samen van het bal vertrokken waren.
    “Oké,” zei James. “Eh… misschien zie ik je nog wel eens.”
    “Ja, misschien,” zei Emma. “Eh… slaapwel.”
    “Ja, slaapwel,” zei James. Hij stak zijn handen in zijn zakken en liep weg.
    Emma opende de voordeur en ging naar binnen. Ze zag niet meer hoe James zich aan het einde van de straat nog even omdraaide en met een zucht haar richting uitkeek.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff do 30 apr - 19:31

    I feel peculiar, now what do you feel?
    (You don’t know – Milow)

    De hele zaterdag gebeurde er niets. Emma hoorde niets van Richard en niets van James. Niet dat ze dat verwachtte. Nou ja, eigenlijk verwachtte ze wel om iets van Richard te horen, maar dat gebeurde dus niet.
    Zondagochtend werd ze echter gewekt door een kerkuil die op het raam van haar slaapkamer tikte. Nog half slapend opende ze het raam en maakte de brief los die aan de poot van de uil gebonden was.
    Beste Emma, las ze.
    Ik vond het aangenaam om vrijdag met jou te praten. Je zou mij een groot plezier doen door vanavond iets te gaan drinken met mij om wat bij te praten.
    Met vriendelijke groeten,
    James Knightley

    Emma staarde een tijdje verbijsterd naar de brief in haar handen. Had James haar nu net mee uit gevraagd? Om bij te praten? Over wat?
    Ze had eigenlijk zin om terug in haar bed te kruipen en eens lang na te denken over wat ze moest doen, liefst zo lang dat het al te laat was om nog iets te gaan drinken, maar de uil die de brief gebracht had, wachtte duidelijk op een antwoord. Waarschijnlijk had James hem de opdracht gegeven om niet te vertrekken zonder. Ze zag er hem best voor aan.
    “Oké, al goed,” zei ze tegen de uil.
    Ze schreef snel op de achterkant van het stuk perkament dat ze meeging en bond het terug aan de poot van de uil.
    “Als hij maar niet denkt dat hij me zo kan versieren.”

    James had er die ochtend lang over gedaan om het korte briefje te sturen. Zenuwachtig had hij op de terugkeer van Rodney, zijn uil, zitten wachten. Hij had gevreesd dat ze zou weigeren om mee te gaan, maar gelukkig had ze dat niet gedaan. Nu nam hij haar mee naar een klein, gezellig Dreuzelcafeetje, niet ver van waar ze woonden.
    Onderweg zegden ze enkel het hoogstnodige tegen elkaar. Bij Emma was dat omdat ze er geen idee van had wat ze tegen James moest zeggen. Waarom hij niets zei, daar kon ze alleen maar naar raden.
    “Bedankt dat je wilde meekomen,” zei hij uiteindelijk, nadat ze hun drank hadden besteld en gekregen.
    “Ik had toch niets te doen,” zei Emma schouderophalend.
    “Ik vond het leuk om met je te praten vrijdag,” zei hij en hij klonk helemaal niet als de zelfzekere James die ze kende. Of dacht te kennen.
    “Dat schreef je al in je brief,” zei ze.
    “Oh ja.”
    Er viel opnieuw een stilte, waarin Emma zich afvroeg waarom ze in godsnaam op het voorstel van James was ingegaan. Het zag er niet naar uit dat dit een gezellige avond zou worden.
    “Sophy is gisteren langs geweest,” zei hij.
    “Oh, en?” vroeg Emma een beetje nieuwsgierig.
    “Ze zei dat ze het wilde uitmaken,” vertelde hij. “Toen ik vroeg waarom, mompelde ze iets van dat het niet meer ging tussen ons of zo. Ze had ons vrijdag duidelijk niet gezien.” Hij snoof. “Ik zei niet veel, tot ze op het punt stond om te vertrekken. Toen zei ik: ‘Als je Richard bedriegt, zorg er dan voor dat hij er niet staat op te kijken.’ Haar gezicht was goud waard.” Hij grijnsde nu. “Ze werd rood en begon excuses te stamelen, maar ik zei dat ik haar excuses niet wilde horen en dat ze beter kon vertrekken. En toen vertrok ze.”
    Emma glimlachte om zijn trots om het kleine beetje wraak dat hij had genomen.
    “Ik heb Richard al twee dagen niet gezien,” zei ze. “Hij durft zich waarschijnlijk niet meer te vertonen.”
    James lachte.
    Weer viel er een stilte, die deze keer door Emma verbroken werd.
    “Dus nu het uit is met Sophy ga je mij maar proberen te versieren?”
    James verschoot van kleur en ze wist dat ze juist geraden had.
    “Eh… zoiets,” stamelde hij. “Maar wel zonder de ‘maar’ in jouw zin.”
    Emma moest even nadenken over wat haar zin precies geweest was en zei toen: “Oh, en daar moet ik blij om zijn, waarschijnlijk.”
    James haalde zijn schouders op. “Ik wil gewoon niet dat je denkt dat ik op zoek ben naar vervanging voor haar. Ik mocht haar graag en ik was behoorlijk geschrokken toen ik zag hoe ze mij bedroog, maar eigenlijk wist ik wel al langer dat ze niet de liefde van mijn leven was.”
    “Oh, dus ik ben wel de liefde van je leven?” vroeg Emma sarcastisch.
    “Dat heb ik niet gezegd.” Hij begon zich duidelijk op te winden. “Ik heb alleen maar gezegd dat als ik jou probeer te versieren, dat is omdat ik jou leuk vind en niet omdat ik gedumpt ben en wanhopig op zoek ben naar een nieuw lief. Ik kan echt wel een tijdje zonder lief, hoor.”
    “Oké oké, het is al goed,” zei Emma snel.
    “Laten we het over iets anders hebben,” stelde James voor. “Eh, wat doe jij eigenlijk nu je van Zweinstein af bent?”
    Emma aarzelde even voor ze antwoord gaf. Ze wist dat veel tovenaars het idioot vonden dat ze een Dreuzeljob deed.
    “Ik werk in een kinderdagverblijf,” zei ze. Wat kon het haar ook schelen wat James over haar dacht?
    Maar James lachte helemaal niet. Hij leek oprecht geïnteresseerd in wat ze deed en wilde weten met hoeveel mensen ze samenwerkte, of dat allemaal Dreuzels waren, hoeveel kindjes er waren, hoe oud de kindjes waren en nog veel meer. Vragen die ze graag beantwoordde. Op die manier vloog de tijd voorbij en werd het toch nog gezellig. De hele tijd deed James niks om haar te versieren en dat zorgde ervoor dat ze zich steeds meer op haar gemak bij hem ging voelen. Al kon dat natuurlijk ook liggen aan de wijn die ze dronken.
    “Om eerlijk te zijn heb ik jou nooit echt als een toekomstige Heler gezien,” zei ze.
    James glimlachte een beetje geheimzinnig. “Misschien moet je je maar eens afvragen of je niet een verkeerd beeld van mij hebt. Ik wil al heel lang Heler worden. Al van voor ik naar Zweinstein ging, eigenlijk.” Hij leek nog iets te willen zeggen, maar slikte zijn woorden opnieuw in. Zenuwachtig speelde hij met de bierviltjes die op hun tafeltje stonden.
    Het was vreemd: terwijl Emma zich steeds meer op haar gemak ging voelen bij James, leek hij steeds meer zijn zelfzekerheid kwijt te raken. Voor ze besefte wat ze deed legde ze haar hand op zijn hand.
    James keek op en staarde haar verwonderd aan. Een warm gevoel stroomde door zijn lichaam door de aanraking, maar hij wist dat het fout was. Waarom Emma haar hand op die van hem had gelegd, wist hij niet, maar het kon niet zijn om de reden die hij wenste. Daarom wilde hij liever dat ze niet haar hand op die van hem legde. Voor het geval dat hij dan dingen ging doen die hij niet wilde. Of beter gezegd… dingen die zíj niet wilde.
    “Eh… mijn hand ligt daar al,” liet hij haar aarzelend weten.
    “Sorry,” zei Emma en snel nam ze haar hand terug weg. Om zich een houding te geven nam ze nog een slok van haar glas wijn. Ze begreep het niet. Daarnet zei James nog dat hij haar wilde versieren en nu vond hij het vervelend dat zij haar hand op die van hem legde? Ze probeerde zich precies te herinneren hoe zijn woorden geklonken hadden. Had ze de ironie in zijn stem gemist?
    “Zie jij nog vaak andere mensen van Zweinstein?” vroeg ze om het gesprek terug op gang te brengen.
    “Ja, regelmatig,” antwoordde hij. “Vooral diegenen die ook voor Heler studeren.”
    Ze praatten nog een tijdje verder, tot James zei dat ze misschien beter naar huis konden gaan, omdat hij de volgende dag vroeg op moest. Emma keek op haar horloge en schrok dat het al zo laat was. De tijd was voorbij gevlogen, ondanks het feit dat ze in het begin van de avond nog had gevreesd dat hij voorbij zou kruipen.
    James betaalde; hij wilde niets horen van haar protest daarover. Toen wandelden ze samen naar huis.
    Het was koud buiten. De herfst was duidelijk begonnen. Emma legde haar arm om James’ middel om warmte bij hem te zoeken. De verbaasde blik die hij haar toewierp drukte perfect uit wat ze zelf voelde om wat ze deed. Ze stak het op de wijn, die haar haar verstand deed verliezen.
    James legde een beetje aarzelend zijn arm om haar schouder. Het bezorgde haar een vreemd gevoel om de warmte van zijn lichaam te voelen, maar het was wel een aangenaam gevoel. Ze had zich in het begin van de avond voorgenomen om zich niet door hem te laten versieren, maar onder invloed van de vermoeidheid en de alcohol gaf ze haar verzet op en legde ze haar hoofd op zijn schouder.
    “Niet in slaap vallen, hé,” zei James.
    Emma glimlachte even. Het idee om op James’ schouder in slaap te vallen en zich gewillig door hem mee te laten voeren leek haar eigenlijk nog niet zo’n slecht vooruitzicht. Ze waren echter bij haar thuis voor ze de kans kreeg om in te dommelen.
    Het was tijd om James los te laten en afscheid te nemen.
    “Eh, bedankt voor de leuke a-…”
    Verder kwam ze echter niet. James boog zich naar haar toe en kuste haar lippen. Ze keken elkaar verschrikt aan, allebei geschrokken om wat hij zonet gedaan had.
    “Ik… Sorry… ik… ik wilde niet…” stamelde hij, maar Emma onderbrak hem op dezelfde manier als hij haar zopas had onderbroken.
    De tweede kus duurde een stuk langer dan de eerste. Een zalig gevoel verspreidde zich over Emma’s lichaam toen James haar dichter tegen zich aan trok. Veel te snel verbrak hij het contact.
    “Slaapwel,” zei hij zacht, maar net luid genoeg om haar uit haar verdoving te doen ontwaken.
    “Eh… ja, slaapwel,” zei ze.
    Ze keek hem na terwijl hij de straat uitwandelde. Toen hij bij de hoek kwam, draaide hij zich nog even om. Hij glimlachte toen hij zag dat ze nog stond te kijken en stak even zijn hand op. Toen draaide hij zich om en verdween uit het zicht. Emma zuchtte en ging toen naar binnen, met een vreemd maar gelukzalig gevoel in haar borstkas.


    Laatst aangepast door Merdyff op za 31 okt - 16:55; in totaal 1 keer bewerkt
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff di 12 mei - 23:54

    Don’t you see that my heart’s on fire?
    (At the close of every day – Arid)

    “En nu ga je Ome Stephen vertellen waarover jij al de hele voormiddag zit te piekeren,” zei Stephen toen ze alle kindjes in bed hadden gelegd voor hun middagdutje.
    Emma zuchtte en vervloekte de bovenmenselijke hoeveelheid mensenkennis die haar mannelijke collega bezat. Ze wilde helemaal niet praten over wat er de vorige avond gebeurd was.
    Ze wendde haar blik tot Rebecca op zoek naar steun. Rebecca was zevenentwintig, had bruin haar en vriendelijke ogen die haar nu verwachtingsvol aankeken. Emma keek van haar terug naar Stephen, donkerblond haar, blauwe ogen, een jaar of eenendertig, knap, maar op een andere manier dan James, al kon ze niet goed verklaren waar het verschil zat. Stephen was een mysterie. Hij liet niets los over zijn privéleven. Emma had er geen idee van of hij een vriendin had of niet, waar hij woonde, wat hij deed in zijn vrije tijd. Rebecca probeerde hem af en toe te versieren, maar zonder succes. Beide vrouwen hadden het vermoeden dat hij homo was, maar ook dat wisten ze niet zeker.
    Zo weinig als Emma over Stephen wist, zo veel wist Stephen over Emma. Behalve zijn grote mensenkennis bezat hij ook nog het vermogen om op zo’n manier haar vertrouwen te winnen dat ze hem alles vertelde. Ook nu weer kon ze niet anders dan haar verhaal aan hem te vertellen.
    “Ik ben zó stom geweest,” zei ze.
    “Vertel,” zei Stephen.
    “Ik ben gisteren met iemand uit geweest en…”
    “Hij bleek getrouwd te zijn,” vulde Rebecca aan.
    “Hij was homo,” zei Stephen.
    “Hij was aartslelijk,” zei Rebecca.
    Emma stak afwerend haar hand op.
    “Nee, helemaal niet,” zei ze. “Hij was single, hetero en heel knap.”
    “Maar je hebt iets gedaan waardoor hij je nu niet meer wilt zien,” begreep Stephen.
    “Bier over hem gegoten?” raadde Rebecca. “In zijn auto gekotst omdat je dronken was?”
    “Nee,” zei Emma en ze trok een vies gezicht. “Hoe kom je er bij?”
    “Oh, eigen ervaringen met mannen,” zei Rebecca en ze probeerde weg te wuiven wat ze zonet gezegd had.
    Emma en Stephen keken haar echter verbluft aan.
    “Je bedoelt dat jij… ?” vroeg Stephen.
    Rebecca knikte langzaam. “Nadat ik per ongeluk bier over hem gegoten had, was hij bereid om mij nog een tweede kans te geven, maar nadat ik in zijn BMW had overgegeven, heb ik hem nooit meer terug gezien.”
    Stephen kwam niet meer bij van het lachen. “Jij hebt in een BMW gekotst? Geweldig. Geen wonder dat je niet aan een vent geraakt.”
    “Wrijf het er nog maar wat dieper in, ja,” zei Rebecca gespeeld verontwaardigd en ze probeerde snel van onderwerp te veranderen. “We hadden het over Emma’s problemen met mannen, niet over die van mij.”
    “Ik heb hem gekust,” zei Emma luid, om een einde te maken aan de discussie.
    Het duurde even voor het tot de twee anderen doordrong wat ze gezegd had.
    “Nou ja, hij kuste mij eerst en ik heb hem terug gekust,” voegde ze er mompelend aan toe.
    Stephen was de eerste die reageerde.
    “Ach ja, hoe dom van ons, dat we daar niet aan gedacht hebben,” zei hij sarcastisch. “Kussen is echt wel het allerstomste wat je kunt doen als je op een date bent met een knappe vent, die bovendien single én hetero is.”
    “Je snapt het niet,” zei Emma.
    “Zorg er dan voor dat ik het wel snap,” zei Stephen eenvoudig.
    “James zat bij mij op school,” vertelde ze. “Een jaar hoger dan ik. Hij was ongetwijfeld dat allergrootste player die op onze school rondliep. Ik had hem al jaren niet gezien, tot ik hem vrijdagavond tegen kwam op dat bal waarover ik verteld heb.”
    “Bal?” Stephen wist even niet waarover ze het had. “Oh ja, dat bal waar je heen moest met je buurjongen die voor dokter studeert.”
    Emma knikte en vertelde kort wat er gebeurd was tussen Sophy en Richard en dat ze nadien nog wat met James had zitten praten.
    “En gisteren vroeg hij me dus of ik met hem iets wilde gaan drinken. Ik stemde toe, maar ik had me voorgenomen om mij absoluut niet door hem te laten versieren, omdat ik zijn reputatie maar al te goed kende.”
    “Maar dat liep dus mis,” zei Stephen begrijpend.
    Emma knikte.
    “Dan denk ik dat je best zo snel mogelijk met hem kan praten, hem vertellen dat het een vergissing was om hem te kussen,” zei hij.
    “Ik weet het,” zei Emma met een zucht, blij omdat Stephen hetzelfde zei als wat ze al gedacht had, maar toch een beetje ongemakkelijk omdat het vast geen aangenaam gesprek zou worden.
    “Hé, en als jij hem niet wilt,” zei Rebecca, “mag je hem altijd aan mij voorstellen.”
    Emma wierp haar een vernietigende blik toe en ging toen fruitpap maken voor de kleintjes.

    Toen Emma thuiskwam, lag er een uitnodiging van James op haar te wachten. Of ze bij hem thuis langs wilde komen. Ze keek naar het adres. Hij woonde inderdaad vlakbij. Ze vertrok meteen, hoe sneller het gesprek dat ze met hem moest hebben voorbij was, hoe beter. De hele weg liep ze te piekeren over wat ze best kon gaan zeggen, maar toen ze aanbelde, had ze nog steeds geen idee.
    James opende de deur. Een brede glimlach verscheen op zijn gezicht toen hij haar zag.
    “Hey Emma, kom binnen.”
    “Hey,” zei Emma een stuk minder opgewekt en ze stapte een beetje onzeker de kleine hal in. “Ben je alleen thuis?” vroeg ze.
    James knikte en ging haar voor naar de woonkamer. Emma ging zitten op het puntje van wat er uit zag als een gemakkelijke leren zetel. Ze voelde zich echter lang niet genoeg op haar gemak om zich er in te laten ploffen om uit te testen of hij werkelijk zo comfortabel was als hij er uit zag.
    “Wil je iets drinken?” vroeg James.
    “Nee, dank je,” zei ze. “Ik… ik kan toch niet lang blijven.”
    James ging nu ook zitten.
    “Ik moet je wat vertellen,” zei hij en hij beet op zijn lip.
    “Ik jou ook,” zei Emma.
    “Oké, jij eerst,” zei James.
    Emma haalde diep adem. “Wat er gisteren tussen ons gebeurd is,” begon ze, “was een vergissing. Jij en ik samen is geen goed idee. Je had me nooit mogen kussen.”
    James’ reactie liep even op zich wachten. Het leek alsof haar woorden moeite hadden om tot hem door te dringen.
    “Ik had jou niet mogen kussen?” vroeg hij toen. “Mag ik je er aan herinneren dat jij mij gekust hebt?”
    “Ik had te veel gedronken. En jij kuste mij eerst.”
    “Dat was jouw schuld. Nadat je het glashelder voor mij had gemaakt dat je niet door mij versierd wilde worden, was ik vastbesloten om dat ook niet te doen, hoe moeilijk ik dat ook vond. Maar toen legde jij je hand op die van mij…”
    “Om je te stoppen met die bierviltjes te spelen,” zei Emma snel.
    “En toen we naar huis wandelden, legde je je arm om mij heen.”
    “Ik had het koud,” zei Emma.
    “Oh ja, natuurlijk,” zei James sceptisch. “Waarom had ik dat niet meteen door?”
    Het was duidelijk dat hij niet geloofde wat ze zichzelf probeerde wijs te maken.
    Hij kwam dichter bij haar zitten. Zijn knie raakte net niet de hare.
    “Vond je het leuk gisteravond?” vroeg hij een beetje schor.
    Emma knikte. Een elektrisch schokje ging door haar heen toen ze haar knie tegen die van hem duwde. Ze wilde het niet, maar haar lichaam leek andere plannen te hebben dan haar geest.
    “Nu doe je het weer,” zei James.
    “Wat?” vroeg Emma.
    “Je daagt me uit.”
    “Helemaal niet,” zei Emma, maar ze kon niet verhinderen dat ze rood werd.
    “Oh nee?” James trok zijn wenkbrauwen op. “Emma, waarom geef je niet gewoon toe dat je me leuk vindt?”
    “Maar ik wil je helemaal niet leuk vinden,” zei ze en ze werd nog roder dan ze al was. Snel keek ze de andere kant uit. Dit was niet wat ze had willen zeggen.
    James zuchtte toen hij begreep wat het probleem was. “Denk je nu echt dat ik je gewoon probeer te versieren om je over een paar weken zomaar te dumpen?”
    “Is dat dan niet zo, misschien?” vroeg Emma venijnig. “Ik ken je, ik weet hoe je bent.”
    “Nee, de persoon die jij kent, is de zeventienjarige James van op Zweinstein. De persoon die hier voor jou zit is drieëntwintig jaar oud. Is het nooit in je opgekomen dat ik in die zes jaar dat je mij niet gezien hebt, misschien wel veranderd zou kunnen zijn?”
    Hij nam haar hand vast en keek haar bijna smekend aan.
    “Emma, wil je me de kans geven om te tonen dat ik misschien veranderd ben?”
    “James, alsjeblieft,” zei Emma en ze trok haar hand weg. “Ik… ik denk dat het beter zou zijn als we elkaar niet meer zien,” zei ze. Ze stond op en liep naar de deur. Daar aangekomen herinnerde ze zich dat James ook iets had willen zeggen. Ze draaide zich om. Hij zat nog steeds in de zetel.
    “Wat wilde jij eigenlijk vertellen?” vroeg ze.
    “Oh, niets bijzonders,” zei hij met een triestige blik in zijn ogen. “In elk geval niet iets dat nu nog een rol speelt.”
    Ze keek hem nog even aan, onderdrukte de neiging om naar hem toe te gaan, zijn hoofd in haar handen te nemen om de droevige uitstraling weg te kussen en ging toen naar buiten, blij omdat ze het probleem al bij al nog goed had opgelost.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff zo 2 aug - 12:57

    I am nothing more than a little boy inside
    (Epiphany – Staind)

    Twee en een halve week waren verstreken sinds Emma James had afgewezen en ze had hem sindsdien niet meer gezien. En toen, op vrijdagnamiddag, stond hij plots weer voor haar neus, en wel op de manier die ze het minst verwachtte.
    Ze was op haar werk, bezig met fruitpap te geven aan één van de kleinsten en ondertussen aan het opletten of een paar van de oudere kinderen er geen smeerboel van aan het maken waren toen er aangebeld werd. Stephen ging opendoen. Emma en Rebecca keken elkaar vragend aan. Wie kon dat zijn? Ze hoorden Stephen met iemand praten in de gang en wilden dolgraag weten wat er aan de hand was. Hun geduld werd gelukkig niet al te lang op de proef gesteld. Stephen kwam binnen met een jonge man achter zich aan. Emma’s mond viel bijna open van verbazing.
    “Meneer hier is op zoek naar opvang voor zijn kindje,” legde Stephen uit. “Hij wil graag wat meer uitleg over wat wij doen.” Hij wende zich tot de man. “Wat was uw naam ook alweer?”
    “James,” zei Emma. “Wat doe jij hier in godsnaam?”
    Stephen keek niet-begrijpend van Emma naar de man die hij zonet had binnengelaten. “Wel, zijn vrouw is zwanger en hij is op zoek naar opvang voor de baby. U bent bij ons aan het juiste adres, meneer,” zei hij. “Hoe lang is uw vrouw zwanger?”
    “Hij heeft helemaal geen vrouw,” zei Emma. Nu ja, voor zover zij wist toch niet. Een meisje zwanger maken leek haar eigenlijk best wel nog iets voor hem, maar dat hij dan zijn verantwoordelijkheid voor haar zou opnemen, vond ze moeilijk om te geloven.
    Stephen keek Emma vragend aan. Het was grappig om te zien hoe er langzaam iets bij hem begon te dagen.
    “Wacht even… James… Is dat niet diegene…”
    Emma knikte.
    Stephen draaide zich terug naar James. “Wat kom jij hier doen?” vroeg hij, een stuk minder vriendelijk nu.
    James grijnsde. “Ik kom uw lieftallige collega vragen of ze vanavond met mij wil gaan eten.”
    “Met veel plezier,” zei Rebecca, terwijl ze opstond en naar hem toeliep. Ze knipoogde naar Emma, die in de lach schoot bij het zien van James’ verbouwereerde gezicht.
    “Hoor jij niet in de les te zijn?” vroeg ze, meer om zijn vraag te ontwijken, dan omdat ze echt geïnteresseerd was.
    Hij schudde zijn hoofd. “Ik heb een vrije namiddag,” verklaarde hij.
    “Nou, ik moet nog werken tot zes uur, hoor,” zei Emma.
    “Maakt niet uit. Mag ik hier wachten?”
    Stephen fluisterde iets in Emma’s oor. Ze grinnikte toen ze zijn voorstel hoorde.
    “Oké, je mag hier wel blijven,” zei ze. “Kindjes, dit is James. James gaat jullie een verhaaltje vertellen.”
    Met een paniekerige blik in zijn ogen keek James Emma aan. Die trok haar meest onschuldige gezicht, terwijl James door een paar kleuters naar het vertelhoekje werd getrokken. Een klein meisje bracht hem het boek van Monkie.
    “Je had gelijk, hij is inderdaad knap,” zei Stephen toen James buiten gehoorsafstand was. Rebecca en Emma wierpen elkaar een veelbetekenende blik toe. Het feit dat Stephen James knap vond was alweer een bevestiging voor hun vermoeden dat hij op mannen viel.
    “Ja, inderdaad,” zei Emma.
    “Had je hem niet kunnen vragen om luiers te verschonen,” vroeg Rebecca en ze trok een vies gezicht toen ze de kleine Lucy uit de kinderstoel haalde.
    Stephen en Emma lachten.
    “Volgens mij krijgt hij het zo al moeilijk genoeg,” zei Stephen. “Ze hebben hem Monkie gegeven.”
    “Oh jee,” zei Emma met een grijns.
    Monkie was een prentenboek over een jongetje dat zijn knuffelaapje verloor in het bos. De kleuters vonden het een fantastisch verhaal. Het probleem was alleen dat er helemaal geen tekst stond bij de plaatjes en dat ze het steeds merkten als Stephen een beetje afweek van het verhaal dat hij gewoonlijk vertelde. Het was onmogelijk dat James, die Stephens versie nog nooit gehoord had, het verhaal goed zou kunnen vertellen in de ogen van de kinderen.
    “Op een dag ging Monkie wandelen met zijn knuffelbeer…” begon James. Hij wierp Emma een uitdagende blik toe. Blijkbaar dacht hij dat hij de kleuters voor de gek kon houden door het verhaal opzettelijk verkeerd te vertellen. Emma rolde met haar ogen.
    “Nee, dát is Monkie,” zei Sarah meteen en ze wees met haar kleine vingertje op een tekening van de knuffelaap.
    “Oké dan,” zei James. “Op een dag ging… Charlie wandelen met Monkie, zijn knuffelaapje…”
    “Het is niet Charlie,” zei Thomas.
    “Ze gaan niet wandelen,” zei Sarah tegelijkertijd.
    “Oh nee, hoe heet hij dan wel? John? Of Matthew?”
    “Jij wel beetje dom zijn, hoor,” zei de kleine Nicholas en hij kroop op James’ schoot.
    Emma, die het hele gebeuren van op een afstand volgde, moest glimlachen op de uitspraak van de kleine jongen.
    “De naam van de jongen is Jeroen,” schoot Stephen James te hulp.
    “Jeroen?” vroeg James verwonderd.
    Stephen knikte. “En ze gaan de ganzen voeren.”
    James ondernam een nieuwe poging om het verhaal te vertellen, maar werd voortdurend onderbroken door Sarah en Thomas, de twee oudsten van de groep. Stephen keek een tijdje geamuseerd toe, voor hij besloot dat het tijd was om in te grijpen.
    “Zal ik het verhaal voorlezen?” vroeg hij. Hij nam het boek van James aan en ging op een stoeltje zitten.
    “‘Jeroen, ga je mee de ganzen voeren?’ vroeg mama op een dag. ‘Ja, leuk,’ zei Jeroen. ‘Mag Monkie mee?’”
    De kleuters hingen meteen aan zijn lippen.
    Terwijl Emma zich bezighield met de kindjes die nog te jong waren voor het verhaaltje, volgde ze met een half oor wat Stephen vertelde.
    “Ga je nu met hem eten?” vroeg Rebecca op fluistertoon.
    Emma haalde haar schouders op. “Ik heb weinig keus, zeker? Nadat ik hem hier aan het werk heb gezet, kan ik nog moeilijk weigeren.”
    “Dat zou je kunnen,” zei Rebecca met een scheve grijns, “maar dat zou inderdaad wel erg gemeen zijn.”
    “Jeroen nam Monkie blij terug mee naar huis en hij zou hem nooit meer kwijtraken,” beëindigde Stephen iets later het verhaaltje.
    “Nog een verhaaltje,” zei Emily.
    “Nee nee,” zei Stephen met een blik op de klok. “Je mama komt bijna.”
    “Toe,” smeekte Joachim.
    Op dat moment ging de bel. Stephen veerde meteen overeind en ging opendoen.
    “Gered door de bel,” riep Rebecca hem lachend na.
    “Papa!” riep Sarah uit toen een lange man met bruin haar en een stoppelbaard de kamer binnenkwam.
    “Dag kleine meid van me,” zei de man en hij tilde haar op.
    Het volgende halfuur was behoorlijk hectisch, met ouders die binnenkwamen en allemaal wilden weten of er nog iets bijzonders gebeurd was met hun kleine spruit. Uiteindelijk keerde de rust terug en bleven er nog drie kindjes over van wie de ouders langer moesten werken. Joachim en zijn kleine zusje Esther en Nicholas die nog steeds bij James op schoot zat. Toen Emma dichterbij kwam, zag ze dat het jongetje en slaap was gevallen. Het was een vertederend gezicht. Nicholas die met zijn duim in zijn mond tegen James’ borst aanlag en James die zijn arm om de jongen had gelegd en enigszins onbeholpen in het rond keek.
    “Hij slaapt,” fluisterde hij een beetje onnodig toen ze naast hem kwam zitten.
    “Je maakt hem beter wakker,” zei Emma. “Als hij nu teveel slaapt, slaapt hij vannacht niet meer. Zijn mama komt hem toch zodadelijk ophalen.” Ze wierp een blik op Stephen en Rebecca om te zien of die ver genoeg uit de buurt waren. “Je kent haar misschien. Ze werkt in St.-Holisto’s.”
    “Je bedoelt dat ze… zoals ons is?”
    Emma knikte.
    “En hij?” Hij wees naar het slapende jongetje. “Hoe heet hij eigenlijk?”
    “Nicholas. Waarschijnlijk ook,” zei Emma. “Zijn moeder in elk geval. Zijn vader weet ik niet zeker. Die heb ik eigenlijk nog nooit ontmoet.”
    Ze streelde zachtjes met haar vinger over Nicholas’ wang. “Nicholas, word eens wakker, jongen.”
    De jongen opende langzaam zijn ogen en keek even verdwaasd om zich heen. De wang waarmee hij tegen de trui van James had gelegen, vertoonde de afdruk van de ribbels van de trui.
    “Kom eens mee, jij,” zei James. Hij stond op met de jongen op zijn arm en liep naar een spiegel die omhoog hing. “Kijk eens naar je gezicht.”
    Nicholas keek verbaasd naar zijn gezicht en voelde voorzichtig aan de ribbels op zijn wang. James glimlachte.
    “Knightley, wat voer jij daar uit met mijn zoon?”
    James sprong zowat een halve meter in de lucht van het schrikken en draaide zich vliegensvlug om.
    “Heler McKay, ik… ik wist helemaal niet dat Nicholas uw zoon was.”
    Hij trok een gezicht alsof hij zich het liefst ergens wilde gaan verstoppen. Zelfs de glimlach op het gezicht van Alice, de mama van Nicholas, leek er niet voor te kunnen zorgen dat hij zich meer op zijn gemak ging voelen.
    “Ik strepen op gezicht hebben van zijn pull,” zei Nicholas trots tegen zijn mama.
    “Is hij een beetje lief geweest voor jou?” vroeg ze hem.
    Nicholas knikte enthousiast. “Maar hij niet verhaaltjes kant vertellen,” voegde hij er aan toe.
    James verschoot van kleur. Alice lachte en nam Nicholas van hem over. Emma vroeg zich af wie Alice was dat ze de zelfzekere James zo van zijn stuk kon brengen.
    “Wat doe je hier eigenlijk,” vroeg Alice aan James.
    “Ik… ik kwam gewoon even op bezoek bij Emma,” zei hij aarzelend.
    Alice keek even heen en weer van James naar Emma en Emma zag aan de grijns op haar gezicht dat ze haar conclusies trok. Gelukkig zei de mama van Nicholas niks. Emma had er geen idee van hoe ze anders had moeten reageren. Er was niets tussen haar en James, maar dat zou Alice vast niet geloven.
    “Is Nicholas braaf geweest,” vroeg ze aan Emma. Die was blij dat ze van onderwerp veranderde en knikte.
    “Oké, dan zijn we maar eens naar huis, hé Nic,” zei Alice.
    Nicholas knikte. “James nog een kus krijgen,” zei hij.
    Zijn mama keek hem verbaasd aan, maar dat was niets in vergelijking met de paniekerige blik die in James’ ogen verscheen.
    “Oké,” zei de mama na enige aarzeling en ze bracht Nicholas dicht genoeg bij James, zodat de kleine jongen de grote een natte zoen op zijn wang kon geven.
    “Krijgt Emma ook nog een kus?” vroeg zijn moeder.
    Daar moest het jongetje even over nadenken. “Oké,” zei hij toen en ook Emma kreeg een natte zoen.
    “Tot maandag,” zei Alice tegen iedereen en toen waren ze weg en kon James eindelijk weer normaal ademhalen.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff vr 14 aug - 21:19

    And how do I know if you’re feeling the same as me
    (Let’s start a band – Amy MacDonald)

    Het liep tegen zevenen toen ze bij het restaurant aankwamen. Alweer zeiden ze onderweg bijna niets tegen elkaar, alsof ze bang waren dat ze anders tijdens het eten niets meer te vertellen zouden hebben. James verwachtte elk moment een woedende tirade omdat hij Emma had opgezocht terwijl ze gezegd had dat ze hem niet meer wilde zien, maar het was pas toen ze allebei neerzaten en besteld hadden dat dit verwijt kwam.
    “Ik had toch gezegd dat ik je niet meer wilde zien?” zei ze, maar ze klonk helemaal niet zo boos als hij verwacht had. Ze probeerde wel boos te klinken, maar daar slaagde ze niet helemaal in.
    Was het mogelijk… Zou het mogelijk zijn dat ze hem ook gemist had?
    Hij haalde even zijn schouders op. “Ik wilde je gewoon zien,” mompelde hij, als een verlegen schoolkind dat een berisping krijgt van de leraar.
    “Waarom?” vroeg Emma. “Wat wil je van mij?”
    “Ik wil je beter leren kennen,” zei hij. Om te ontdekken waarom je de voorbije weken niet uit mijn hoofd bent weggeweest, voegde hij er in gedachten aan toe.
    “Waarom?” vroeg Emma opnieuw.
    “Omdat het eeuwen geleden lijkt dat ik nog zo’n leuke avond heb gehad als die zondagavond dat we samen iets zijn gaan drinken.”
    “Oh, wel, het was inderdaad wel gezellig,” gaf Emma schoorvoetend toe. “Alleen jammer dat het zo moest aflopen.”
    “Bedoel je nu de kus of het feit dat je mij de volgende dag hebt afgewezen?” vroeg James.
    “De kus, natuurlijk,” zei Emma net iets te snel.
    Een ober kwam iets te drinken brengen en ze was blij dat James daardoor was afgeleid van het onderwerp. Ze kreeg het idee dat hij dwars door haar heen keek en zag dat er ergens vanbinnen een deeltje van haar ongelooflijk blij was dat hij haar was komen opzoeken, ook al wilde ze dat absoluut niet toegeven.
    “Wie is Alice eigenlijk?” vroeg ze. “Waarom werd je zo zenuwachtig door haar?”
    “Ze is mijn stagebegeleidster,” antwoordde James.
    “En daarom ben je bang voor haar?”
    “Ik ben helemaal niet bang voor haar,” zei James, maar hij wist dat hij niet helemaal overtuigend klonk. “Het is alleen… Zij is diegene die bepaald wat ik een hele dag doe op stage, wat wil zeggen dat ze mij alle vervelende werkjes kan doen opknappen. Zij is diegene die voor een groot deel mijn stage moet beoordelen en die dus bepaalt of ik slaag of niet. Ze is ongelooflijk streng en om één of andere reden kan ze mij niet uitstaan.”
    “Hoezo, ze kan je niet uitstaan?” vroeg Emma verbaasd. “Ze was toch vriendelijk tegen jou daarnet?”
    “Daarnet wel, ja, maar in het ziekenhuis is dat een heel stuk minder. Ik kan me niet herinneren dat ze ooit een vriendelijk woord tegen me heeft gezegd op stage. Nooit eens zeggen dat ik iets goed gedaan heb of zo, terwijl ze dat bij de andere stagiairs wel doet. We zijn met vier stagiairs die haar als begeleidster hebben en als ze kan, geeft ze mij altijd de taken waardoor ik het verst bij haar uit de buurt ben. En ik weet totaal niet wat ik haar misdaan heb.”
    “Misschien vertrouwt ze jou net het meest,” opperde Emma. “En laat ze je daarom vaker dingen alleen doen.”
    “Ik denk het niet,” zei James. “Raoul haalt veel betere cijfers dan ik, dan zou het logischer zijn dat ze hem dingen alleen laat doen. Ik heb echt vaak het gevoel dat ze mij niet in haar buurt wil hebben.”
    “Ik kan het me moeilijk voorstellen,” zei Emma. “Ze is altijd zo vriendelijk als ze Nicholas komt brengen en ophalen.”
    James haalde zijn schouders op. Hij wist het ook niet.
    “Kan je niet vragen of je van stagebegeleider kan veranderden als je problemen met haar hebt?”
    “Ik heb geen problemen met haar,” bromde James. “Zij heeft problemen met mij. Als zij mij niet in haar buurt wil, moet zij maar vragen om me te ruilen voor een andere stagiair.”
    Een ober kwam het eten brengen.
    “Als ik me laat overplaatsen, heb ik trouwens meteen een slechte naam bij mijn nieuwe stagebegeleider,” zei James toen de ober weer weg was. “Elke Heler in St.-Holisto’s gaat het voor zijn of haar collega opnemen en niet voor één of andere stagiair die niet tevreden is met zijn stageplaats.”
    Emma knikte begrijpend. Toen werd het stil tussen hen, omdat ze allebei aan het eten waren. Ook toen ze klaar waren met eten, bleef het stil.
    “Naar het schijnt zou het volgende week gaan sneeuwen,” verbrak James uiteindelijk de stilte. Een vrij genante poging om terug een gesprek te beginnen.
    “Sneeuwen?” vroeg Emma verbaasd. “Het is nog maar eind november. Is dat niet een beetje vroeg voor sneeuw?”
    “Het kan best, hoor,” zei James schouderophalend. “Het heeft al vaker in november gesneeuwd.”
    “Dat is waar,” zei Emma.
    “Als het sneeuwt, zal het wel weer druk worden in het ziekenhuis. Dan wordt iedereen altijd ziek. Om nog maar te zwijgen over ongevallen door de gladde wegen.”
    “Hm ja. Hopelijk worden er niet te veel kindjes verkouden. Er zijn altijd ouders die hun kinderen ziek bij ons brengen en dan raken alle andere kinderen ook besmet. Ik heb weinig zin om ganse dagen snotneuzen af te vegen.”
    James lachte. Hij ging even verzitten op zijn stoel en botste daardoor per ongeluk zachtjes met zijn knie tegen die van Emma. Even hield hij zijn adem in. Zou ze dit toevallige contact als een nieuwe versierpoging zien? Hij voelde hoe ze in een reflex haar knie wegtrok, maar zich toen ontspande en hem weer tegen die van hem aanlegde. Een blij gevoel verspreidde zich over James’ lichaam. Blijkbaar zag ze het inderdaad als een versierpoging, maar ze wees hem niet af. Integendeel!
    Hij wilde dat hij wist wat er zich in haar hoofd afspeelde op dit moment. Was ze bereid om zich door hem te laten versieren of zou ze hem morgen opnieuw laten weten dat ze hem niet meer wilde zien? Hij was onzeker en dat was geen gevoel waar hij aan gewend was als hij bij een meisje was.
    Hij merkte dat een ober hen geïrriteerd begon aan te kijken omdat ze niets meer aten of dronken en toch nog een tafel innamen.
    “Eh, ik denk dat we maar beter kunnen vertrekken,” zei hij. “Voor ze ons hier naar buiten kijken.”
    Emma knikte. Ze betaalden en even later stonden ze buiten in de kou.
    “Heb je zin om nog iets te doen?” vroeg James aarzelend. “Eh, we zouden nog iets kunnen gaan drinken of…”
    “Misschien kunnen we naar de bioscoop gaan?” stelde Emma voor. “Er is een film die ik nog wel zou willen zien, maar alleen is dat niet zo leuk.”
    “Bioscoop?” vroeg James verbaasd. “Dat is zeker iets dat Dreuzels bedacht hebben?”
    “Oh, wat ben jij toch een… een… een tovenaar,” zei Emma lachend. “Dat je niet eens weet wat een bioscoop is.”
    “Hé, sinds wanneer is tovenaar een scheldwoord?” grinnikte James. “Jij bent ook een tovenaar, hoor.”
    “Ik ben een heks,” wierp Emma tegen. “En in een bioscoop kan je dus op een groot scherm naar films gaan kijken.”
    “Als jij dat wil doen, is dat voor mij ook goed,” zei James.

    De tovenaar keek zijn ogen uit toen ze in de bioscoop aankwamen, terwijl de heks naar de kassa ging om hun tickets te kopen. Daarna gingen ze de zaal binnen en zochten een goede plaats uit. James wilde eerst vooraan gaan zitten, maar Emma trok hem mee naar achter.
    “Geloof me, in een bioscoop wil je niet vooraan zitten,” zei ze. “Dan moet je veel te veel naar boven kijken. Zie je dat witte doek?”
    James knikte.
    “Daarop wordt straks de film geprojecteerd.”
    Ze gingen zitten in de gemakkelijke zeteltjes van de bioscoopzaal. Er waren niet zoveel andere mensen. Even later werden de lichten in de zaal gedimd en begon de film. Emma keek even opzij om James’ reactie te zien. Hij staarde gefascineerd naar het scherm. Ze had hem meegenomen naar een romantische komedie. De film die ze eigenlijk had willen zien, was een thriller, maar gezien het feit dat hij nog nooit in een bioscoop was geweest, leek haar dat toch niet zo’n goed idee. De kans was groot dat hij dan alleen maar met de film zou bezig zijn en niet… niet met haar. Want eigenlijk was dat wel een beetje wat ze wilde. Ze had vanavond beseft dat ze eigenlijk wílde dat hij haar probeerde te versieren en dat ze teleurgesteld zou zijn als hij dat niet deed. Het bracht haar helemaal in de war, want ze wilde hem nog steeds niet leuk vinden, maar blijkbaar wilde ze wel dat hij haar leuk vond. Eigenlijk was het probleem dat als hij haar probeerde te versieren dat het beeld dat ze van hem had als player alleen maar bevestigde en als hij met iedereen flirtte, wilde ze niets met hem te maken hebben. Als hij niet met haar flirtte, wilde dat zeggen dat hij misschien toch niet zo’n rokkenjager was als ze had gedacht en dan wilde ze wél dat hij haar probeerde te versieren, maar ja… dan deed hij dat dus niet. Kort gezegd: als hij haar versierde wilde ze dat hij dat niet deed en als hij haar niet versierde wilde ze dat hij dat wel deed. Een verwarrende situatie…
    Een hele tijd leek het alsof hij niets ging doen behalve naar het scherm staren. Maar toen legde hij – eindelijk - zijn hand op de hare. Ze keer opzij, hun blikken kruisten elkaar en hij wiep haar een glimlach toe die haar hart verwarmde. Hun vingers verstrengelden zich en ze legde haar hoofd op zijn schouder. Zo bleven ze een tijdje zitten, tot hij haar hand losliet en zijn arm om haar heen legde. Ze vleide zich nog wat dichter tegen hem aan en wenste dat de film nog heel lang zou duren.
    Uiteindelijk was de film afgelopen en gingen de lichten in de zaal terug aan. Emma maakte zich los uit James’ omhelzing. Die schoot in de lach toen hij haar gezicht zag.
    “Wat?” vroeg ze.
    “Je hebt ribbels op je gezicht, zoals Nicholas daarnet.”
    Hij streelde met zijn vingertoppen de ribbels op haar wang. Ze glimlachte. Hij bracht zijn hoofd naar haar toe om haar te kussen en was verbaasd toen ze hem zachtjes afweerde. Hij keek haar vragend aan. Ze wees naar iemand van het bioscooppersoneel die hen geërgerd aankeek.
    “Ze kijken ons hier ook al naar buiten,” grapte ze.
    Toen ze weer buiten in de kou stonden probeerde hij haar opnieuw te kussen en deze keer hield ze hem niet tegen. Hij kuste haar en zij kuste hem terug en hij dacht dat het nu wel goed zat tussen hen.
    “Heb je zin om nog even bij mij thuis langs te komen?” vroeg hij. Hij kreeg meteen een klap in zijn gezicht van een verbouwereerde Emma. Niet-begrijpend keek hij haar aan, terwijl hij zijn hand op zijn gloeiende wang legde.
    “Smeerlap!” schreeuwde ze. “Ik begon bijna te geloven dat je me echt leuk vond.”
    “Maar ik vind je ook…” begon James, maar hij kreeg de kans niet om zijn zin af te maken.
    “Ik had moeten weten dat je er enkel op uit was om mij in bed te krijgen.”
    “Wat?” James begon te begrijpen waar het misverstand zat. “Maar ik bedoelde helemaal niet…”
    Voor hij nog verder iets kon zeggen, Verdwijnselde Emma en hij bleef alleen achter.
    “Emma!” riep hij haar nog na, hoewel hij wist dat het zinloos was. “Je haat Verschijnselen,” mompelde hij. “Wilde je dan zo graag van me weg zijn? Snap je dan niet dat ik nooit iets zou doen wat jij niet wilt? Ik zie je graag, Emma.” Die laatste woorden waren niet meer dan een bijna onhoorbare fluistering.
    Met zijn handen in zijn zakken begon hij naar huis te wandelen. Verloren. Bang dat hij het door één ongelukkig gestelde vraag voorgoed verknald had bij Emma.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff di 20 okt - 23:46

    Lang geleden dat ik hier nog een hoofdstukje van gepost heb, dus ik dacht dat het eens tijd werd. Veel plezier ermee.


    Check my vital signs to know I’m still alive
    (Boulevard of Broken Dreams – Green Day)

    Eind november ging sneller dan verwacht over in begin december en begin december bracht de eerste sneeuw met zich mee.
    James wenste dat hij weer een kind was voor wie sneeuw synoniem was voor winterpret. Nu betekende sneeuw vooral een hoop ellende. Hij had dit jaar geen tijd en geen zin om uit het raam te kijken en het sneeuwlandschap in zijn achtertuin te bewonderen. Hij had amper tijd om te ontbijten voor hij moest gaan werken. De winter had voor een epidemie van drakenpest gezorgd en het was alle hens aan dek in het ziekenhuis.
    Hij was nog maar amper Verschijnseld in het Sint Holisto’s Hospitaal voor Magische Ziektes en Zwaktes toen hij op Heler Alice McKay botste.
    “Wat loop jij hier nog te lanterfanten, Knightley?” vroeg ze. “Jij gaat op ronde bij de patiënten met drakenpest. Check of alles in orde is, of er geen gevallen verslechterd zijn, controleren de infusen. Nou ja, je weet wat je moet doen. Een paar van de andere stagiairs hebben het ook, dus je kunt maar beter voor dubbel werken. Gelukkig heb jij het al gehad toen je klein was.”
    Ze wilde weer doorlopen, maar James hield haar tegen.
    “Hoe weet u dat ik al drakenpest heb gehad?” vroeg hij.
    Eén moment leek het alsof ze zich op iets betrapt voelde, maar toen herstelde ze zich. “Doe niet zo stom, dat staat in je medisch dossier, natuurlijk.”
    Ze liep verder en James haastte zich naar de tweede verdieping. De eerste patiënt die hij tegenkwam op zijn ronde was Raoul, zijn collega-stagiair.
    “Goedemorgen,” zei James opgewekt. “Hoe gaat het ermee vandaag?”
    Raoul niesde een vonkenregen die zijn lakens in brand zette. Met één zwiep van zijn toverstaf bluste James de vlammen.
    “Dat zal ik maar als een ‘niet al te best’ opvatten, zeker?”
    Hij kon het niet helpen om enig leedvermaak te voelen omdat Raoul ziek was; hij had hem nooit echt sympathiek gevonden. Veel te veel een betweter. De jongeman had ook geweigerd om zich te laten vaccineren, blijkbaar achtte hij zichzelf te goed om de ziekte te krijgen. De idioot. Hij checkte Raouls infuus, beluisterde zijn hart en longen en ging verder.
    De volgende patiënten waren drie oudere mannen en een bejaarde vrouw. Hij onderzocht hen, vroeg hen hoe het ging en vertelde hen dat ze aan de beterende hand waren.
    In de volgende kamer wachtte hem echter een verrassing.
    “Emma?”
    In twee stappen stond hij naast haar bed. Ze opende langzaam haar ogen.
    “James?” Haar stem klonk hees.
    “Ja, ik ben het,” zei hij, geschrokken omdat ze er zo zwak uitzag. Hij ging op de stoel naast haar bed zitten en nam haar hand vast. “Ik wist niet dat je ziek was.”
    “Pas maar op… dat ik je niet besmet,” zei ze.
    “Oh, maak je maar geen zorgen daarover,” stelde hij haar gerust. “Ik heb het al eens gehad, dus ik kan het niet meer krijgen.”
    Hij streek voorzichtig een haarlok van haar bezwete voorhoofd.
    “Je hebt koorts,” stelde hij vast. Ze knikte. “Hebben ze je al iets gegeven tegen de koorts?” Ze schudde haar hoofd. “Dan zal ik daar wel voor zorgen.” Hij boog zich voorover om haar een kus op haar voorhoofd te geven, maar zo ver kwam hij niet.
    “Knightley!” Alice McKay kwam de kamer binnen. “Is dit wat jij verstaat onder een professionele Heler-patiënt-relatie? Maak dat je hier buiten bent en ga verder met je ronde.”
    “Emma moet een antipyreticum* krijgen,” zei hij.
    “Buiten!” zei Alice streng en James durfde niet langer tegen haar bevel in te gaan. Zo snel als hij kon verliet hij de kamer.
    Alice ging op de stoel naast Emma’s bed zitten. “Ik kan niet begrijpen dat hij het zo ver heeft laten komen,” mopperde ze. “Dat hij niet eens merkt dat zijn vriendin drakenpest heeft. Onvergeeflijk voor een Heler. Zeker voor hem.”
    “Ik ben zijn vriendin niet,” zei Emma. “Hij heeft me al weken niet gezien.”
    “Oh, sorry,” zei Alice. “Ik dacht… Nou ja, ik weet wel dat ik niet het recht heb om me te bemoeien, maar het lijkt me overduidelijk dat hij je leuk vindt. Ik denk niet dat ik hem ooit al zo bezorgd heb gezien om een patiënt.”
    “Ik vind hem wel lief als hij zo bezorgd is,” zei Emma. “Wat heb jij eigenlijk tegen hem?”
    Dat had ze helemaal niet willen vragen. Ze hield het maar op de koorts dat ze er zomaar dingen uitflapte.
    “Ik heb helemaal niets tegen hem,” zei Alice en ze kreeg een lichte kleur. “Hoe kom je daar bij?”
    “James vertelde me dat hij dat gevoel had. Dat je hem niet in je buurt kan verdragen.”
    “James is gewoon één van mijn stagiairs,” zei de mama van Nicholas, maar ze was intussen opgestaan om Emma’s infuus met Goorsmoorelixer te controleren, alsof ze haar niet wilde aankijken. “Ik behandel hem niet anders dan de anderen.”
    Emma kreeg het gevoel dat ze niet helemaal de waarheid sprak en dat James inderdaad gelijk had, maar een antwoord op de vraag waarom zou ze van Alice niet krijgen.
    Alice gaf haar een beker met een smerig uitziend drankje. “Tegen de koorts,” zei ze.
    Emma nam de beker aan, dronk hem in één teug leeg en trok toen een vies gezicht.
    “Ik ga kijken hoe het met Nicholas gaat,” zei Alice toen. “Hij is ook ziek, maar niet zo erg als jij. Kan ik nog iets voor je doen?”
    “Kan je James hier naartoe sturen, alsjeblieft?” vroeg Emma.
    Alice knikte en verliet toen de kamer.

    James had ondertussen zijn ronde afgewerkt en stond te praten met een paar andere stagiairs.
    “Waar is Raoul eigenlijk?” vroeg Jill.
    “Geveld door de drakenpest,” zei James.
    “Oh, is hij oké?” vroeg ze bezorgd.
    “Hij komt er wel doorheen,” zei James geruststellend. “Weet iemand van jullie toevallig wat McKay vandaag heeft? Ze zit nog meer op mijn kap dan gewoonlijk.”
    “Ik heb gehoord dat haar zoontje ziek is,” zei Mikhail.
    “Is Nicholas ziek?” vroeg James en er klonk bezorgdheid door in zijn stem.
    “Jij weet de naam van haar zoontje?” vroeg Jill verbaasd.
    “Ja, ik heb hem eens toevallig ontmoet,” vertelde James. “Een leuke jongen, in tegenstelling tot zijn moeder.”
    “Volgens de verpleegster op de pediatrische afdeling is zij de enige die hem bezoekt,” wist Mikhail. Zoals gewoonlijk kende hij de laatste roddels die de ronde deden in het ziekenhuis. “Nicholas’ vader is blijkbaar nog niet langs geweest. Misschien gaat het niet goed in hun huwelijk.”
    “Oh, wel, dat ze dat dan op haar echtgenoot afreageert in plaats van op mij,” zei James geërgerd. “Ik snap echt niet waarom dat mens weer zo rot tegen mij doet.”
    Hij zag te laat dat Jill en Mikhail teken deden dat hij moest zwijgen.
    “Ze staat achter me, hé,” raadde hij.
    “Inderdaad, Knightley,” zei Alice kil. “‘Dat mens’ staat vlak achter je. ‘Dat mens’ is trouwens niet getrouwd. Als je toch zo graag roddelt, zorg er dan voor dat je van alle roddels op de hoogte bent.”
    James draaide zich langzaam om en bereidde zich voor op een woede-uitbarsting.
    “Emma Harrison heeft naar je gevraagd. Ga naar haar toe.”
    James was even te verbaasd om te bewegen door het feit dat de woede-uitbarsting uitbleef.
    “Moet ik nu alles twee keer zeggen tegen jou,” vroeg ze geërgerd. “Ga nu, voor ik me bedenk.”
    James maakte dat hij wegkwam.
    “Zo, ik laat jullie weer verder roddelen over mijn liefdesleven,” hoorde hij haar nog zeggen tegen Jill en Mikhail. Hij keek even om en zag hoe zijn stagebegeleidster zich omdraaide en met grote passen van het verbijsterde tweetal wegliep. Hij zou zweren dat hij tranen in haar ogen zag blinken, maar dat was vast enkel gezichtsbedrog.

    Toen hij Emma’s kamer binnenkwam, sliep ze. Teleurgesteld draaide hij zich om en liep stil terug de kamer uit. Net voor hij bij de deur was, zei ze zacht zijn naam. Hij draaide zich weer naar haar toe.
    “Ik dacht dat je sliep,” zei hij en hij ging terug naast haar zitten.
    “Nee dus,” zei Emma.
    Hij streelde zachtjes haar haren.
    “Waarom ben je niet boos op mij?” vroeg Emma.
    “Boos?” vroeg James verbaasd. “Waarom zou ik boos op jou zijn?”
    “Oh, eh… gewoon,” ontweek Emma zijn vraag, maar hij had ondertussen begrepen wat ze bedoelde.
    “Je bedoelt omdat je me de vorige keer ervan beschuldigde dat ik je alleen maar in bed wilde krijgen en nadien gewoon Verdwijnselde?”
    “Eh ja,” zei Emma en ze wendde beschaamd haar blik af.
    “Ik was niet boos,” zei James. “Alleen… verdrietig.”
    “Het spijt me,” zei Emma. “Ik… Misschien heb ik een beetje overgereageerd.”
    “Wel, het ziet er naar uit dat ik je nu toch in bed heb gekregen,” zei James.
    Emma glimlachte. “Ik kan me moeilijk voorstellen dat dit je bedoeling was,” zei ze.
    “Wat jij in gedachten hebt, was ook niet mijn bedoeling,” zei hij en hij veranderde snel van onderwerp. “Wist je trouwens dat Heler McKay helemaal niet getrouwd is?”
    Aan Emma’s verbaasde blik kon hij zien dat ze dat niet wist.
    “Wil dat zeggen dat… dat Nicholas geen vader heeft?” vroeg ze.
    “Nou, in theorie heeft iedereen natuurlijk een vader,” antwoordde James. “Maar in de praktijk… De verpleegsters hier zeggen dat enkel zijn moeder hem bezoekt nu hij ziek is en jij hebt zijn vader ook nog nooit gezien. Ik denk dat hij in de praktijk inderdaad geen vader heeft.”
    Hij legde zijn hand op Emma’s voorhoofd. “Je koorts is al flink gezakt,” zei hij. “Dat is een goed teken.”
    “Ik voel me ook al wat beter nu,” zei Emma.
    “Ik denk dat ik maar eens verder moet gaan werken,” zei James. “Ik zou graag nog een hele dag hier bij jou zitten, maar dat kan niet. Ik kom in elk geval nog eens lang voor ik naar huis vertrek… als jij dat wil, tenminste.”
    “Graag,” zei Emma.
    “Zorg maar dat je gauw beter wordt,” grijnsde James. “Want dat groene kleurtje staat afschuwelijk bij je haar.”
    Hij gaf haar een kus op haar voorhoofd, streelde even over haar wang en ging toen de kamer uit.

    Voor hij op zoek ging naar zijn stagebegeleidster om te vragen wat hij moest doen, besloot hij eerst even naar de wc te gaan. Pas toen hij onder het fluiten van een vrolijk deuntje zijn handen aan het wassen was, merkte hij aan een geluid dat uit een hoek van de ruimte kwam dat hij niet alleen was. Hij keek op en zag Alice McKay met haar gezicht in haar handen op de grond in een hoekje zitten, snikkend.
    “Is alles in orde, Heler?” vroeg hij voorzichtig.
    Hij kreeg geen antwoord en begon naar haar toe te lopen.
    “Is… is er iets mis met Nicholas?”
    Ze schudde haar hoofd. Hij ging naast haar op de grond zitten. Ondanks het feit dat hij haar niet echt mocht, kon hij haar daar niet gewoon laten zitten.
    “Ik… Het spijt me als ik iets gezegd heb dat…”
    Voor hij wist wat er gebeurde, had ze haar armen om hem heen geslagen en huilde ze uit op zijn schouder. Een beetje opgelaten legde hij een arm om haar heen en klopte hij zachtjes troostend op haar rug.
    “Shht, het is in orde,” zei hij, terwijl hij zich afvroeg wat er eigenlijk aan de hand was.


    *antipyreticum = koortswerend middel
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff za 31 okt - 16:54

    When the tears come streaming down your face
    (Fix you – Coldplay)

    Emma,
    Wil je alsjeblieft vanavond langskomen?
    James


    Dat was alles wat er op het briefje stond dat James’ uil ’s avonds op zeventien januari aan Emma bezorgde. Aan de krampachtige manier waarop James blijkbaar zijn veer had vastgehouden leidde Emma af dat er iets aan de hand was. Ze liet aan haar moeder weten dat ze weg was en vertrok onmiddellijk.
    Zij en James hadden ondertussen iets meer dat een maand min of meer iets samen. Niet dat ze dat met zoveel woorden gezegd hadden. Zolang ze in het ziekenhuis lag, was hij haar elke dag komen opzoeken en nadien hadden ze ook regelmatig samen afgesproken. Kerst en Nieuwjaar had zij bij haar familie doorgebracht en hij in het St.-Holisto’s, omdat hij moest werken. Uiteraard had haar familie haar uitgehoord over haar ‘geheime minnaar’, maar zelfs haar ouders hadden hem nog niet te zien gekregen. Ze had hem ook nog niet durven vragen of hij kennis wilde maken met haar ouders. Zelf sprak hij nooit over zijn familie; het leek alsof het onderwerp taboe was.
    Toen ze bij hem aanbelde, was het zoals altijd hijzelf die de deur opende. Alleen verscheen er deze keer geen glimlach op zijn gezicht toen hij haar zag. Ze schrok toen ze hem zag. Hij zag er slecht uit. Zijn gezicht was zo wit als een lijk en hij had donkere kringen om zijn ogen, alsof hij al heel lang niet geslapen had. Hij staarde haar aan met een glazige blik in zijn ogen.
    “Hoi,” was alles wat hij zei en het miste al zijn gebruikelijke enthousiasme.
    Emma stapte naar binnen.
    “Eh, dank je om te komen.”
    “Wat is er?” vroeg ze bezorgd. “Je ziet er slecht uit. Heb je niet geslapen? Ben je ziek? Waar zijn je ouders?”
    Hij had amper gereageerd op haar eerste vragen, maar die laatste vraag had het effect van een belediging op een Hippogrief.
    “Hoe durf je?” schreeuwde hij.
    Emma zag hoe zijn handen zich tot vuisten balden.
    “Hoe durf je het over mijn ouders te hebben? Hoe…”
    Even was Emma bang dat hij haar met zijn vuisten te lijf ging gaan, maar in plaats daarvan viel hij snikkend in haar armen.
    “Shht,” suste Emma hem. “Ik ben hier nu. Alles komt in orde. Laten we naar de woonkamer gaan.”
    Ze had de indruk dat het niet zozeer de inhoud van haar woorden, dan wel de toon van haar stem was die hem ietwat kalmeerde. Met veel moeite slaagde ze er uiteindelijk in om hem in de zetel te krijgen. Ze moest hem half verslepen, want hij leek niet meer op zijn eigen benen te kunnen staan. De anders grote, stoere held die haar tegen elk gevaar zou beschermen, zag er nu ongelooflijk kwetsbaar uit, zoals hij daar ineengedoken in de zetel zat, met zijn armen om zijn opgetrokken knieën geslagen. Emma sloeg haar armen om hem heen en wiegde hem zachtjes heen en weer, terwijl ze hem troostende woorden bleef toefluisteren.
    “Huil maar eens goed uit. Huilen lucht op. Laat je tranen maar de vrije loop. Straks voel je je al een heel stuk beter.”
    Ze had er geen idee van of de woorden tot hem doordrongen. Uiteindelijk leek het alsof zijn tranen op waren en kalmeerde hij een beetje. Emma haalde een glas water voor hem. Zijn tanden klapperden tegen het glas toen hij er van dronk.
    “Mijn ouders zijn dood,” was het eerste dat hij zei.
    “Het… het spijt me,” stamelde Emma. “Dat wist ik niet.”
    “Je kon het ook niet weten,” zei hij. “Ik… ik praat er bijna nooit over.”
    Zijn stem klonk mat en af en toe kwam er een snik boven die uit het diepste van zijn ziel leek te komen, maar verder leek hij zichzelf weer onder controle te hebben.
    “Mijn moeder…” Zijn stem stokte even. Emma wachtte geduldig af tot hij verder zou vertellen. Hij haalde diep adem en begon zijn verhaal. “Mijn moeder stierf toen ik twee jaar oud was. Ik herinner me bijna niets meer van haar, enkel de dingen die mijn vader me achteraf vertelde. Haar gezicht ken ik van op foto’s. Ze kreeg een ernstige vorm van de Drakenpest. Het ging erg snel. Het ene moment was ze kerngezond en het volgende lag ze ziek in bed met een variant van de Drakenpest die zich al op haar longen had gezet. De Helers probeerden alles om haar te redden, maar het was te laat. Ze konden niets meer doen.”
    “Dat is verschrikkelijk,” zei Emma.
    “Het was vooral verschrikkelijk voor mijn vader,” zei James. “Ik was nog te jong om het echt te beseffen. Maar mijn vader… Hij verloor in één klap de helft van zijn gezin. Zijn vrouw en zijn ongeboren kind.”
    “Je moeder was zwanger?”
    James knikte. “Twee maanden. Ze wisten het nog niet lang, maar ze waren allebei erg gelukkig. En dan bleef hij plots alleen achter met een ziek kind van twee.”
    “Jij was ook ziek?”
    “Ik vertelde je toch al dat ik toen ik klein was Drakenpest heb gehad,” zei James. “Dat was dus toen. Mijn vader was echt kapot door de dood van zijn vrouw. Vertelde ik al dat hij Heler was? Nou ja, op dat moment studeerde hij nog, hij was nog maar drieëntwintig. Hij voelde zich schuldig aan haar dood, omdat hij haar niet had kunnen helpen. Ik denk dat het feit dat ik ziek was, het feit dat ik hem nodig had, het enige was dat hem op de been hield. Hij vocht voor mij en ik overleefde het. En hij met mij, geestelijk dan.”
    Emma knikte begrijpend.
    “Hij was een fantastische vader,” ging James verder. “Streng als hij streng moest zijn, maar over het algemeen vriendelijk en lief. Ik kon altijd bij hem terecht als ik problemen had. Hij was er altijd voor mij om mijn blauwe plekken met een kusje te genezen of om mij op te vrolijken wanneer ik een rothumeur had.”
    Hij zweeg en zijn ogen schoten weer vol tranen. Hij had het er duidelijk moeilijker mee om over de dood van zijn vader te praten dan over de dood van zijn moeder.
    “Wat gebeurde er?” vroeg Emma voorzichtig.
    “Auto-ongeval,” zei hij terwijl de tranen over zijn wangen liepen. “Vandaag precies een jaar geleden. Het had al een hele week geregend en de zeventiende begon het plots te vriezen. De wegen waren spekglad. Een automobilist verloor de controle over het stuur, begon te slippen en raakte mijn vader, die te voet was. Hij overleed onderweg naar het ziekenhuis.”
    “Oh, wat erg,” zei Emma. “Dat moet een grote schok geweest zijn.”
    “Eerst kon ik het niet geloven. Welke tovenaar sterft er nu door een stom auto-ongeval? Maar toen ik hem zag in het mortuarium… Hij was zo koud. Hij was nog veel te jong om te sterven. Hij zou dat jaar vierenveertig worden. Met zijn gezondheid had hij zeker honderd kunnen worden.”
    Hij snikte.
    “Weet je, ik had altijd gehoopt dat hij mijn stagebegeleider zou zijn dit jaar. Ik wist wel dat die kans heel klein was, omdat hij mijn vader was, maar toch bleef ik altijd een beetje hopen. Het zou geweldig geweest zijn om hem als stagebegeleider te hebben. Ik wist dat ik van hem ongelooflijk veel zou kunnen leren, hij was echt een goede Heler. Maar op die ene dag werd de hoop dat ik ooit nog iets, gelijk wat, van hem zou kunnen leren in één klap weggevaagd.”
    Hij zweeg en bleef een tijdje voor zich uitstaren. Toen legde hij zijn hoofd op Emma’s schouder.
    “Ik mis hem, Emma,” zei hij. “Ik probeer mezelf wijs te maken dat ik zijn dood verwerkt heb, dat alles in orde is met mij, maar dat is niet zo. Ik mis hem echt.”
    Emma drukte een kus op zijn haar, terwijl ze zocht naar de juiste woorden om hem te troosten.
    “Natuurlijk mis je hem,” zei ze uiteindelijk, wanneer ze besefte dat er geen juiste woorden waren. “Dat is goed, want dat wil zeggen dat je van hem hield.”
    James reageerde niet. Misschien had hij haar niet gehoord. Misschien dacht hij na over wat ze gezegd had. Ze wist niets meer te zeggen en wilde zijn gedachten niet onderbreken, aangezien ze vermoedde dat hij in gedachten bij zijn vader was.
    Ze dacht aan al die keren dat hij het onderwerp ouders had vermeden en begreep nu waarom. Voorzichtig maakte ze zich van hem los, met de boodschap dat ze thee ging zetten.
    James knikte afwezig. Hij bleef somber voor zich uitstaren terwijl Emma in de keuken op zoek ging naar alles wat nodig was om thee te zetten. Even later zaten ze allebei met een dampende kop thee voor zich.
    “Ik weet nog dat hij me toen ik klein was vaak meenam naar het ziekenhuis als hij moest werken,” begon James plots te vertellen. “Ik vond het altijd geweldig. Ik was nog maar vijf of zo toen ik al wist dat ik Heler wilde worden.”
    Een klokje op de schoorsteenmantel sloeg twaalf keer.
    “Is het al zo laat?” vroeg Emma geschrokken. “Mijn moeder maakt zich vast al doodongerust.”
    “Oh, wel, dan kan je beter naar huis gaan,” zei James. “Ik red me wel.”
    “Zeker weten?” vroeg Emma bezorgd. “Ik kan best nog wat blijven. Ik ben nu toch al zo laat. Veel zal het niet meer uitmaken.”
    “Ga maar,” zei hij. “Ik wil niet dat je ruzie krijgt met je moeder om mij.”
    “Ik kom morgenvroeg wel even langs als je dat wilt,” zei ze.
    James knikte afwezig. Emma sloeg haar armen om hem heen en trok hem dicht tegen zich aan in een troostende knuffel. Het was James die zich losmaakte uit haar omhelzing.
    “Ga nu maar,” zei hij. “Ik ben oké.”
    Emma stond op en vertrok, met tegenzin, want ze wilde hem liever niet alleen laten nu.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff di 1 dec - 17:11

    The one that I am leaving is the one I’m really trying to find
    (Fools corner – Saybia)

    De opgewekte stem van de radiopresentator die hem wekte, bracht James zo mogelijk in een nog slechter humeur. Hij had een onrustige nacht achter de rug, waarin hij amper had geslapen. Nadat Emma de vorige avond vertrokken was, had hij nog een hele tijd piekerend in het haarvuur zitten staren, voor hij zich er uiteindelijk toe had kunnen brengen om in bed te kruipen. Ook daar had de slaap echter niet willen komen. Te veel gedachten moesten gedacht worden. Eerst waren dat vooral gedachten over zijn vader. Herinneringen die hij ophaalde. Herinneringen aan de dag waarop hij gestorven was en aan de dagen erna, maar ook herinneringen van daarvoor. Fijne herinneringen aan dingen die ze samen gedaan hadden.
    Het beste scenario zou zijn geweest als hij met één van die mooie herinneringen was in slaap gevallen, maar het leek alsof het best mogelijke scenario zelden van toepassing was op zijn leven.
    Hij was beginnen te denken over de avond die voorbij was en voelde zich ongelooflijk opgelaten om wat er gebeurd was. Hij was gewoonweg gaan huilen! Hij, James Knightley, huilde nooit. De laatste keer dat hij gehuild had, was waarschijnlijk toen hij vier of vijf of zo was.
    En nu… nu was hij zomaar in snikken uitgebarsten. In aanwezigheid van Emma dan nog! Hij schaamde zich dood. Wat zou zij nu wel niet van hem denken?
    Dat waren de gedachten waarmee hij uiteindelijk in een onrustige slaap was gevallen en dat waren ook de gedachten waarmee hij was wakker geworden. En de reden waarom hij de wekkerradio met de opgewekte presentator het liefst door het raam wilde kieperen.
    Hij had geen zin in Emma die langs zou komen. Geen zin om de bezorgde blik te zien die ongetwijfeld in haar ogen zou liggen. Geen zin om de bezorgde toon in haar stem te horen. Als er iets was waar hij allergisch voor was, dan waren het wel overbezorgde mensen. Het deed hem denken aan de begrafenis van zijn vader, waar hij wel honderd keer had moeten zeggen dat hij oké was. Alsof hij elk moment in tranen zou uitbarsten. Hij had zich moeten inhouden om niet te schreeuwen dat ze hem verdomme allemaal met rust moesten laten. Hij had niet gehuild. Alle mensen die zaten te wachten op het moment waarop hij in tranen zou uitbarsten om hem dan te kunnen troosten met een blik van ‘Zie je wel dat je niet oké bent’, hadden tevergeefs gewacht. Een jaar lang had hij niet gehuild om de dood van zijn vader. Tot de opmerking van Emma, de simpele vraag of zijn ouders thuis waren, hem had doen instorten.
    Had hij Rodney maar naar Matthew gestuurd in plaats van naar Emma. Hij zou zich ook geschaamd hebben als Matthew hem had moeten troosten, maar het zou anders geweest zijn, minder erg. Matthew had zijn vader gekend. Matthew wist wat er gebeurd was. Matthew was op de begrafenis geweest. Hij was waarschijnlijk de enige geweest die niet had gevraagd hoe het met hem ging, maar gewoon door een hand op zijn schouder had laten weten dat hij er voor hem zou zijn als hij hem nodig had. En toen hij hem gisteren nodig had, had hij Emma om hulp gevraagd.
    Op dat moment had het een logische keuze geleken. Matthew had hij al maanden niet meer gezien en Emma zag hij bijna elke dag. En… hij zag haar graag, maar hij wilde niet dat ze zijn zwakke kanten zag. Hij vond het ongelooflijk lief van haar dat ze zo bezorgd om hem was, maar hij haatte het tegelijkertijd. Het verstikte hem, omdat hij niet vertroeteld wilde worden. Hij wilde háár vertroetelen, háár troosten als ze het moeilijk had, háár beschermen tegen wat voor kwaad er haar ook kon overkomen. Niet omgekeerd.
    Hij had zich voorgenomen om volledig gewassen en gekleed te zijn wanneer Emma langskwam, om te bewijzen dat alles in orde was met hem, maar op het moment dat er aangebeld werd, lag hij nog steeds in bed. Even overwoog hij om haar gewoon te negeren en in bed te blijven, maar hij kende Emma ondertussen goed genoeg om te weten dat ze daar geen genoegen mee zou nemen. Het zou eerder een extra reden tot bezorgdheid zijn en die wilde hij haar niet geven. Dus stond hij op, trok snel een broek en een T-shirt aan en ging de deur openen.
    “Goeiemorgen,” zei Emma. Ze klonk alsof ze niet wist of ze nu opgewekt of medelevend moest klinken en daarom maar voor iets tussen de twee had gekozen.
    “Hallo,” zei James humeurig.
    De jonge vrouw keek hem onderzoekend aan, alsof ze wilde nagaan of hij weer in tranen zou uitbarsten.
    “Alles in orde?” vroeg ze bezorgd. “Je ziet er moe uit.”
    “Alles oké,” zei James een beetje geïrriteerd.
    Ze kuste hem, maar hij beantwoordde de kus nauwelijks en sloeg zijn ogen neer toen ze hem vragend aankeek.
    “Zal ik thee zetten?” vroeg ze een beetje aarzelend.
    “Nee,” zei hij en het klonk botter dan hij bedoeld had. “Ik kan zelf thee zetten.”
    “Ja, natuurlijk kan je zelf thee zetten,” zei Emma een beetje geschrokken. “Ik wilde alleen…”
    James luisterde al niet meer. Hij had zich omgedraaid en liep naar de keuken. Hij haalde twee koppen uit de kast, toverde heet water tevoorschijn en liet in elke kop een aanzwevend theezakje zakken. Emma was hem naar de keuken gevolgd en ze gingen tegenover elkaar aan de keukentafel zitten. Gedurende vijf minuten – de tijd dat het duurde voor de thee om te trekken - zeiden ze niets tegen elkaar. Emma speelde wat afwezig met haar theezakje. Ze liet het op en neer gaan in haar kop, alsof de thee zo sneller zou trekken. Nadat ze uiteindelijk een slokje had genomen, vroeg ze: “Hoe voel je je nu?” Ze had precies die bezorgde blik in haar ogen die hij zich had voorgesteld; dezelfde bezorgde toon lag in haar stem.
    “Stop ermee, oké,” riep hij, terwijl hij overeind sprong. “Ik hoef je medelijden helemaal niet.”
    Zijn stoel viel met een klap achterover op de grond.
    Hij zag de geschrokken blik in haar ogen en draaide zich om. Met zijn handen in zijn zakken staarde hij door het raam van de keuken naar buiten. Hij wist dat hij haar kwetste met zijn woorden en hij wilde haar niet kwetsen, maar hij kon het niet helpen.
    “James…” probeerde Emma voorzichtig. Dat had ze beter niet kunnen doen. Furieus draaide James zich weer om.
    “Nee, ik wil het niet horen,” schreeuwde hij. “Ik weet toch al wat je gaat zeggen. Hetzelfde als al die anderen. James heeft hulp nodig. James heeft de dood van zijn vader nog niet verwerkt. Och, die arme jongen heeft zijn moeder amper gekend. Tragisch toch dat hij nu ook zijn vader moet verliezen. Ik ben in orde, oké? Ik red me best. Ik heb niemand nodig. Dus stik maar met je ‘Zal ik thee zetten?’ en ‘Gaat alles wel goed met je?’ Laat me gewoon met rust!”
    Emma was ondertussen ook opgestaan en keek hem ontsteld aan. Ze had deze uitbarsting duidelijk niet verwacht.
    “Wil dit… wil dit zeggen dat je me dumpt?” vroeg ze weifelend, angstig ook.
    “Ik kan je niet dumpen, want bij mijn weten zijn we nooit een koppel geweest,” zei James kil. Hij haatte zichzelf om deze woorden, omdat hij wist dat hij Emma pijn deed, maar hij kon niet anders. Hij wist best dat Emma hen wel als een koppel had beschouwd en zelf had hij dat eigenlijk ook gedaan, maar hij had het gevoel dat ze de vorige avond te dichtbij was gekomen.
    Elke keer dat hij haar de voorbije weken had gezien, had hij meer en meer beseft dat hij meer voor deze jonge vrouw voelde dan hij ooit voor enig ander meisje had gevoeld. Het beangstigde hem. Hij was nooit bang geweest om afgewezen of gedumpt te worden. Ja, het krenkte zijn trots een beetje, maar zijn filosofie was altijd geweest: ‘Ander en beter’. Maar als Emma hem zou afwijzen… Emma was het beste wat hem ooit overkomen was. ‘Ander en beter’ ging niet op bij haar. Hij was bang om te veel van haar te gaan houden, om niet meer zonder haar te kunnen. Dus duwde hij haar weg op het moment dat ze te dichtbij kwam. En dat terwijl hij haar eigenlijk het liefst in zijn armen wilde sluiten om haar nooit meer los te laten.
    “Klootzak,” zei Emma. Ze keek hem met een vernietigende blik aan, draaide zich om en verliet zijn huis.
    Met een woest gebaar gooide James haar thee, waar ze slechts één slok van gedronken had, door de gootsteen. De kop kwam met een klap op het aanrecht terecht.
    Woedend liet hij zich op de stoel zakken waarop Emma zonet nog gezeten had. Woedend op haar, omdat ze hem een klootzak had genoemd, maar vooral woedend op zichzelf, omdat hij niet anders kon dan haar gelijk geven.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff ma 7 dec - 20:03

    The one that I am leaving is the one I’m really trying to find
    (Fools corner – Saybia)

    De opgewekte stem van de radiopresentator die hem wekte, bracht James zo mogelijk in een nog slechter humeur. Hij had een onrustige nacht achter de rug, waarin hij amper had geslapen. Nadat Emma de vorige avond vertrokken was, had hij nog een hele tijd piekerend in het haarvuur zitten staren, voor hij zich er uiteindelijk toe had kunnen brengen om in bed te kruipen. Ook daar had de slaap echter niet willen komen. Te veel gedachten moesten gedacht worden. Eerst waren dat vooral gedachten over zijn vader. Herinneringen die hij ophaalde. Herinneringen aan de dag waarop hij gestorven was en aan de dagen erna, maar ook herinneringen van daarvoor. Fijne herinneringen aan dingen die ze samen gedaan hadden.
    Het beste scenario zou zijn geweest als hij met één van die mooie herinneringen was in slaap gevallen, maar het leek alsof het best mogelijke scenario zelden van toepassing was op zijn leven.
    Hij was beginnen te denken over de avond die voorbij was en voelde zich ongelooflijk opgelaten om wat er gebeurd was. Hij was gewoonweg gaan huilen! Hij, James Knightley, huilde nooit. De laatste keer dat hij gehuild had, was waarschijnlijk toen hij vier of vijf of zo was.
    En nu… nu was hij zomaar in snikken uitgebarsten. In aanwezigheid van Emma dan nog! Hij schaamde zich dood. Wat zou zij nu wel niet van hem denken?
    Dat waren de gedachten waarmee hij uiteindelijk in een onrustige slaap was gevallen en dat waren ook de gedachten waarmee hij was wakker geworden. En de reden waarom hij de wekkerradio met de opgewekte presentator het liefst door het raam wilde kieperen.
    Hij had geen zin in Emma die langs zou komen. Geen zin om de bezorgde blik te zien die ongetwijfeld in haar ogen zou liggen. Geen zin om de bezorgde toon in haar stem te horen. Als er iets was waar hij allergisch voor was, dan waren het wel overbezorgde mensen. Het deed hem denken aan de begrafenis van zijn vader, waar hij wel honderd keer had moeten zeggen dat hij oké was. Alsof hij elk moment in tranen zou uitbarsten. Hij had zich moeten inhouden om niet te schreeuwen dat ze hem verdomme allemaal met rust moesten laten. Hij had niet gehuild. Alle mensen die zaten te wachten op het moment waarop hij in tranen zou uitbarsten om hem dan te kunnen troosten met een blik van ‘Zie je wel dat je niet oké bent’, hadden tevergeefs gewacht. Een jaar lang had hij niet gehuild om de dood van zijn vader. Tot de opmerking van Emma, de simpele vraag of zijn ouders thuis waren, hem had doen instorten.
    Had hij Rodney maar naar Matthew gestuurd in plaats van naar Emma. Hij zou zich ook geschaamd hebben als Matthew hem had moeten troosten, maar het zou anders geweest zijn, minder erg. Matthew had zijn vader gekend. Matthew wist wat er gebeurd was. Matthew was op de begrafenis geweest. Hij was waarschijnlijk de enige geweest die niet had gevraagd hoe het met hem ging, maar gewoon door een hand op zijn schouder had laten weten dat hij er voor hem zou zijn als hij hem nodig had. En toen hij hem gisteren nodig had, had hij Emma om hulp gevraagd.
    Op dat moment had het een logische keuze geleken. Matthew had hij al maanden niet meer gezien en Emma zag hij bijna elke dag. En… hij zag haar graag, maar hij wilde niet dat ze zijn zwakke kanten zag. Hij vond het ongelooflijk lief van haar dat ze zo bezorgd om hem was, maar hij haatte het tegelijkertijd. Het verstikte hem, omdat hij niet vertroeteld wilde worden. Hij wilde háár vertroetelen, háár troosten als ze het moeilijk had, háár beschermen tegen wat voor kwaad er haar ook kon overkomen. Niet omgekeerd.
    Hij had zich voorgenomen om volledig gewassen en gekleed te zijn wanneer Emma langskwam, om te bewijzen dat alles in orde was met hem, maar op het moment dat er aangebeld werd, lag hij nog steeds in bed. Even overwoog hij om haar gewoon te negeren en in bed te blijven, maar hij kende Emma ondertussen goed genoeg om te weten dat ze daar geen genoegen mee zou nemen. Het zou eerder een extra reden tot bezorgdheid zijn en die wilde hij haar niet geven. Dus stond hij op, trok snel een broek en een T-shirt aan en ging de deur openen.
    “Goeiemorgen,” zei Emma. Ze klonk alsof ze niet wist of ze nu opgewekt of medelevend moest klinken en daarom maar voor iets tussen de twee had gekozen.
    “Hallo,” zei James humeurig.
    De jonge vrouw keek hem onderzoekend aan, alsof ze wilde nagaan of hij weer in tranen zou uitbarsten.
    “Alles in orde?” vroeg ze bezorgd. “Je ziet er moe uit.”
    “Alles oké,” zei James een beetje geïrriteerd.
    Ze kuste hem, maar hij beantwoordde de kus nauwelijks en sloeg zijn ogen neer toen ze hem vragend aankeek.
    “Zal ik thee zetten?” vroeg ze een beetje aarzelend.
    “Nee,” zei hij en het klonk botter dan hij bedoeld had. “Ik kan zelf thee zetten.”
    “Ja, natuurlijk kan je zelf thee zetten,” zei Emma een beetje geschrokken. “Ik wilde alleen…”
    James luisterde al niet meer. Hij had zich omgedraaid en liep naar de keuken. Hij haalde twee koppen uit de kast, toverde heet water tevoorschijn en liet in elke kop een aanzwevend theezakje zakken. Emma was hem naar de keuken gevolgd en ze gingen tegenover elkaar aan de keukentafel zitten. Gedurende vijf minuten – de tijd dat het duurde voor de thee om te trekken - zeiden ze niets tegen elkaar. Emma speelde wat afwezig met haar theezakje. Ze liet het op en neer gaan in haar kop, alsof de thee zo sneller zou trekken. Nadat ze uiteindelijk een slokje had genomen, vroeg ze: “Hoe voel je je nu?” Ze had precies die bezorgde blik in haar ogen die hij zich had voorgesteld; dezelfde bezorgde toon lag in haar stem.
    “Stop ermee, oké,” riep hij, terwijl hij overeind sprong. “Ik hoef je medelijden helemaal niet.”
    Zijn stoel viel met een klap achterover op de grond.
    Hij zag de geschrokken blik in haar ogen en draaide zich om. Met zijn handen in zijn zakken staarde hij door het raam van de keuken naar buiten. Hij wist dat hij haar kwetste met zijn woorden en hij wilde haar niet kwetsen, maar hij kon het niet helpen.
    “James…” probeerde Emma voorzichtig. Dat had ze beter niet kunnen doen. Furieus draaide James zich weer om.
    “Nee, ik wil het niet horen,” schreeuwde hij. “Ik weet toch al wat je gaat zeggen. Hetzelfde als al die anderen. James heeft hulp nodig. James heeft de dood van zijn vader nog niet verwerkt. Och, die arme jongen heeft zijn moeder amper gekend. Tragisch toch dat hij nu ook zijn vader moet verliezen. Ik ben in orde, oké? Ik red me best. Ik heb niemand nodig. Dus stik maar met je ‘Zal ik thee zetten?’ en ‘Gaat alles wel goed met je?’ Laat me gewoon met rust!”
    Emma was ondertussen ook opgestaan en keek hem ontsteld aan. Ze had deze uitbarsting duidelijk niet verwacht.
    “Wil dit… wil dit zeggen dat je me dumpt?” vroeg ze weifelend, angstig ook.
    “Ik kan je niet dumpen, want bij mijn weten zijn we nooit een koppel geweest,” zei James kil. Hij haatte zichzelf om deze woorden, omdat hij wist dat hij Emma pijn deed, maar hij kon niet anders. Hij wist best dat Emma hen wel als een koppel had beschouwd en zelf had hij dat eigenlijk ook gedaan, maar hij had het gevoel dat ze de vorige avond te dichtbij was gekomen.
    Elke keer dat hij haar de voorbije weken had gezien, had hij meer en meer beseft dat hij meer voor deze jonge vrouw voelde dan hij ooit voor enig ander meisje had gevoeld. Het beangstigde hem. Hij was nooit bang geweest om afgewezen of gedumpt te worden. Ja, het krenkte zijn trots een beetje, maar zijn filosofie was altijd geweest: ‘Ander en beter’. Maar als Emma hem zou afwijzen… Emma was het beste wat hem ooit overkomen was. ‘Ander en beter’ ging niet op bij haar. Hij was bang om te veel van haar te gaan houden, om niet meer zonder haar te kunnen. Dus duwde hij haar weg op het moment dat ze te dichtbij kwam. En dat terwijl hij haar eigenlijk het liefst in zijn armen wilde sluiten om haar nooit meer los te laten.
    “Klootzak,” zei Emma. Ze keek hem met een vernietigende blik aan, draaide zich om en verliet zijn huis.
    Met een woest gebaar gooide James haar thee, waar ze slechts één slok van gedronken had, door de gootsteen. De kop kwam met een klap op het aanrecht terecht.
    Woedend liet hij zich op de stoel zakken waarop Emma zonet nog gezeten had. Woedend op haar, omdat ze hem een klootzak had genoemd, maar vooral woedend op zichzelf, omdat hij niet anders kon dan haar gelijk geven.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff za 12 dec - 2:05

    And I don’t know if I was ever as blue
    (Coming of the Knight – Admiral Freebee)

    Het was een mooie lentedag in april en James liep met Mikhail, één van zijn collega-stagiairs, over de Wegisweg. Ze waren samen op zoek naar een cadeautje voor Jills verjaardag.
    “Raoul maakt het zichzelf weer gemakkelijk,” bromde James. “Ons op pad sturen en zeggen dat hij wel zal bijleggen.”
    “Maak je niet dik,” zei Mikhail. “Stel je voor dat we een hele namiddag met hem hier moesten rondlopen?”
    “Feit,” glimlachte James. “Beter zo.”
    “Zo, wat zullen we voor haar kopen? Heb jij een idee?”
    James haalde zijn schouders op.
    “Weet ik veel wat je voor een vrouw koopt.”
    “Ho ho, wacht even,” zei Mikhail lachend. “Jij bent hier degene die elke vrouw kan krijgen. Jij hoort te weten wat je voor een vrouw koopt als ze jarig is. Waarom denk je dat ik je anders heb meegenomen?”
    “Omdat ik aangenaam gezelschap ben?” grinnikte James.
    “Vergeet het maar,” grijnsde Mikhail.
    “Het spijt me dat ik je moet teleurstellen, maar het enige waar ik goed in ben, is gedumpt worden. Ik zou een boek kunnen schrijven. ‘Hoe zorg ik ervoor dat een vrouw mij dumpt?’ door James Knightley. Wat denk je?”
    Hij glimlachte, maar het was geforceerd. De gedachte aan zijn laatste ruzie met Emma deed nog steeds pijn.
    “Was jij niet samen met dat meisje dat Drakenpest had en dat je elke dag ging opzoeken toen ze in het Sint-Holisto’s lag?” vroeg zijn gezel nieuwsgierig.
    Was is hier inderdaad het juiste woord,” zei James en hij probeerde luchtig te klinken. “Je informatie is ongelooflijk verouderd. Ze heeft mij gedumpt, door mijn eigen stomme fout, en ik heb haar al drie maanden niet meer gezien.”
    Mikhail deed zijn mond al open om verder te vragen, maar James veranderde snel van onderwerp. Hij wilde niet over Emma praten.
    “Is Jill geen supporter van de Holyhead Harpies?”
    Ze waren net Zwik en Zwachtels Zwerkbalpaleis voorbijgelopen.
    “Eh, ja, ik geloof het wel,” antwoordde Mikhail.
    Na lang overwegen en de verzekering van de verkoper dat ze het zou kunnen ruilen moest ze het al hebben, kochten ze een dik boek over de geschiedenis van het Zwerkbalteam.
    “Nu heb ik zin in een ijsje,” zei Mikhail vrolijk. “Wat jij?”
    James stemde toe en even later zaten ze op het terras van Florian Fanieltjes IJssalon met een heerlijk ijsje voor hun neus. Het was prachtig weer, maar James kon er niet echt van genieten. Moest het weer beïnvloed worden door zijn humeur, dan zou er een miezerige motregen uit een grijze hemel vallen. Een deprimerende motregen die hele dagen aan een stuk aanhield. Hij probeerde te luisteren naar wat Mikhail vertelde, maar de woorden drongen niet tot hem door. Hij was met zijn gedachten ergens anders. Bij Emma. Bij het moment waarop ze hem een klootzak noemde en woedend en gekwetst zijn huis verliet. Hij wenste dat hij de tijd kon terugdraaien. Hij miste haar. De voorbije drie maanden had hij zich op zijn werk gestort zoals nooit tevoren. Werken, eten en slapen. Dat was het zo’n beetje. Alles was goed om ervoor te zorgen dat hij geen vrije tijd had waarin hij over haar kon piekeren. Als hij even met niets bezig was, zoals nu, overviel het gemis hem steeds. Hij wilde niets liever dat haar opzoeken en … Ach, ze wilde vast niets meer met hem te maken hebben.
    Hij schrok op toen Mikhail hem een stomp met zijn elleboog gaf.
    “Huh?”
    “Ik zei dat je ijsje aan het smelten is,” zei hij.
    “Oh ja,” zei James en snel at hij verder.
    “Waar zat jij met je gedachten?”
    “Nergens,” zei hij ontwijkend.
    Mikhail keek hem aan met een ongelovige blik, maar zei gelukkig niets. Hij had geen zin in commentaar. Een tijdje bleef het stil tussen hen tot Mikhail opnieuw de stilte verbrak.
    “Niet meteen opkijken, maar er zit een vrouw al de hele tijd jouw richting uit te kijken en ze is ongelooflijk knap.”
    Uiteraard keek James wel meteen op. Vroeger zou dat geweest zijn om te zien of de vrouw de moeite waard was om de versiertoer op te gaan. Nu hoopte hij gewoon tegen beter weten in dat het Emma zou zijn die daar zat.
    Mikhail had gelijk, de vrouw was knap. Ze had sluike ravenzwarte haren die los over haar schouders hingen en keek hem aan met een verleidelijke blik in haar donkere ogen. Blijkbaar probeerde ze al een hele tijd oogcontact met hem te maken. Ze was echter niet Emma en teleurgesteld wendde James zijn blik weer af. Afwezig roerde hij met zijn lepeltje in de gesmolten brij die de rest van zijn ijsje was.
    “Wel?” vroeg Mikhail. “Ga je niet naar haar toe? Met mij moet je geen rekening houden, hoor, tot zolang je haar maar vraagt of ze nog een knappe vriendin heeft.”
    “Zorg maar dat Vanessa dat niet hoort,” zei James.
    Vanessa was de vriendin van Mikhail, ze studeerde ook voor Heler.
    Mikhail trok een gezicht.
    “Oké, vraag maar niet of ze nog vriendinnen heeft, ga gewoon naar haar toe.”
    “Waarom zou ik naar haar toe gaan?” vroeg James.
    Mikhails mond viel haast open van verbazing.
    “Ze is knap en ze ziet jou duidelijk wel zitten. Moet ik er een tekeningetje bij maken?”
    “Ik ben niet geïnteresseerd,” zei James.
    “Oké, wie ben jij en wat heb je gedaan met de James die ik ken?”
    “Waarom ga je zelf niet naar haar toe in plaats van je zo op te winden?” vroeg James geïrriteerd.
    “Omdat het jou is die ze overduidelijk wil. En omdat Vanessa mij het Sint-Holisto’s in zou vervloeken.”
    James zei niets en staarde nors voor zich uit.
    “Het spijt me,” zei Mikhail na een tijdje. “Er spookt een andere vrouw door je hoofd, is het niet?”
    James antwoordde niet.
    “Het Drakenpest-meisje?”
    “Haar naam is Emma,” zei James.
    “Wat gebeurde er tussen jullie?”
    James haalde zijn schouders op.
    “Ik had een vreselijk slecht humeur en dat werkte ik op haar uit. Ze dumpte me. Of misschien dumpte ik haar, ik weet het niet. Ik denk dat we zo’n beetje elkaar dumpten. Sindsdien heb ik haar niet meer gezien.”
    “Waarom heb je haar niet opgezocht? Je verontschuldigingen aangeboden?”
    “Ze haat me,” zei James. “Ik ben er zeker van dat ze me haat na wat ik tegen haar gezegd heb.”
    “Hé, is ze dat niet?” vroeg Mikhail. “Als je van de duivel spreekt…”
    James keek op. Mikhail had gelijk. Door één of ander ongelooflijk toeval liep net op dat moment Emma voorbij op de Wegisweg. Haar rode krullen zou hij overal herkennen. Zijn hart sprong op toen hij haar zag, maar zakte snel weer de put in toen hij dacht aan het laatste dat ze tegen hem gezegd had. Hij legde moedeloos zijn hoofd op het houten tafeltje.
    “Oké, nu is het genoeg geweest,” zei Mikhail streng. “Ik word helemaal depressief van jou. Ofwel ga je nu achter Emma aan en doe je op zijn minst een poging om het terug goed te maken, ofwel ga je naar die vrouw daar toe en vraag je haar mee uit.”
    “Ze zal niet naar me willen luisteren,” zei James.
    “Doe haar dan luisteren,” zei Mikhail. Hij begon duidelijk zijn geduld te verliezen. “Alsjeblieft, stop met zielig doen en doe iets.”
    “Wat moet ik tegen haar zeggen?”
    “Wat kan het mij schelen. Voor mijn part gebruik je één of andere idiote openingszin. Misschien mist ze jou wel even erg als jij haar en springt ze meteen in jouw armen. Dan hoef je niets te zeggen.”
    James durfde niet te hopen dat dat waar was, maar Mikhails woorden zetten hem in elk geval aan tot actie. Hij had gelijk, het had helemaal geen zin om bij de pakken neer te blijven zitten. Hij stond op en liep in de richting die Emma daarnet uitgegaan was. Hij hoorde nog net hoe Mikhail hem “Veel succes!” nariep.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff za 2 jan - 17:13

    ‘Cause I’m not doing so good without you
    (Here by me – 3 Doors Down)

    “Deed het pijn toen je uit de hemel viel?”
    Emma schrok op van het boek dat ze aan het doorbladeren was toen iemand dit zachtjes in haar oor zei. Geïrriteerd draaide ze zich om om te zien welke volslagen idioot haar dacht te kunnen versieren met zo een cliché als openingszin. Haar hart sprong echter op toen ze zag wie de volslagen idioot was en even was ze blij om hem te zien. Eén moment maar, want de vreugde maakte al snel plaats voor minder positieve gevoelens toen ze zich realiseerde dat ze eigenlijk nog steeds woedend op hem was. Ze zette het boek terug in het rek en liep naar een ander deel van de winkel. Zoals ze wel verwacht had, volgde James haar op de voet.
    “Vijandige Vervloekingen Verzameld,” las ze hardop de titel van een boek voor. Ze nam het van de plank en begon er demonstratief in te bladeren. “Hm, welke vloek zou ik het eerst op jou uitproberen? Wat denk je van een Vleddervleervloek? Misschien in combinatie met de Vloek van Beentjeplak?”
    “Emma…” begon James.
    “Doe geen moeite,” onderbrak ze hem. “Ik ben niet van plan om naar jou te luisteren.”
    Ze zette het boek neer en liep Klieder en Vlek uit, de Wegisweg op. James gaf – natuurlijk – niet op. Als ze eerlijk was, moest ze toegeven dat ze dat ook helemaal niet wilde.
    “Emma, het spijt me!” riep hij haar achterna toen ze buiten waren. Ze negeerde hem en liep de Betoverende Beestenbazaar binnen, waar ze geïnteresseerd naar de huisdieren bleef kijken. James volgde haar als een schoothondje.
    “Jij bent niet allergisch voor katten?” vroeg ze zonder haar blik van de dieren af te wenden.
    “Nee,” antwoordde James verbaasd. “Waarom?”
    “Iets anders van dieren?”
    Hij schudde zijn hoofd.
    “Nee.”
    “Jammer,” zei Emma alleen maar en ze ging weer naar buiten.
    De volgende winkel die ze tegenkwam, was Zwik en Zwachtels Zwerkbalpaleis. Ze ging binnen en begon de verschillende bezems te bekijken.
    “Sinds wanneer ben jij geïnteresseerd in Zwerkbal?” vroeg James verbaasd.
    “Sinds ik jou probeer te ontwijken,” antwoordde ze.
    “Je vergeet dat ik nog Drijver ben geweest in het Griffoendor Zwerkbalteam,” herinnerde James haar.
    “Oh ja,” zei Emma en ze wilde weer naar buiten gaan, maar James had het deze keer verwacht en hij greep haar arm vast.
    “Emma, wat moet ik doen om je te laten luisteren?” vroeg hij wanhopig. “Moet ik je soms beheksen?”
    Voor het eerst keek Emma hem recht in de ogen, uitdagend.
    “Oh, wel, ik wil je best zien proberen.”
    Een beetje aarzelend haalde James zijn toverstaf uit zijn zak en sprak de Vloek van Beentjeplak uit. Emma had ondertussen echter ook haar toverstaf getrokken en weerde de vloek moeiteloos af.
    “Hé, ga buiten vechten,” zei een woedende verkoper die op hen af kwam lopen. James en Emma aarzelden niet lang bij het zien van het kleerkastmodel van de verkoper en verlieten snel de winkel.
    Buiten werden ze al snel het middelpunt van een groepje kijklustige voorbijgangers die wilden weten wat er aan de hand was. Ze cirkelden een tijdje om elkaar heen, aandachtig wachtend op een aanval van de ander. James probeerde opnieuw Beentjeplak, op een moment dat de aandacht van Emma een beetje leek te verslappen, maar dat was blijkbaar alleen maar schijn geweest. Ze ontweek zijn spreuk en bestookte hem met een expelliarmus, die hij afweerde.
    “Emma, is dit echt nodig?” vroeg James. “Kunnen we dit niet gewoon uitpraten?”
    Hij bukte zich om een nieuwe spreuk van Emma te ontwijken en de kietelspreuk raakte iemand van de omstanders.
    “Sorry!” riep Emma naar de man.
    “Ik zie niet in wat er uit te praten valt,” zei ze vernietigend tegen James. “Je hebt wel genoeg bewezen dat je gewoon een klootzak bent.”
    “Het spijt me wat er gebeurd is, oké?” zei James.
    “Wel, als je daar drie maanden geleden mee was afgekomen, had ik misschien nog naar je geluisterd. Heel misschien had ik je dan zelfs geloofd. Maar kijk om je heen, James. Zie je de blaadjes aan de bomen? Misschien is het je nog niet opgevallen, maar het is april. Eind april. Meer dan drie maanden heb ik niks van je gehoord en nu wil je plots dat alles vergeten en vergeven is? Je gaat me toch niet wijsmaken dat je de voorbije drie maanden een winterslaap hebt gedaan?”
    Ze had de voorbije maanden vaak stiekem gehoopt dat hij haar zou komen opzoeken en dat hij haar zou vragen of ze hem wilde vergeven wat er gebeurd was, ondanks het feit dat ze tegen iedereen die het wilde weten, zei dat ze hem nooit meer wilde zien. Zeker in het begin had ze gehoopt, nadat haar eerste woede was weggeëbd en ze begon te voelen dat ze hem miste. Ondertussen had ze het min of meer opgegeven. Ze was ervan uitgegaan dat hij waarschijnlijk al lang een ander vriendinnetje had en helemaal niet meer aan haar dacht. Waarom zou de knapste jongen van de school ook met haar willen uitgaan? Ze was kwaad op zichzelf omdat ze zich zo gemakkelijk door hem had laten inpakken en vooral kwaad op hem omdat hij haar zo moeiteloos aan de kant schoof.
    “Ik had het erg druk,” was James’ slappe excuus. “En ik… Ik durfde je niet onder ogen te komen. Ik dacht dat je me waarschijnlijk niet meer wilde zien.”
    “Oh wel, dat was dan goed gedacht. Waarom sprak je me daarnet dan aan? Kon je niet gewoon verder doen met mij niet durven aan te spreken?”
    “Omdat ik je mis, Emma,” zei James wanhopig. “En omdat Mikhail mijn depressieve bui beu was.”
    “Hebben al je andere vriendinnetjes je gedumpt misschien?” vroeg Emma venijnig. “Of nee, wacht. Niet andere. Volgens jou waren wij nooit een koppel.”
    “Mag ik je er wel aan herinneren dat jij diegene was die meteen dacht dat ik je ging dumpen, omdat ik één keer uitvloog tegen jou? Ik had een ongelooflijk slechte dag, we hadden ruzie en jij dacht meteen dat ik het wilde uitmaken, terwijl dat nog niet eens in mij was opgekomen. Maar ja, jij bent er dan ook al van in het begin dat we elkaar kennen van overtuigd dat ik je vroeg of laat wel zal dumpen. Terwijl jij ondertussen degene bent die mij al drie keer afgewezen heeft.”
    “Kan ik er wat aan doen dat jij daar altijd aanleiding toe geeft door je als een klootzak te gedragen?”
    Emma merkte dat hij zijn toverstaf ondertussen had laten zakken en in een reflex bestookte ze hem met een Bibberkniebezwering. Hij werd vol geraakt. Hij zakte door zijn knieën en bleef even versuft door de spreuk, die veel sterker uitviel dat ze verwacht had, op de grond liggen. Geschrokken liep ze naar hem toe. Ze knielde bezorgd bij hem neer. Hoe kwaad ze ook op hem was, ze had hem nooit echt pijn willen doen. Opgelucht zag ze hoe hij al snel weer zijn ogen opende. Ze stak haar hand uit om hem overeind te helpen, maar hij sloeg haar hulp af. Hij raapte zijn toverstaf op die uit zijn hand gevallen was en beëindigde de bezwering. Toen ging hij overeind zitten en hij keek haar aan.
    “Bij Merlijns baard, Emma, kan je dan niet een heel klein beetje begrijpen hoe ik me toen voelde? Een heel jaar had ik tegenover iedereen kunnen volhouden dat alles in orde was met mij. Ik was er altijd in geslaagd om mij sterk te houden, terwijl ik mijn verdriet vanbinnen opkropte. Jij was getuige van mijn totale instorting. Denk je dat ik daar trots op was? Ik schaamde me dood. Ik had tijd nodig om te wennen aan de gedachte dat jij ook mijn zwakke kanten leerde kennen. Maar jij gaf me die tijd niet. Jij was daar en je verstikte me met al je bezorgdheid en goede bedoelingen, terwijl ik gewoon terug de James wilde zijn die niemand nodig had. Ik wilde mijn trots redden die een flinke deuk had gekregen op het moment dat je mij zag huilen. En op dat moment wilde ik gewoon niets liever dan jou even niet in de buurt te hebben. Even maar. Een paar dagen of zo. Een week maximum. Drie maanden was veel te lang. Zo lang kan ik echt niet zonder jou.”
    Hij aarzelde even, leek af te wachten of zij iets zou zeggen. Ze had zijn betoog zwijgend aangehoord. Eerst nog onwillig, maar de eerlijkheid van zijn woorden had haar langzaamaan getroffen. Nu stak ze haar toverstaf terug in haar zak, maar nog steeds zei ze niets. Ze wist niet wat ze kon zeggen. Toen ze niet reageerde, haalde hij diep adem en ging verder.
    “Weet je, mijn vader was nooit erg tevreden over het feit dat ik zo vaak een ander vriendinnetje had. Hij zei altijd dat ik op een dag iemand zou ontmoeten die meer voor me betekende dan al die andere samen en hij hoopte dat ik dan op tijd zou inzien dat ik moest veranderen, voor ik het verknalde. Ik mis je, Emma. Zeg me alsjeblieft niet dat ik te laat ben.”
    Emma was ontroerd door zijn laatste woorden. Ze wist hoe moeilijk hij het vond om over zijn gevoelens te praten én om over zijn vader te praten en hoeveel moeite het hem dus moest gekost hebben om dit toe te geven. Ze vloog hem om de hals.
    “Ik heb je ook gemist,” snikte ze. “Waarom kon je verdomme niet eerder komen?”
    James trok haar dicht tegen zich aan. Zijn lippen zochten die van haar en hij kuste haar. Een spontaan applaus barstte los bij de omstanders, die ze beiden totaal vergeten waren.
    “Hebben jullie echt niets beters te doen?” vroeg James geërgerd, terwijl hij overeind kwam en Emma ook recht trok, maar een glimlach speelde om zijn lippen.
    “Waarom huil je?” vroeg hij zacht aan Emma.
    “Ik huil helemaal niet,” zei de jonge vrouw.
    “Oh nee?” vroeg James, terwijl hij met zijn duim de tranen van haar gezicht veegde. “Wat zijn dit dan? Regendruppels?”
    Ze haalde glimlachend haar schouders op.
    “Misschien heb ik wel last van hooikoorts,” zei ze.
    “Dat zal het zijn,” zei James. “Weet je, die avond dat ik je over mijn ouders vertelde? Het leek alsof ik huilde, maar eigenlijk was ik gewoon heel erg verkouden toen.”
    Emma lachte door haar tranen heen.
    “Dat dacht ik wel.”
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff wo 20 jan - 23:13

    By the way, the weather is nice today
    (Well Hello – Twarres)

    Een week later stond James ’s zondags bij Emma voor de deur. Hij bedacht dat het wel leek alsof iedereen deze week jarig was. Vrijdagavond nog waren Raoul, Mikhail en hij iets gaan drinken met Jill op haar verjaardag en nu was het blijkbaar Richards verjaardag. Zijn ouders organiseerden een verrassingsfeestje voor hem. Emma was uitgenodigd en aangezien ze een partner mocht meebrengen, zou hij met haar meegaan. Niet dat hij er zoveel zin in had, maar hij deed het voor haar.
    Toen hij aanbelde, kwam echter niet Emma opendoen, maar een vrouw van een jaar of vijftig. James veronderstelde dat ze Emma’s moeder was. Ze was tamelijk klein en aan de mollige kant. Haar haren waren bruin, een tint die geverfd leek te zijn. James vroeg zich af wat haar natuurlijke haarkleur was. Zou ze net zo vuurrode haren hebben als Emma? Kleurde ze haar haren om te verbergen dat ze grijs begon te worden?
    “Eh… hallo,” stamelde hij, nogal van zijn stuk gebracht. Hij had nog nooit eerder familieleden van Emma ontmoet. Alle andere keren dat hij was langs geweest, was het Emma zelf die de deur geopend had en meestal waren ze dan ook meteen vertrokken. Hij had verwacht dat dat nu ook wel het geval zou zijn. Hij besefte nu pas dat hij eigenlijk nog nooit verder dan de kleine inkomhal was geweest bij Emma thuis. Het leek erop dat daar nu verandering in zou komen.
    “Goeiemiddag, jij moet James zijn,” zei de vrouw. “Kom binnen, Emma is zich nog aan het klaarmaken.”
    Zwijgend volgde James haar naar binnen, totaal niet wetend wat hij kon zeggen.
    “Ik ben Connie, Emma’s moeder,” stelde ze zichzelf voor toen ze in een gezellige woonkamer waren gekomen. “En dat is Walter, haar vader.”
    De man stond op uit de zetel om James een hand te geven.
    “Aangenaam,” stamelde die laatste.
    Emma’s vader was net als zijn vrouw vrij klein van stuk. Blijkbaar had Emma haar rode haarkleur van hem. Hoewel hij kalend was, had hij nog genoeg haar over om dat duidelijk te maken.
    “We hebben al veel over je gehoord,” zei Emma’s moeder, die duidelijk een gesprek op gang wilde brengen.
    “Goede dingen, hoop ik?” vroeg James.
    “Ja natuurlijk,” zei Walter net iets te snel, waardoor James het vermoeden kreeg dat het lang niet allemaal goede dingen waren geweest. Emma had in de voorbije maanden waarschijnlijk vaak genoeg gezegd dat ze hem nooit meer wilde zien.
    Hij vroeg zich af of er van hem verwacht werd dat hij nu het gesprek voortzette. Hij had er alleen geen idee van wat hij kon zeggen. Normaal had hij niet zoveel moeite om met vreemden te praten, maar de manier waarop de moeder en de vader van Emma naar hem keken, zorgde ervoor dat hij zich ongelooflijk zenuwachtig ging voelen en bang was om iets verkeerds te zeggen of te doen. Even overwoog hij om maar over het weer te beginnen, dat zou vast een veilig onderwerp zijn, maar toen viel zijn blik op een grote, ingelijste foto die aan de muur hing. Hij herkende een jongere versie van de twee mensen in de kamer, met een meisje van een jaar of tien, dat Emma moest zijn en nog een jongen van ongeveer twaalf.
    “Is dat Emma?” vroeg hij en hij liep naar de foto toe om hem wat beter te bekijken. Emma’s moeder kwam bij hem staan.
    “Ja, inderdaad. Die foto is genomen nog voor ze naar Zweinstein ging.”
    “Ik vind het altijd zo vreemd om naar foto’s te kijken waarop mensen niet bewegen,” vertelde hij. “Dat lijkt zo zielig.”
    “Oh ja, Emma vertelde al dat mensen op toverfoto’s bewegen, maar dat lijkt mij dan weer raar.”
    James glimlachte. “Het hangt er waarschijnlijk vanaf wat je gewend bent,” zei hij schouderophalend.
    Hij zweeg weer. Hij had zijn best gedaan om de conversatie voort te zetten, nu was het weer de beurt aan Emma’s moeder om een gespreksonderwerp te bedenken, vond hij. Gelukkig werd de vervelende stilte verbroken toen de dertien jaar oudere versie van het meisje op de foto binnenkwam.
    “Hey James,” zei ze vrolijk. “Sorry voor het wachten. Ik zie dat je hebt kennisgemaakt met mijn ouders?”
    James knikte. Ze kwam naar hem toe om hem een kus te geven, maar hij voelde zich een beetje onwennig met de blikken van Connie en Walter op hen gericht.
    “Eh, zullen we dan maar gaan?” vroeg hij aarzelend.
    “Ja, oké,” zei Emma. “Mam, waar zit Daniel eigenlijk?”
    “Die ging mevrouw Brown helpen met de voorbereidingen,” antwoordde haar moeder. “Je zal hem daar wel zien.”
    “Oké,” zei Emma. Ze nam James arm en samen vertrokken ze naar het feestje bij de buren.

    Daar werden ze hartelijk begroet door mevrouw Brown, die hen vertelde dat het feestvarken er nog niet was.
    “Emma, het is zo lang geleden dat ik je nog gezien heb,” zei ze. “Je moet echt weer wat vaker langskomen, hoor. En is dit je vriend?”
    Emma stelde James aan haar voor.
    “Knightley? Ben jij dan de zoon van Lauren?”
    James knikte. Ze schudde hem hartelijk de hand.
    “Lauren en ik groeiden op in dezelfde buurt,” vertelde ze. “Jouw moeder was natuurlijk een paar jaar jonger dan ik, maar we hebben uren samen met de poppen gespeeld.”
    James glimlachte, maar had er geen idee van wat te antwoorden. Gelukkig had mevrouw Brown op dat moment door dat het ongehoord was om haar gasten buiten te laten staan en ze leidde hen snel naar de woonkamer. Daar waren al een aantal mensen verzameld.
    “Ken jij hier eigenlijk iemand?” vroeg James aan Emma.
    “Amper,” antwoordde ze. “Ik ken Richard natuurlijk en een aantal mensen ken ik vaag van op Zweinstein, maar verder…”
    James wees op een groepje dat met elkaar stond te praten.
    “Zij studeren voor Heler,” zei hij. “Ze moeten bij Richard in het jaar zitten. Ik kom hen af en toe tegen, maar ik ken hen niet echt.”
    “Ik had eigenlijk helemaal niet zoveel zin om te komen,” bekende Emma. “Maar mevrouw Brown stond erop. Ik denk niet dat ze weet dat Richard en ik elkaar eigenlijk al maanden niet meer gesproken hebben. Of anders probeert ze ons op deze manier opnieuw te verzoenen. In elk geval ben ik blij dat jij wilde meekomen.”
    Ze legde haar hoofd op zijn schouder. Terwijl hij zijn arm om haar heen legde, werd haar aandacht getrokken door iemand die aan de andere kant van de ruimte sangria aan het uitscheppen was en veelbetekenend naar haar keek. Ze begreep de hint en vroeg aan James of hij iets te drinken wilde halen. Hij stemde meteen toe en liep in de richting van de tafel met sangria.
    Op het moment dat James twee glazen wilde nemen, werd hij aangesproken door de man die bij de sangriakom stond.
    “Jij bent James, toch?”
    “Ja,” zei James terwijl hij opkeek. De man had kort roodbruin haar, droeg een bril en was iets kleiner dan hij.
    “Emma heeft me al veel over je verteld. Heeft ze het nog nooit over mij gehad?”
    “En jij bent…?” vroeg James, in de war gebracht door deze vreemdeling die hem zo onverwachts had aangesproken.
    “Oh, ik ben Emma’s andere lief. Ze heeft je toch verteld dat je niet de enige bent?”
    Eén moment wist James totaal niet waar hij het had, tot hij in de ogen van de onbekende man keek en het meteen duidelijk werd wie dit was. Hij onderdrukte een glimlach en besloot het spelletje mee te spelen.
    “Oh ja, uiteraard. Maar help me even: ben jij nou degene met vreselijke zweetvoeten of degene met de afschuwelijk slechte adem?”
    De oudere versie van de jongen op de foto bij Emma thuis grinnikte.
    “Ik ben de knapperd die geneeskunde studeert.”
    “Het spijt me je te moeten teleurstellen,” zei James en hij moest alle moeite van de wereld doen om zich serieus te houden, “maar dat ben ik al.”
    De broer van Emma gaf hem een vriendschappelijke klap op zijn schouder. “Ik mag jou wel,” lachte hij. “Daniel Harrison,” zei hij, terwijl hij zijn hand uitstak.
    “James Knightley,” zei James terwijl hij lachend de uitgestoken hand schudde.
    “Emma zei al dat je net als ik voor dokter studeert,” zei Daniel. “Nee, bij jullie heet dat anders. Wat was het ook alweer? Genezer of zoiets…”
    “Heler,” zei James.
    “Ja, dat was het.”
    “Oh, ik zie dat je mijn broer ontmoet hebt,” zei Emma, die er ondertussen was komen bijstaan en aan het onschuldige gezicht dat ze trok, wist hij dat ze hem opzettelijk die kant had opgestuurd.
    “Ja, wat een toeval toch,” zei hij en hij rolde met zijn ogen.
    Daniel lachte.
    “Ik mag hem wel, zusje,” zei hij. “Ik hoop dat mam en pap een beetje vriendelijk waren?” vroeg hij aan James.
    “Wanneer komt Richard eigenlijk?” vroeg Emma snel aan haar broer. De manier waarop ze van onderwerp veranderde, deed James vermoeden dat Daniel iets had gezegd dat hij niet had mogen zeggen. Het feit dat Emma daarnet nog niet klaar was geweest en dat hij nog even bij haar ouders had moeten wachten, was blijkbaar niet zo toevallig geweest als iedereen had willen laten uitschijnen. Bovendien leek het erop dat Emma niet wilde dat hij wist dat er opzet in het spel was geweest. Lang had hij echter niet de tijd om hierover na te denken.
    “Mevrouw Brown zei dat hij over een paar minuten hier zou moeten zijn,” antwoordde Daniel met een blik op zijn horloge. “Sophy zou hem moeten brengen; hij is bij haar nu.”
    “Sophy?” vroegen Emma en James in koor.
    “Ja, Richards vriendin,” zei Daniel. “Wist je niet dat hij een vriendin had? Blijkbaar zijn ze op school een koppel geweest, maar is dat toen om één of andere reden uitgegaan. En een aantal maanden geleden kwam hij haar opnieuw tegen en sindsdien zijn ze weer samen. Je moet op de hoogte blijven van de roddels, hoor.”
    James keek Emma perplex aan.
    “Wist jij…?”
    Emma schudde haar hoofd.
    “Ik had er geen idee van de ze nog steeds een koppel waren.”
    “Jullie kennen Sophy?” stelde Daniel vast.
    James knikte.
    “Ze is een ex van mij,” legde hij uit. “Op het moment dat ze Richard opnieuw tegenkwam en met hem ging kussen, was ze eigenlijk samen met mij.”
    “Ouch, pijnlijk,” zei Daniel begrijpend.
    “Dat was op dat bal waar ik met Richard naartoe was. James heeft mij toen naar huis gebracht,” vulde Emma aan. “Ik denk dat we geen van beiden veel zin hebben om haar opnieuw tegen te komen.”
    “Niet echt, nee,” zei James. “Maar het lijkt erop dat we weinig keus hebben.”
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff wo 17 feb - 21:27

    It seems the ones who love us are the ones that we deceive
    (Without you here – The Goo Goo Dolls)

    “Emma?” zei Richard verrast toen hij tot bij haar kwam, nadat alle verrassingen als Happy Birthday zingen, cadeautjes en dergelijke achter de rug waren. Aan de lichtelijk rode kleur die zijn gezicht kreeg, kon Emma zien dat hij zich net als zij nog precies herinnerde wanneer ze elkaar voor het laatst gesproken hadden.
    “Je moeder nodigde me uit,” verklaarde Emma.
    Richard knikte begrijpend.
    “En… James is het toch?”
    De verwarring was duidelijk af te lezen op het gezicht van haar buurjongen. Hij probeerde blijkbaar te bedenken om welke reden zijn moeder hém kon uitgenodigd hebben. Emma wilde iets zeggen, maar James was haar voor. Hij legde zijn arm om haar heen en maakte zo met één beweging duidelijk waarom hij er was. Zijn andere hand stak hij naar Richard uit.
    “Gelukkige verjaardag, Richard,” zei hij.
    Nog steeds in de war schudde Richard de uitgestoken hand. Gelukkig voor hem was Daniel er nog om hem uit een vervelende situatie te redden.
    “Happy Birthday, Richard!” zei die opgewekt en hij gaf zijn buurman een vriendschappelijke klap op zijn schouder. “Hier, drink iets.” Hij stopte een glas sangria in zijn handen.
    Richard leek zich iets te herstellen, maar dat duurde niet lang, aangezien op dat moment Sophy naar hem toekwam.
    “Schat, kom je mee naar…?”
    Wat ze verder had willen zeggen, zouden ze nooit te weten komen, want ze verstomde op het moment dat ze zag met wie hij stond te praten.
    “Hallo Sophy,” zei James vrolijk, maar hij deed geen moeite om de sarcastische ondertoon uit zijn stem weg te houden.
    “James,” zei Sophy. “Goed om te zien dat je nog steeds geen gebrek aan vriendinnetjes hebt.”
    Haar blik ging van James naar Emma.
    “Ik had jou slimmer ingeschat, Emma,” zei ze venijnig.
    “Ik jou ook,” zei Emma.
    “Ik heb het al een half jaar geleden met hem uitgemaakt,” verdedigde Sophy zich verward.
    “Ik had het dan ook niet over James,” zei Emma met een onschuldig gezicht.
    Vanuit haar ooghoeken zag ze hoe haar broer moeite moest doen om het niet uit te proesten. Sophy leek niet helemaal te snappen wat Emma bedoelde, maar aan de verontwaardigde uitdrukking op Richards gezicht te zien had hij zijn buurmeisje wel begrepen. James’ gezicht kon ze niet zien, maar ze voelde hoe hij haar even dichter tegen zich aantrok. De blonde vrouw trok aan de mouw van haar vriend en wierp hem een vragende blik toe. Richard fluisterde wat in haar oor, met zijn blik op Emma gericht, waardoor ze wist dat hij haar uitlegde wat ze had bedoeld.
    “Jij feeks!” riep Sophy, toen ze de belediging van Emma eindelijk doorhad en ze gaf Emma een duw. “Hoe durf je dat te zeggen!”
    “Hé!” zei James verontwaardigd en hij probeerde Sophy tegen te houden, die op het punt stond om Emma in de haren te vliegen. Ze haalde uit met haar lange nagels en liet een krab achter op zijn gezicht. Pas toen Richard haar vastgreep, kalmeerde ze, al bleef ze Emma wel vuil aankijken.
    Toen Emma aan Richards blik echter zag dat ze hem blijkbaar erger geraakt had dan de bedoeling was geweest, kreeg ze spijt van haar uitspraak.
    “Het spijt me, Richard. Dat was gemeen om te zeggen. Wat is er eigenlijk gebeurd tussen ons? Wij waren vroeger altijd goede vrienden en nu hebben we elkaar al maanden niet meer gesproken.”
    “Jij was plots verdwenen op dat galabal en nadien kwam je nooit meer langs.”
    “Jij was plots aan het kussen met iemand van wie je wist dat ze een lief had. Dat had ik nooit van jou verwacht, Richard. En jij kwam ook nooit meer langs.”
    “Ik hoorde van Sophy dat jullie ons gezien hadden. Ik dacht…”
    Hij zweeg, leek te aarzelen om zijn zin af te maken.
    “Wat dacht je?” vroeg Emma.
    “Ik dacht dat je verliefd op mij was en dat je daarom zo snel weg was.”
    “Wat?” vroeg Emma verrast. Dat was wel zo een beetje het laatste wat ze verwacht had. “Ik was helemaal niet… Ik had alleen totaal geen zin meer om te blijven.”
    “Ik dacht dat ik je gekwetst had en dat je daarom niet meer langskwam.”
    “Nee, ik was niet gekwetst. Alleen teleurgesteld in jou omdat je anderen gekwetst had.”
    “Misschien heb je gelijk,” zei Richard en hij sloeg zijn ogen neer.
    “Wel, eigenlijk zou ik je dankbaar moeten zijn,” zei James, “want het is door jou dat ik Emma leerde kennen.”
    Er dreigde een vervelende stilte te vallen na deze woorden, maar gelukkig was er Daniel die altijd perfect leek aan te voelen wanneer er van onderwerp moest veranderd worden.
    “Is er eigenlijk verjaardagstaart?” vroeg hij en bracht zo het gesprek op aangenamere dingen.
    Richard en Sophy bleven echter niet lang bij hen staan en net voor ze door Richard meegetrokken werd om met andere gasten te gaan praten, wierp Sophy Emma nog een vernietigende blik toe.
    “Ik snap niet wat James in jou ziet, jij spichtige vogelverschrikker,” siste ze, zodat enkel Emma het kon horen. “Hij zal je wel snel genoeg beu worden en dumpen voor iemand anders.”
    Emma klemde haar tanden op elkaar en moest moeite doen om Sophy niet te lijf te gaan. Sophy was echter snel genoeg uit haar gezichtsveld verdwenen en ze besloot dat ze het niet waard was om haar handen aan vuil te maken. Die laatste woorden bleven echter knagen.

    Na afloop van het feestje stonden James en Emma nog wat te praten bij Emma’s voordeur. Hij had haar aanbod om nog even binnen te komen afgeslagen, maar leek toch nog geen aanstalten te maken om te vertrekken.
    “Ik denk toch niet dat ik hem ooit zal mogen,” zei James plots.
    “Wie? Daniel?” vroeg Emma geschrokken.
    “Nee nee, je broer lijkt me een toffe kerel,” zei hij snel. “Richard. Ik vond hem weer zo… nou ja… vol van zichzelf. De manier waarop hij er van overtuigd was dat jij iets voor hem voelde. Pff, alsof jij geen betere smaak hebt.”
    “Hoor wie er nu vol van zichzelf is,” lachte Emma.
    James glimlachte. “Nou ja, dat bedoelde ik niet. Je weet best wat ik bedoel. En dan Sophy… Ik vraag me echt af wat ik ooit in haar gezien heb. Ze was echt wel een bitch vanavond, vond je ook niet?”
    Hij voelde even aan de schram op zijn wang.
    “Hmm, ja,” zei Emma.
    Ze legde haar armen om zijn hals en vlijde haar hoofd tegen zijn schouders. Hij legde zijn armen om haar heen.
    “Wat vond je eigenlijk van mijn ouders?” vroeg ze.
    “Ze lijken me wel aardig,” zei James. Het bleef even stil tussen hen, terwijl James zich afvroeg of hij de vraag zou stellen die al een hele namiddag in zijn hoofd speelde.
    “Emma,” begon hij uiteindelijk, terwijl hij haar van zich afduwde om in haar ogen te kunnen kijken. “Zeg nu eens eerlijk. Het was opgezet spel, hé, dat ik naar binnen moest komen om op jou te wachten en daardoor je ouders wel moest ontmoeten?”
    Emma zei niets. Dat was ook niet nodig: de blik in haar ogen zei genoeg.
    “Nou ja, mijn ouders wilden je al lang ontmoeten en ik dacht…”
    “Je dacht dat ik dat niet zou willen.”
    Emma knikte.
    “Waarom vroeg je me niet gewoon of ik je ouders wilde ontmoeten als het zoveel voor je betekende? Je weet dat ik geen ouders meer heb die aan mijn kop kunnen zeuren over wanneer ze nu eindelijk mijn vriendinnetje te zien krijgen. En daarom heb ik er ook niet bij stilgestaan dat jij wel ouders hebt die nieuwsgierig naar mij konden zijn. Maar als je het mij gevraagd had…”
    “Dan zou je het gedaan hebben?” vroeg Emma een beetje ongelovig.
    “Ja,” antwoordde James. “Ik zou waarschijnlijk geprobeerd hebben om het zo lang mogelijk uit te stellen en dan nog steeds doodnerveus geweest zijn, maar waarom niet? Het zou tenminste mijn eigen keuze geweest zijn.”
    “Ik… ik dacht…” stamelde Emma.
    “Misschien zou je eens moeten stoppen met in mijn plaats te denken,” zei James een beetje geïrriteerd. “Ik denk dat ik best in staat ben om voor mezelf uit te maken wat ik wil en wat ik niet wil, zonder dat ik jou nodig hem om alle keuzes bij voorbaat onnodig te maken.”
    “Ik wist wel dat je een drama zou maken van het ontmoeten van mijn ouders,” zei Emma nu ook geërgerd, aangestoken door zijn irritatie.
    “Ik maak helemaal geen drama over het ontmoeten van je ouders, maar over de manier waarop jij het mij opgedrongen hebt.”
    “En komt dat niet op hetzelfde neer dan?”
    “Nee, helemaal niet,” zei James, maar hij merkte dat Emma in één van haar buien was waarbij er met haar niet te praten viel. Hij zuchtte.
    “Ik denk dat ik maar beter naar huis kan gaan,” zei hij. Hij boog zich naar haar toe om haar te kussen, maar ze wendde haar hoofd af.
    “Anders moet je me maar meteen dumpen,” zei hij gekwetst.
    “Ja, je hebt gelijk. Dat zou ik inderdaad moeten doen,” zei ze boos.
    “Emma, ik meende helemaal niet…” zei hij.
    “Maar ik wel,” zei ze. “Daag!”
    Ze draaide zich om en stapte het huis binnen, zonder nog één blik achterom te werpen.
    Terneergeslagen liep James richting zijn huis. Hij keek niet meer om toen hij bij de hoek van haar straat kwam.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff vr 26 feb - 17:46

    And only some dumb idiot would let you go
    (Sunshine - Keane)

    “Een witte Martini, alsjeblieft,” zei Emma tegen de barman toen ze zich op één van de barkrukken hees in het kleine cafeetje waar ze al een paar keer met James was geweest. Niet veel later kreeg ze haar drankje.
    “Ben je alleen?” vroeg hij. Blijkbaar herkende hij haar, of misschien vroeg hij dat wel aan alle vrouwen die eruit zagen alsof ze hun verdriet kwamen verdrinken.
    “Ja,” zei Emma, met een blik in haar ogen die hem moest vertellen dat hij maar beter niet verder kon vragen. Hij leek de hint te begrijpen en liet haar rustig voor zich uit staren.
    Haar sombere gedachten werden pas onderbroken toen ongeveer een kwartier later iemand op de barkruk naast haar kwam zitten. Ze herkende de stem van de man die een pintje bestelde, meteen, maar keek niet op.
    “Ken ik jou ergens van?” vroeg hij toen hij zijn bier gekregen had.
    “Nee, dat denk ik niet,” zei ze beslist, zonder op te kijken.
    “Hoe kan je dat nu weten als je niet eens kijkt?” vroeg hij en ze hoorde aan zijn stem dat hij glimlachte.
    “Omdat ik me niet laat inpakken door slappe versierpogingen,” antwoordde ze.
    “Hm, goed punt,” zei hij en hij deed er het zwijgen toe.
    Een tijdje later verbrak hij de stilte weer.
    “Je ziet er behoorlijk treurig uit, juffrouw die ik niet ken,” stelde hij vast.
    Ze haalde haar schouders op.
    “Het is uit met mijn vriend,” zei ze.
    “Ach, ander en beter,” zei hij en hij voegde er aan toe, meer tegen zichzelf dat tegen haar: “Hij moet wel een stommeling zijn om een vrouw als jij te dumpen.”
    “Ik was degene die het uitmaakte,” vertelde Emma.
    “Hoor je dan niet blij te zijn dat je van hem af bent?” vroeg hij. “In plaats van hier zo sip te zitten kijken.”
    Hij schoof voorzichtig zijn barkruk ietsje dichterbij. Emma liet hem doen, de afstand was nog groot genoeg.
    “Ik ben de stommeling,” zei ze. “Ik ben gewoon zo bang dat hij mij gaat dumpen dat ík hém dump van zodra we ook maar iets van meningsverschil hebben. En als hij me dan terug opzoekt, weet ik dat hij me nog steeds wil.”
    “Dat is niet zó stom,” zei de man, terwijl hij weer iets dichterbij schoof.
    “Dat is wel stom,” protesteerde Emma. “Want wat als hij denkt dat ik het echt meen, dat ik hem echt niet meer wil zien?”
    “Als hij geen volslagen idioot is, heeft hij al lang een vermoeden over hoe het zit,” zei hij en hij verkleinde de afstand nog een beetje. “En als hij geen volslagen idioot is, geeft hij jou niet zomaar op. Dan blijft hij vechten om jouw vertrouwen te winnen, tot je durft te geloven dat hij je helemaal niet gaat dumpen.”
    Hij zat intussen vlak naast haar en legde zijn hand op haar dij.
    “Och, soms denk ik dat hij inderdaad een volslagen idioot is,” zei ze en voor het eerst keek ze hem aan, met pretlichtjes in haar ogen.
    James gaf haar lachend een speelse stomp. Toen werd hij weer serieus.
    “Ik meen het. Je zal me heel wat overtuigender moeten dumpen dan je gisteren deed als je wil dat ik je niet opnieuw kom opzoeken.”
    “Dank je,” zei ze. Ze sloeg haar armen om hem heen, legde haar hoofd tegen zijn borstkas en drukte zich tegen hem aan. Hij streelde haar haren. Zo bleef ze een tijdje zitten, genietend van de warmte van zijn lichaam. Uiteindelijk liet ze hem weer los.
    “Je zei dat je al lang vermoedde dat ik je enkel dumpte omdat ik bang was om zelf gedumpt te worden,” zei ze. “Sinds wanneer wist je dat dan?”
    “Deze ochtend?” grinnikte James met een schuldbewuste blik in zijn ogen.
    Emma glimlachte.
    “Dat is langer dan ik het zelf besefte,” gaf ze toe.
    Hij gaf haar een zoen op haar wang.
    “Wat vonden je ouders eigenlijk van mij?” vroeg hij.
    Emma aarzelde. Ze wist niet goed wat ze hem zou vertellen. Haar aarzeling zei echter genoeg.
    “Ze waren niet zo positief, hé?” zei hij.
    “Het spijt me,” zei Emma. “Ze… Ze hebben denk ik zo’n beetje elke ademhaling van jou geanalyseerd.”
    “En de conclusie was…?”
    “Dat ze je niet zo geschikt vonden voor mij.”
    “Wat heb ik verkeerd gedaan dan?”
    “Och, ik weet niet of het iets specifieks was. Er was het feit dat je duidelijk zo snel mogelijk weer weg wilde en ik denk dat ze ook vonden dat het leek alsof je me tegen je zin kuste.”
    “Omdat ik het vervelend vond dat zij erop stonden te kijken,” verdedigde James zich.
    “Ik weet het,” suste Emma. “Maar ik denk dat je je er maar niet te veel moet van aantrekken. Ze zijn gewoon nogal overbezorgd. Bang dat ik niet gelukkig ben. Ik denk dat ze zo ongeveer niemand geschikt zouden vinden voor mij. Behalve Richard misschien, maar die kennen ze dan ook al jaren.”
    Ze zag echter dat James het zich wel aantrok. Hij zei niets, maar staarde nadenkend in zijn glas bier.
    “Als het een geruststelling kan zijn: mijn broer zei dat hij me naar een psychiater zou sturen als ik verliefd zou worden op Richard terwijl jij in de buurt bent. Op hem heb je duidelijk wel een goede indruk gemaakt. Wat is er eigenlijk gebeurd tussen jullie voor ik erbij kwam?”
    James glimlachte toen hij vertelde hoe Daniel hem had proberen wijs te maken dat hij ook een lief van Emma was. Emma lachte om de manier waarop James gereageerd had.
    “Nu snap ik waarom je zo een goede indruk hebt gemaakt,” zei ze. “Daniel zit altijd te klagen over Richards totale gebrek aan gevoel voor humor.”
    “Toch iemand op wie ik een goede indruk heb gemaakt,” zei James.
    “Ze draaien wel bij als ze je wat beter leren kennen,” stelde Emma hem gerust.
    “Het ziet er naar uit dat ik veel werk krijg,” zei James. “Jou ervan overtuigen dat ik niet van plan ben om je te dumpen en jouw ouders ervan overtuigen dat ik best een toffe gast ben.”
    Terwijl hij dat zei, besefte Emma voor het eerst ten volle hoe verschrikkelijk aantrekkelijk ze hem eigenlijk vond. Niet alleen maar de knappe James van op Zweinstein waarop iedereen verliefd was, maar die in haar ogen niet bijzonder was omdat hij zo oppervlakkig leek. Nee, hij was echt aantrekkelijk. Er was niks oppervlakkigs in de blik die in zijn grijsblauwe ogen lag als hij naar haar keek. Integendeel. Ze kon verschillende diepe emoties gespiegeld zien in zijn ogen. Zijn blik maakte haar helemaal week van binnen. Ze streelde even met haar vingertoppen over de krab die Sophy’s nagels de dag ervoor op zijn wang hadden achtergelaten.
    “Doet het pijn?” vroeg ze.
    “Nee,” antwoordde hij.
    Ze wist dat hij dat ook zou zeggen als het wel pijn deed.
    “Het ziet er eigenlijk wel stoer uit,” zei ze. “Alsof je tegen een of ander monster gevochten hebt.”
    “Is dat dan niet zo?” grinnikte James. “Ik hoop dat het een litteken wordt. Om mij er altijd aan te herinneren dat ik niet op de verkeerde vrouwen mag vallen.”
    “Pas maar op, misschien ben ik ook wel een verkeerde vrouw,” zei Emma lachend.
    “Je ziet er in elk geval niet verkeerd uit,” glimlachte James en de twinkeling in zijn ogen maakte hem compleet onweerstaanbaar. Voor ze wist wat ze deed, zat Emma half op zijn schoot en ze kuste hem gepassioneerd. James kuste haar eerst terug, maar duwde haar daarna zachtjes van zich af.
    Ze keek hem vragend aan.
    “Heb je niet graag dat ik je kus?” vroeg ze een tikkeltje verontwaardigd.
    “Ik heb niks liever,” zei James, “maar dit is niet echt de geschikte plaats. Ik heb geen zin om mijn nek te breken door achterover van deze barkruk te stuiken. Bovendien trekken we net een beetje te veel de aandacht, denk ik.”
    Emma keek om zich heen en zag dat hij gelijk had. Een paar van de stamgasten keken hen nogal geërgerd aan, met een blik die vroeg of dat nu werkelijk in het openbaar moest.
    James streelde teder haar wang en streek een weerbarstige haarlok uit haar gezicht, die meteen weer terugsprong.
    “Misschien kunnen we beter naar huis gaan,” zei hij. “Ik moet morgen vroeg op om te gaan werken en jij waarschijnlijk ook.”
    “Mijn huis of jouw huis?” vroeg Emma ontdeugend.
    James lachte.
    “Wat denk je van: ik breng jou naar huis en ga dan in mijn eigen bed slapen? Jouw ouders vermoorden me als jij niet naar huis komt en bij mij blijft slapen en dat lijkt me niet zo’n goed begin als ik wil dat ze me aardig gaan vinden.”
    “Hm, daar heb je wel een punt,” gaf Emma met een zucht toe. “Mijn moeder acht ik daar echt nog toe in staat. Ik krijg soms wat van haar overbezorgdheid.”
    Onopvallend wees Emma met haar toverstaf op het glas van James waar nog een bodempje bier in zat en vulde het bij. Ze had nog geen zin om naar huis te gaan.
    Toen James merkte dat zijn glas terug vol was, begreep hij er eerst niets van, tot hij aan de schuldbewuste uitdrukking op haar gezicht zag dat zij er achter zat.
    “Probeer je met zat te voeren?” vroeg hij.
    Emma haalde haar schouders op.
    “Ik wil gewoon nog niet naar huis.”
    “Oké, maar je drinkt wel mee, hoor,” zei hij en hij vulde haar glas ook bij met behulp van zijn toverstaf. Blijkbaar had hij zelf eigenlijk ook nog niet veel zin om te vertrekken.
    Toen ze uiteindelijk beslisten om naar huis te gaan, waren ze allebei lichtjes aangeschoten. Emma wankelde een beetje toen ze van de barkruk sprong.
    “Kom,” zei James en hij nam haar hand. Hun vingers verstrengelden zich en zo wandelden ze samen naar het huis van Emma.
    De jonge vrouw trok James mee naar binnen toen ze bij haar thuis aankwamen. Hij protesteerde en zei dat het nu echt al laat was. Emma legde echter haar vinger over zijn lippen om hem het zwijgen op te leggen. Ze sloot de voordeur achter hen. Veel overredingskracht had ze niet nodig om hem te doen blijven.
    Het was schemerig in de gang, maar ze deed de lampen niet branden. Het enige licht kwam van het oranje schijnsel van een straatlantaarn dat door het matte glas in de deur naar binnen viel. Ze duwde James zachtjes tegen de muur en kuste hem.
    “Zo, dus je komt toch nog naar huis!”
    Geschrokken keek Emma op. Haar moeder stond, gekleed in haar donkerroze kamerjas, in de deuropening van de woonkamer, met haar armen gekruist voor haar borst.
    “Mam, waarom ben jij nog op?”
    Haar moeder moest duidelijk moeite doen om haar kalmte te bewaren.
    “Jij zegt dat je even gaat wandelen, je blijft weg tot na middernacht en dan vraag je aan mij waarom ik nog op ben? Ik was doodongerust, daarom ben ik nog op! Wie weet wat er had kunnen gebeuren! En wat doe jij hier?”
    Dat laatste vroeg ze aan James.
    “Eh, Emma thuisbrengen,” zei die.
    “Zie je, er zou niets gebeuren, want James was bij mij,” protesteerde Emma. “Jij zou mij wel beschermen, hé?” zei ze tegen James.
    “Ridder Knightley, volledig tot uw dienst, schone jonkvrouw,” grinnikte James. Hij nam haar hand en drukte er galant een kus op.
    “Hihi, ridder Knightley,” giechelde Emma.
    Haar moeder zag er echter duidelijk de humor niet van in.
    “En je hebt nog gedronken ook,” zei ze.
    “Een klein beetje maar,” zei Emma niet helemaal naar waarheid.
    “Misschien kan ik beter naar huis gaan,” zei James.
    “Dat lijkt mij inderdaad het beste,” zei Emma’s moeder.
    James kuste Emma lang, voor de ogen van haar moeder. Het zou Emma niets verbazen als hij haar woorden van daarnet in gedachten had, dat ze gezegd had dat haar ouders vonden dat het had geleken alsof hij haar met tegenzin kuste, en dat hij nu wilde bewijzen dat dat helemaal niet zo was.
    “Slaap zacht en droom zoet,” zei hij zachtjes.
    “Ik zal van jou dromen,” fluisterde ze.
    Hij glimlachte.
    “Ik ga van jouw moeder dromen die me met een deegrol achterna zit,” fluisterde hij in haar oor.
    Emma proestte het uit.
    “Wat is er zo grappig?” vroeg haar moeder geïrriteerd.
    “Niets,” hikte Emma, maar ze lag dubbel en kwam haast niet meer bij.
    “Ik zie je nog wel,” zei James. Hij kneep even in haar hand. “Goedenavond, mevrouw Harrison,” zei hij nog vrolijk en toen vertrok hij.
    “Ik dacht dat je het had uitgemaakt met hem?” was het eerste wat haar moeder zei toen hij weg was.
    “Ja, maar we hebben het alweer aangemaakt,” zei Emma. “En nu ga ik slapen.”
    Voor haar moeder nog iets kon zeggen, ging ze naar haar slaapkamer. Ze voelde zich gelukkig. Op de laatste woordenwisseling met haar moeder na, was het een perfecte avond geweest.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff ma 15 maa - 16:56

    You’ll go to hell for what your dirty mind is thinking
    (Nude – Radiohead)

    Het was vrijdagavond. Emma en James waren bij Emma thuis. Haar ouders waren naar een concert en Daniel was weg met een paar vrienden, dus ze hadden het huis de hele avond voor hen alleen. Ze lagen met hun tweetjes lui languit in de zetel naar televisie te kijken, James met zijn arm om Emma heen.
    Het was nu de tweede keer dat James in de gezellige woonkamer van de Harrisons was. De foto’s trokken er het meest zijn aandacht. Niet alleen de grote foto aan de muur die hem de eerste keer meteen was opgevallen, maar ook de kleinere foto’s die in houten kadertjes op de schoorsteenmantel stonden. De foto van Emma’s ouders op hun trouwdag was de oudste en verder zag je Daniel en Emma opgroeien van baby’s en peuters tot ongeveer de leeftijd die ze nu hadden. Aan het feit dat de personen op de foto’s niet bewogen raakte hij intussen stilaan gewend. Deze keer kon hij de foto’s tenminste bekijken zonder dat de priemende blikken van Connie en Walter de hele tijd op hem gericht waren. Misschien maar goed dat Dreuzelfoto’s niet terug keken. Het eerste wat hij tegen Emma had gezegd, na het bekijken van een foto van haar als baby in de armen van de tweejarige peuter Daniel, was de ze een ongelooflijke schattige baby was geweest.
    De muren van de woonkamer waren geverfd in een zonnig geel. Er was een boekenkast, een salontafel en een tv-kast, allemaal uit eenzelfde donkerbruine houtsoort. De grote zetel waarin ze zaten, of eerder lagen, was uit een bordeauxrode stof en lag vol met kleine en grotere kussentjes, wat het lekker knus maakte. Op een bijzettafeltje stond een grote plant.
    De hoofdzakelijk warme tinten stonden in contrast met de eerder afstandelijke sfeer van zijn eigen woonkamer, al kon het ook wel zijn dat dat gevoel vooral kwam door het feit dat hij hier met Emma was en thuis meestal alleen en dat het niet zozeer aan de kleuren lag.
    James had een zware werkweek gehad. Hij had net een nachtelijke wachtdienst achter de rug en de film op tv was ongeveer halfweg toen hij er niet meer in slaagde zich wakker te houden en indommelde. Hij had er geen idee van hoe lang hij geslapen had toen Emma hem wakker kuste.
    “De film is afgelopen, Schone Slaapster,” zei ze.
    James knipperde even verdwaasd met zijn ogen voor hij besefte waar hij was.
    “Zo wil ik wel vaker wakker gemaakt worden,” glimlachte hij toen hij recht in Emma’s groene ogen keek.
    “Dat geloof ik graag,” zei Emma en ze drukte nog een kus op zijn lippen.
    Hij geeuwde.
    “Sorry, ik heb nachtdienst gehad deze week. Ik heb weinig geslapen. Ik zal proberen om wakker te blijven. Wil je nog tv kijken?”
    “Niet echt,” zei Emma. “Ik had eigenlijk iets anders in gedachten.”
    Ze schoof haar hand onder zijn shirt. De verleidelijke blik in haar ogen verdreef zijn slaperigheid meteen.
    “Ik ben wakker nu,” grinnikte hij en hij kuste haar lang en teder. Langzaam begon hij de knoopjes van haar bloesje los te maken.
    “Houd me tegen als je vindt dat ik te snel ga,” zei hij. Hij was nog niet vergeten hoe ze hem ongeveer een half jaar eerder een klap in zijn gezicht had gegeven omdat ze dacht dat hij haar enkel in bed wilde krijgen. Hij hoopte maar dat ze ondertussen wel beter wist. Ze legde hem met een kus het zwijgen op. Hij schoof het bloesje naar achter en streelde haar naakte schouders.
    “Heb ik je al gezegd hoe mooi je bent?” fluisterde hij.
    “Nee,” zei Emma en ze klonk verrast, alsof ze niet geloofde dat hij reden had om dat te zeggen.
    “Jij vindt van niet?” vroeg James een beetje verbaasd.
    “Niet echt,” zei Emma schouderophalend.
    James glimlachte.
    “Ik heb altijd geleerd dat je nooit een vrouw mag tegenspreken, maar ik ga het er denk ik toch maar op wagen. Je bent prachtig en iedereen die iets anders beweert, heeft geen ogen in zijn kop.”
    Emma zei niets. Ze bloosde alleen een beetje onder zijn verliefde blik.
    Ze trok zijn shirt uit. Hij kuste haar hals en prutste met het sluitinkje van haar beha.
    Het volgende moment ging de deur van de woonkamer open en schoten ze allebei als door een wesp gestoken overeind.
    “Wat heeft dit te betekenen?” klonk de geschokte stem van Emma’s moeder.
    “Mam, pap,” zei Emma geschrokken, terwijl ze snel haar bloesje dichtknoopte. “Jullie zijn vroeg thuis.”
    “En maar goed ook, zo te zien,” zei Connie kwaad. “Je hebt helemaal niet gezegd dat James zou langskomen.”
    “Moest dat dan?” vroeg Emma.
    James trok zo snel als hij kon zijn shirt terug aan en fluisterde toen in Emma’s oor dat ze haar bloesje verkeerd aan het dichtknopen was. Zijn gefluister of misschien het feit dat hij de situatie vooral grappig vond, viel echter niet in goede aarde bij meneer en mevrouw Harrison. Vooral niet bij Emma’s moeder, haar vader hield zich een beetje op de achtergrond.
    “Wat hij je nog aan mijn dochter te zeggen dat wij blijkbaar niet mogen weten, jongeman?”
    James keek haar stomverbaasd aan.
    “Niets,” zei hij. “Alleen maar…”
    “Alleen maar wat?”
    “Alleen maar dat ze haar bloes fout aan het dichtknopen was,” zei hij.
    “En dat kon je niet hardop zeggen?”
    “Is er iets mis met in het oor van je vriendin fluisteren?” vroeg James geïrriteerd.
    “Je weet best dat dat niet is waar ik een probleem van maak,” zei Connie.
    “Mam, er is niets gebeurd,” kwam Emma tussenbeide.
    “Ja, omdat wij gelukkig net op tijd thuiskwamen,” zei Connie. “Wie weet wat er anders gebeurd was.”
    James rolde met zijn ogen.
    “Ik was niet van plan om haar te vermoorden, hoor,” zei hij geërgerd. Hij wist dat hij het alleen maar erger aan het maken was, maar hij was moe en dat maakte hem prikkelbaar.
    “Wat hebt u toch tegen mij?” vroeg hij.
    “Wat ik tegen jou heb?” riep Emma’s moeder uit. “Ik vertrouw je niet. Je hebt een slechte invloed op Emma. Voor ze jou kende, kwam ze nooit midden in de nacht dronken thuis. En Emma zou nooit…”
    “Mam, ik begon…” protesteerde Emma.
    “Je hoeft hem niet te verdedigen,” zei Connie. “Richard vertelde me wat voor iemand hij is.”
    James zuchtte. De kans dat Richard een eerlijke beschrijving van hem gegeven had, was vrijwel onbestaande.
    “Richard is een vuile…” Hij zweeg toen hij Connie’s woedende blik zag.
    “Nou ja, Richard en ik mochten elkaar nooit echt,” mompelde hij. “Je kan van hem echt geen objectieve voorstelling van mij verwachten.”
    “En wiens versie verwacht je nu dat ik ga geloven. Richard is zo’n aardige jongen. En jij… Het verbaast me dat jouw ouders jouw gedrag zomaar goedkeuren. Moest ik een zoon als jij hebben…”
    “Mam!” probeerde Emma haar voor de zoveelste keer te stoppen.
    “Wel, zelfs als ze het niet goedkeurden, dan konden ze er toch niet veel aan veranderen,” zei James. De woorden van Emma’s moeder kwetsten hem, veel dieper dan waarschijnlijk haar bedoeling was, maar hij was niet van plan om dat te laten merken.
    “Ik had het kunnen weten,” ging ze verder. “Jij trekt je natuurlijk niets aan van wat ze zeggen. Ik zou wel eens een woordje met hen willen spreken, ik ben benieuwd wat zij over jouw gedrag te zeggen hebben.”
    James snoof.
    “Wel, ik houd je niet tegen,” zei hij kwaad. “Maak het vooral gezellig.”
    Toen Verdwijnselde hij, om te vermijden dat hij nog meer kwetsende uitspraken van Emma’s moeder zou moeten aanhoren.
    Merdyff
    Merdyff
    Schrijver
    Schrijver


    Schrijven is spreken zonder onderbroken te worden
    Vrouw Aantal berichten : 704

    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Merdyff wo 28 apr - 18:21

    I just close my eyes as you walk out
    (Camera – Editors)

    De volgende ochtend drukte Emma bij James op de bel. Ze wilde met hem spreken over wat er de vorige avond was gebeurd. Toen hij niet meteen kwam opendoen, begon ze ongeduldig met haar voet tegen de grond te tikken. Hij zou toch niet weg zijn? Ze belde een tweede keer aan, langer nu. Ze hoorde het gerinkel van de deurbel weergalmen in de lege gang.
    “Waar zit hij toch?” mompelde ze tegen zichzelf.
    Net toen ze zich wilde omdraaien om terug naar huis te gaan, hoorde ze gestommel in het huis. De voordeur ging open en daar stond James, gekleed in enkel een geruite boxershort, met één arm in een T-shirt gestoken dat hij snel over zijn hoofd trok. Hij kwam overduidelijk recht uit zijn bed.
    “Goedemorgen,” zei hij nog een beetje slaapdronken en hij deed een poging om zijn haar, dat alle kanten uitstond, plat te wrijven.
    Emma stapte langs hem heen naar binnen en drukte een kus op zijn lippen.
    “Het is al bijna middag, slaapkop,” glimlachte ze.
    Hij geeuwde.
    “Ik ben niet zo een ochtendmens.”
    “Ik moet met je praten,” zei Emma.
    “Dat klinkt ernstig,” zei James. “Kan het wachten tot ik een douche genomen heb en een beetje wakkerder ben? Ik zal me haasten.”
    “Ja, natuurlijk. Geen probleem.”
    “Ga maar naar de woonkamer. Doe alsof je thuis bent. Ik kom direct.”
    Hij gaf haar nog een kus en liep toen met twee treden tegelijk de trap op. Emma keek hem na en ging toen de woonkamer binnen, waar ze zich in de zetel liet ploffen.
    Lang bleef ze niet zitten. Ze bedacht dat James nog niet ontbeten had, aangezien hij net uit bed kwam, en ze ging naar de keuken om thee te zetten.
    De thee was net klaar toen James terug verscheen. Hij droeg nu een spijkerbroek en een T-shirt en was bezig met het droogwrijven van zijn haar met een handdoek. Hij zag er een stuk frisser uit dan voordien.
    “Zo, vertel eens, hebben je ouders je laten gaan of weten ze niet dat je hier bent?” vroeg hij.
    “Ze zijn boodschappen gaan doen,” zei Emma en ze voelde zich enigszins betrapt. “Ik heb thee gemaakt.”
    “Je bent een schat,” glimlachte hij. Hij gooide de handdoek over de rugleuning van een stoel en nam de kop thee van haar aan. Hij ging met zijn rug tegen het aanrecht staan en nam voorzichtig een slokje van zijn hete thee, zonder haar met zijn blik los te laten.
    “Jij wilde met mij praten,” zei hij. “Je ouders willen niet dat je nog met me omgaat?”
    Emma verschoot van kleur. Hij moest wel aan haar gezicht zien dat hij het bij het rechte eind had.
    “Hoe weet je dat?”
    Hij haalde zijn schouders op. “Een gok. En ik heb er de hele tijd over na kunnen denken terwijl ik onder de douche stond. Ik wist niet wat het anders zou kunnen zijn waarover je wilde praten. Tenzij je met ten huwelijk ging vragen, maar dat leek mij een beetje onwaarschijnlijk.” Bij die laatste woorden blonken er pretlichtjes in zijn ogen.
    “Dat was ik niet echt van plan, nee.”
    De blik in zijn ogen verwarde haar een beetje. Uiteraard wist ze dat hij maar een grapje maakte, maar het leek een beetje een vreemde grap om van hem te komen. Gelukkig leek hij haar verwarring niet op te merken. Of anders reageerde hij er toch niet op.
    “Wat gebeurde er nadat ik Verdwijnselde?”
    “Ik denk niet dat je wilt dat ik letterlijk herhaal wat ze gezegd hebben over jou,” zei Emma aarzelend. “Je had trouwens wel gewoon door de deur weg kunnen gaan, hoor. Je weet dat mijn ouders Dreuzels zijn. Jouw Verdwijnselen bezorgde hen bijna een hartaanval.”
    “Het spijt me,” zei James. “Nee, eigenlijk spijt het mij niet. Het spijt me dat ik vertrok zonder nog iets tegen jou te zeggen, maar verder heb ik geen spijt van de manier waarop ik vertrokken ben. Na wat je moeder gezegd had…”
    “Ze wist niet dat jouw ouders dood waren,” probeerde Emma haar moeder te verdedigen. “Ze schrok behoorlijk toen ik het haar vertelde. Als ze het had geweten, zou ze dat nooit gezegd hebben.”
    Het was vreemd. Gisteren had ze James nog verdedigd tegenover haar ouders. Ze was kwaad geweest om alles wat ze gezegd hadden. Ze had ruzie gemaakt met haar moeder om wat er gebeurd was. Ze had de deur achter zich dichtgeslagen toen ze gezegd hadden dat ze James niet meer mocht zien. En nu James net hetzelfde zei als zijzelf gisteravond tegen haar moeder had gezegd, begon ze haar moeder te verdedigen omdat ze het niet kon hebben dat hij een kwaad woord over haar ouders zei.
    “Dat mag ik hopen,” zei James. “Dat verandert niets aan wat ze voor de rest gezegd hebben. Aan hoe bevooroordeeld ze over mij waren. Ze kennen mij amper en ze hebben blijkbaar al uitgemaakt dat ik het ergst mogelijke uitschot ben dat er op de planeet rondloopt.”
    “Dat is niet eerlijk. Ze…” begon Emma, maar James liet haar niet uitspreken.
    “Oh, ik ben niet eerlijk? En zij dan? De manier waarop zij hun oordeel over mij klaar hadden, al van voor ze mij ontmoet hadden, dat is wel eerlijk of zo?”
    “James…”
    “Waarom kies je hun kant, Emma?”
    “Ik kies niet…” sputterde Emma tegen.
    “Je verdedigt hen anders wel.”
    James zette zijn ondertussen lege kop op het aanrecht en liep naar haar toe. Hij nam haar handen vast en keek diep in haar ogen.
    “Emma,” zei hij zacht. “Je ouders vinden dat ik uitschot ben, dat is duidelijk. Maar… wat vind jij?”
    Zijn blik verwarde haar.
    “Natuurlijk niet,” zei ze onsamenhangend. “Je weet dat ik niet…”
    Er zat echter iets van aarzeling in haar stem, die door James werd opgepikt. Hij liet haar handen los en draaide zich om.
    “Ik weet niet meer of ik dat weet,” zei hij. “Ik weet dat je toen we elkaar ontmoetten – net als zij nu – dacht dat ik voor geen haar te vertrouwen was, maar ik dacht… ik dacht dat je ondertussen wel beter wist. Dat je had geleerd om te zien wie ik echt ben. Ik dacht… na de laatste keer… maar blijkbaar had ik het mis.”
    Emma wilde iets zeggen, maar ze wist niet wat. Ze was bang dat elk woord van haar vuur aan de lont zou zijn. Ze wist zelf niet eens waarom ze haar ouders verdedigde. Omdat het haar ouders waren, zeker?
    James draaide zich terug om naar haar.
    “Ik krijg geen hoogte van jou, Emma,” zei hij scherp. “Ik heb er geen idee van wat je nu eigenlijk van mij denkt. Wat je voor mij voelt.”
    Emma beet op haar lip. Ze had nooit verwacht dat wat ze had met James op een serieuze relatie zou gaan lijken. Ze mocht hem graag. Heel graag, maar… Ze had nooit echt stilgestaan bij haar gevoelens voor hem.
    “Ik… Ik weet amper zelf wat ik voor je voel,” stamelde ze.
    “Wel, misschien wordt het dan tijd om dat uit te zoeken,” beet James haar toe. “Want Emma, jij hebt er mij vaak genoeg van beschuldigd om te spelen met de gevoelens van andere meisjes, maar op dit moment heb ik het gevoel dat het mijn hart is waar een spelletje mee gespeeld wordt.”
    De manier waarop hij tegen haar sprak, irriteerde Emma. Of misschien was het wel de waarheid die in zijn woorden zat en die ze niet wilde erkennen.
    “Waarom moet jij altijd overal zo een drama van maken?” vroeg ze geërgerd.
    “Oh, dus ik ben degene die overal een drama van maakt? Misschien maak jij hier niet genoeg een drama van. Het lijkt wel alsof het je allemaal maar weinig kan schelen.”
    “Je wilt drama?” riep Emma uit. “Je kunt drama krijgen. Het is uit tussen ons. Wat vind je daarvan?”
    “Goed, dat bespaart mij de moeite om jou te dumpen!”
    Emma draaide zich om en liep de keuken uit. Ze wierp nog één blik achterom en zag hoe James weer met zijn rug tegen het aanrecht geleund stond, met zijn ogen gesloten en zijn lippen op elkaar geklemd.

    Gesponsorde inhoud


    Nobody said it was easy... Empty Re: Nobody said it was easy...

    Bericht van Gesponsorde inhoud


      Het is nu ma 20 mei - 9:42