And only some dumb idiot would let you go
(Sunshine - Keane)
“Een witte Martini, alsjeblieft,” zei Emma tegen de barman toen ze zich op één van de barkrukken hees in het kleine cafeetje waar ze al een paar keer met James was geweest. Niet veel later kreeg ze haar drankje.
“Ben je alleen?” vroeg hij. Blijkbaar herkende hij haar, of misschien vroeg hij dat wel aan alle vrouwen die eruit zagen alsof ze hun verdriet kwamen verdrinken.
“Ja,” zei Emma, met een blik in haar ogen die hem moest vertellen dat hij maar beter niet verder kon vragen. Hij leek de hint te begrijpen en liet haar rustig voor zich uit staren.
Haar sombere gedachten werden pas onderbroken toen ongeveer een kwartier later iemand op de barkruk naast haar kwam zitten. Ze herkende de stem van de man die een pintje bestelde, meteen, maar keek niet op.
“Ken ik jou ergens van?” vroeg hij toen hij zijn bier gekregen had.
“Nee, dat denk ik niet,” zei ze beslist, zonder op te kijken.
“Hoe kan je dat nu weten als je niet eens kijkt?” vroeg hij en ze hoorde aan zijn stem dat hij glimlachte.
“Omdat ik me niet laat inpakken door slappe versierpogingen,” antwoordde ze.
“Hm, goed punt,” zei hij en hij deed er het zwijgen toe.
Een tijdje later verbrak hij de stilte weer.
“Je ziet er behoorlijk treurig uit, juffrouw die ik niet ken,” stelde hij vast.
Ze haalde haar schouders op.
“Het is uit met mijn vriend,” zei ze.
“Ach, ander en beter,” zei hij en hij voegde er aan toe, meer tegen zichzelf dat tegen haar: “Hij moet wel een stommeling zijn om een vrouw als jij te dumpen.”
“Ik was degene die het uitmaakte,” vertelde Emma.
“Hoor je dan niet blij te zijn dat je van hem af bent?” vroeg hij. “In plaats van hier zo sip te zitten kijken.”
Hij schoof voorzichtig zijn barkruk ietsje dichterbij. Emma liet hem doen, de afstand was nog groot genoeg.
“Ik ben de stommeling,” zei ze. “Ik ben gewoon zo bang dat hij mij gaat dumpen dat ík hém dump van zodra we ook maar iets van meningsverschil hebben. En als hij me dan terug opzoekt, weet ik dat hij me nog steeds wil.”
“Dat is niet zó stom,” zei de man, terwijl hij weer iets dichterbij schoof.
“Dat is wel stom,” protesteerde Emma. “Want wat als hij denkt dat ik het echt meen, dat ik hem echt niet meer wil zien?”
“Als hij geen volslagen idioot is, heeft hij al lang een vermoeden over hoe het zit,” zei hij en hij verkleinde de afstand nog een beetje. “En als hij geen volslagen idioot is, geeft hij jou niet zomaar op. Dan blijft hij vechten om jouw vertrouwen te winnen, tot je durft te geloven dat hij je helemaal niet gaat dumpen.”
Hij zat intussen vlak naast haar en legde zijn hand op haar dij.
“Och, soms denk ik dat hij inderdaad een volslagen idioot is,” zei ze en voor het eerst keek ze hem aan, met pretlichtjes in haar ogen.
James gaf haar lachend een speelse stomp. Toen werd hij weer serieus.
“Ik meen het. Je zal me heel wat overtuigender moeten dumpen dan je gisteren deed als je wil dat ik je niet opnieuw kom opzoeken.”
“Dank je,” zei ze. Ze sloeg haar armen om hem heen, legde haar hoofd tegen zijn borstkas en drukte zich tegen hem aan. Hij streelde haar haren. Zo bleef ze een tijdje zitten, genietend van de warmte van zijn lichaam. Uiteindelijk liet ze hem weer los.
“Je zei dat je al lang vermoedde dat ik je enkel dumpte omdat ik bang was om zelf gedumpt te worden,” zei ze. “Sinds wanneer wist je dat dan?”
“Deze ochtend?” grinnikte James met een schuldbewuste blik in zijn ogen.
Emma glimlachte.
“Dat is langer dan ik het zelf besefte,” gaf ze toe.
Hij gaf haar een zoen op haar wang.
“Wat vonden je ouders eigenlijk van mij?” vroeg hij.
Emma aarzelde. Ze wist niet goed wat ze hem zou vertellen. Haar aarzeling zei echter genoeg.
“Ze waren niet zo positief, hé?” zei hij.
“Het spijt me,” zei Emma. “Ze… Ze hebben denk ik zo’n beetje elke ademhaling van jou geanalyseerd.”
“En de conclusie was…?”
“Dat ze je niet zo geschikt vonden voor mij.”
“Wat heb ik verkeerd gedaan dan?”
“Och, ik weet niet of het iets specifieks was. Er was het feit dat je duidelijk zo snel mogelijk weer weg wilde en ik denk dat ze ook vonden dat het leek alsof je me tegen je zin kuste.”
“Omdat ik het vervelend vond dat zij erop stonden te kijken,” verdedigde James zich.
“Ik weet het,” suste Emma. “Maar ik denk dat je je er maar niet te veel moet van aantrekken. Ze zijn gewoon nogal overbezorgd. Bang dat ik niet gelukkig ben. Ik denk dat ze zo ongeveer niemand geschikt zouden vinden voor mij. Behalve Richard misschien, maar die kennen ze dan ook al jaren.”
Ze zag echter dat James het zich wel aantrok. Hij zei niets, maar staarde nadenkend in zijn glas bier.
“Als het een geruststelling kan zijn: mijn broer zei dat hij me naar een psychiater zou sturen als ik verliefd zou worden op Richard terwijl jij in de buurt bent. Op hem heb je duidelijk wel een goede indruk gemaakt. Wat is er eigenlijk gebeurd tussen jullie voor ik erbij kwam?”
James glimlachte toen hij vertelde hoe Daniel hem had proberen wijs te maken dat hij ook een lief van Emma was. Emma lachte om de manier waarop James gereageerd had.
“Nu snap ik waarom je zo een goede indruk hebt gemaakt,” zei ze. “Daniel zit altijd te klagen over Richards totale gebrek aan gevoel voor humor.”
“Toch iemand op wie ik een goede indruk heb gemaakt,” zei James.
“Ze draaien wel bij als ze je wat beter leren kennen,” stelde Emma hem gerust.
“Het ziet er naar uit dat ik veel werk krijg,” zei James. “Jou ervan overtuigen dat ik niet van plan ben om je te dumpen en jouw ouders ervan overtuigen dat ik best een toffe gast ben.”
Terwijl hij dat zei, besefte Emma voor het eerst ten volle hoe verschrikkelijk aantrekkelijk ze hem eigenlijk vond. Niet alleen maar de knappe James van op Zweinstein waarop iedereen verliefd was, maar die in haar ogen niet bijzonder was omdat hij zo oppervlakkig leek. Nee, hij was echt aantrekkelijk. Er was niks oppervlakkigs in de blik die in zijn grijsblauwe ogen lag als hij naar haar keek. Integendeel. Ze kon verschillende diepe emoties gespiegeld zien in zijn ogen. Zijn blik maakte haar helemaal week van binnen. Ze streelde even met haar vingertoppen over de krab die Sophy’s nagels de dag ervoor op zijn wang hadden achtergelaten.
“Doet het pijn?” vroeg ze.
“Nee,” antwoordde hij.
Ze wist dat hij dat ook zou zeggen als het wel pijn deed.
“Het ziet er eigenlijk wel stoer uit,” zei ze. “Alsof je tegen een of ander monster gevochten hebt.”
“Is dat dan niet zo?” grinnikte James. “Ik hoop dat het een litteken wordt. Om mij er altijd aan te herinneren dat ik niet op de verkeerde vrouwen mag vallen.”
“Pas maar op, misschien ben ik ook wel een verkeerde vrouw,” zei Emma lachend.
“Je ziet er in elk geval niet verkeerd uit,” glimlachte James en de twinkeling in zijn ogen maakte hem compleet onweerstaanbaar. Voor ze wist wat ze deed, zat Emma half op zijn schoot en ze kuste hem gepassioneerd. James kuste haar eerst terug, maar duwde haar daarna zachtjes van zich af.
Ze keek hem vragend aan.
“Heb je niet graag dat ik je kus?” vroeg ze een tikkeltje verontwaardigd.
“Ik heb niks liever,” zei James, “maar dit is niet echt de geschikte plaats. Ik heb geen zin om mijn nek te breken door achterover van deze barkruk te stuiken. Bovendien trekken we net een beetje te veel de aandacht, denk ik.”
Emma keek om zich heen en zag dat hij gelijk had. Een paar van de stamgasten keken hen nogal geërgerd aan, met een blik die vroeg of dat nu werkelijk in het openbaar moest.
James streelde teder haar wang en streek een weerbarstige haarlok uit haar gezicht, die meteen weer terugsprong.
“Misschien kunnen we beter naar huis gaan,” zei hij. “Ik moet morgen vroeg op om te gaan werken en jij waarschijnlijk ook.”
“Mijn huis of jouw huis?” vroeg Emma ontdeugend.
James lachte.
“Wat denk je van: ik breng jou naar huis en ga dan in mijn eigen bed slapen? Jouw ouders vermoorden me als jij niet naar huis komt en bij mij blijft slapen en dat lijkt me niet zo’n goed begin als ik wil dat ze me aardig gaan vinden.”
“Hm, daar heb je wel een punt,” gaf Emma met een zucht toe. “Mijn moeder acht ik daar echt nog toe in staat. Ik krijg soms wat van haar overbezorgdheid.”
Onopvallend wees Emma met haar toverstaf op het glas van James waar nog een bodempje bier in zat en vulde het bij. Ze had nog geen zin om naar huis te gaan.
Toen James merkte dat zijn glas terug vol was, begreep hij er eerst niets van, tot hij aan de schuldbewuste uitdrukking op haar gezicht zag dat zij er achter zat.
“Probeer je met zat te voeren?” vroeg hij.
Emma haalde haar schouders op.
“Ik wil gewoon nog niet naar huis.”
“Oké, maar je drinkt wel mee, hoor,” zei hij en hij vulde haar glas ook bij met behulp van zijn toverstaf. Blijkbaar had hij zelf eigenlijk ook nog niet veel zin om te vertrekken.
Toen ze uiteindelijk beslisten om naar huis te gaan, waren ze allebei lichtjes aangeschoten. Emma wankelde een beetje toen ze van de barkruk sprong.
“Kom,” zei James en hij nam haar hand. Hun vingers verstrengelden zich en zo wandelden ze samen naar het huis van Emma.
De jonge vrouw trok James mee naar binnen toen ze bij haar thuis aankwamen. Hij protesteerde en zei dat het nu echt al laat was. Emma legde echter haar vinger over zijn lippen om hem het zwijgen op te leggen. Ze sloot de voordeur achter hen. Veel overredingskracht had ze niet nodig om hem te doen blijven.
Het was schemerig in de gang, maar ze deed de lampen niet branden. Het enige licht kwam van het oranje schijnsel van een straatlantaarn dat door het matte glas in de deur naar binnen viel. Ze duwde James zachtjes tegen de muur en kuste hem.
“Zo, dus je komt toch nog naar huis!”
Geschrokken keek Emma op. Haar moeder stond, gekleed in haar donkerroze kamerjas, in de deuropening van de woonkamer, met haar armen gekruist voor haar borst.
“Mam, waarom ben jij nog op?”
Haar moeder moest duidelijk moeite doen om haar kalmte te bewaren.
“Jij zegt dat je even gaat wandelen, je blijft weg tot na middernacht en dan vraag je aan mij waarom ik nog op ben? Ik was doodongerust, daarom ben ik nog op! Wie weet wat er had kunnen gebeuren! En wat doe jij hier?”
Dat laatste vroeg ze aan James.
“Eh, Emma thuisbrengen,” zei die.
“Zie je, er zou niets gebeuren, want James was bij mij,” protesteerde Emma. “Jij zou mij wel beschermen, hé?” zei ze tegen James.
“Ridder Knightley, volledig tot uw dienst, schone jonkvrouw,” grinnikte James. Hij nam haar hand en drukte er galant een kus op.
“Hihi, ridder Knightley,” giechelde Emma.
Haar moeder zag er echter duidelijk de humor niet van in.
“En je hebt nog gedronken ook,” zei ze.
“Een klein beetje maar,” zei Emma niet helemaal naar waarheid.
“Misschien kan ik beter naar huis gaan,” zei James.
“Dat lijkt mij inderdaad het beste,” zei Emma’s moeder.
James kuste Emma lang, voor de ogen van haar moeder. Het zou Emma niets verbazen als hij haar woorden van daarnet in gedachten had, dat ze gezegd had dat haar ouders vonden dat het had geleken alsof hij haar met tegenzin kuste, en dat hij nu wilde bewijzen dat dat helemaal niet zo was.
“Slaap zacht en droom zoet,” zei hij zachtjes.
“Ik zal van jou dromen,” fluisterde ze.
Hij glimlachte.
“Ik ga van jouw moeder dromen die me met een deegrol achterna zit,” fluisterde hij in haar oor.
Emma proestte het uit.
“Wat is er zo grappig?” vroeg haar moeder geïrriteerd.
“Niets,” hikte Emma, maar ze lag dubbel en kwam haast niet meer bij.
“Ik zie je nog wel,” zei James. Hij kneep even in haar hand. “Goedenavond, mevrouw Harrison,” zei hij nog vrolijk en toen vertrok hij.
“Ik dacht dat je het had uitgemaakt met hem?” was het eerste wat haar moeder zei toen hij weg was.
“Ja, maar we hebben het alweer aangemaakt,” zei Emma. “En nu ga ik slapen.”
Voor haar moeder nog iets kon zeggen, ging ze naar haar slaapkamer. Ze voelde zich gelukkig. Op de laatste woordenwisseling met haar moeder na, was het een perfecte avond geweest.